Ericsson reserveert ruim tweehonderd miljoen wegens wanpraktijken in Irak

Ericsson reserveert 2,3 miljard Zweedse kronen, omgerekend zo'n 204 miljoen euro, voor een mogelijke Amerikaanse boete wegens wanpraktijken in Irak. Dit maakt het Zweedse bedrijf bekend aan investeerders.

De zaak draait om vermeende corruptie bij Ericsson, iets waarvoor het bedrijf in december 2019 al een schikking trof. Als onderdeel van deze schikking betaalde het bedrijf meer dan een miljard dollar aan het Amerikaanse ministerie van Justitie en de Securities and Exchange Commission (SEC). Als onderdeel van deze schikking staat Ericsson voor een periode van drie jaar onder toezicht.

Betalingen aan IS

De SEC meldde echter in juni vorig jaar dat Ericsson de resultaten van een intern onderzoek naar potentiële betalingen aan de terroristische groepering Islamitische Staat (IS) in Irak niet heeft gedeeld. De SEC opende daarom een nieuw onderzoek naar Ericsson. Eerder startte ook het Amerikaanse ministerie van Justitie al een onderzoek naar deze betalingen.

Ericsson meldt nu aan investeerders dat het een bedrag van 2,3 miljard Zweedse kronen, omgerekend ruim 204 miljoen euro, reserveert voor een mogelijke boete in de zaak. Het bedrijf verwacht dat dit voldoende is om de financiële gevolgen op te vangen. Ook meldt Ericsson vooralsnog niet tot een oplossing te hebben kunnen komen met het Amerikaanse ministerie van justitie in de zaak.