Redactie - 19 juli 2022

Liqid realiseert flexibel datacenter

Liqid realiseert flexibel datacenter image

Maatwerk is ook in datacentra noodzakelijk om de hoogste efficiëntie te bereiken. Bij standaard hardware worden componenten gecombineerd om de hoogste te verwachten belasting te ondersteunen. In de praktijk is het systeem dan vaak overgedimensioneerd en blijven veel resources ongebruikt.

Startup Liqid heeft een andere aanpak gekozen met een gedisaggregeerde architectuur. Het software gedefinieerde datacentrum maakt gebruik van resource clusters waarin de functionele elementen zitten. Per toepassing worden die via een dashboard gecombineerd tot een configuratie voor een optimale performance.

Het op deze wijze verhogen van de benuttingsgraad in het datacentrum, maakt het systeem niet alleen kostenefficiënt. Het reduceert ook de CO2-emissie, een taakstelling waar veel datacentrums zwaar onder gebukt gaan. Over gedimensioneerde systemen gebruiken onnodig veel energie en genereren dien ten gevolge te veel onnodige warmte die met geforceerde koeling weer wordt afgevoerd. Ben Bolles, Executive Director Product Management van het in Broomfield (Colorado) gevestigde Liqid, claimt dan ook tijdens een recent bezoek van DutchIT-channel dat de door Liqid voorgestelde flexibele aanpak van het datacentrum een van de beste mogelijkheden is om de CO2-emissie onder controle te krijgen. Ben Bolles: “Wij zijn volop bezig met de uitdaging om statische datacentra dynamisch te maken. Er ligt een gigantische markt voor ons open. Het energieverbruik van een datacentrum escaleert zonder een verandering in strategie.”

Bij het software gedefinieerde datacentrum worden de resources (storage, CPU’s, GPU’s etc) in clusters samengebracht. Worden resources niet gebruikt dan gaan ze terug in de poel. Het concept dat we ook bij containers zien. Zijn de resources niet meer nodig, dan gaan ze terug in de voorraad. Hierdoor neemt de benuttingsgraad van de hardware toe van circa 20% nu, tot ongeveer 45%

Door: Hans Steeman