Redactie - 13 juli 2022

Restwarmte mogelijk in Arnhem Plattenburg?

Restwarmte mogelijk in Arnhem Plattenburg? image

Gemeente Arnhem, woningcorporatie Volkshuisvesting, Firan (infra-specialist nieuwe energie) en Dataplace hebben de handen ineengeslagen om in de Arnhemse buurt Plattenburg de mogelijkheden van restwarmte - afkomstig van Dataplace datacenter - te onderzoeken. Kan de restwarmte in de buurt ingezet worden om de bestaande woningen te voorzien van warmte en energie? Dat kan mogelijk de afhankelijkheid van aardgas verlagen. Makkelijker gezegd dan gedaan, want hoe moeten de woningen aangepast worden? Dat is de uitdaging die dit samenwerkingsverband aangaat. In dit blog vertellen Patricia Twente van de gemeente Arnhem, Aart van den Hoorn van Volkshuisvesting, Brenda Schoumans van Firan en Jan Bonke van Dataplace u meer over het concept, de uitdagingen en de huidige stand van zaken.

Alle energie die een datacenter ingaat, komt er weer als warmte uit. Deze zogeheten restwarmte kan gebruikt worden om woningen, kantoren en andere gebouwen te verwarmen. Zo kan het de CO2-uitstoot verlagen en daarmee bijdragen aan de klimaatdoelstellingen.

Eerst isoleren

“De installaties in het datacenter worden gekoeld met water. Dit water wordt door de hitte van de apparatuur zo’n 20 graden Celsius. Daar wordt op dit moment niks mee gedaan. Dat is uiteraard zonde”, vertelt Jan Bonke van Dataplace. “Het zou veel mooier zijn als deze warmte hergebruikt kan worden. Daarom zijn we aan het kijken naar de mogelijkheid om de woningen in Plattenburg hiermee te verwarmen.”

“Maar 20 graden is niet genoeg”, vertelt Aart van den Hoorn van Volkshuisvesting. “Deze woningen zijn namelijk al wat ouder en niet naar de huidige standaarden geïsoleerd. Om deze woningen met restwarmte te kunnen verwarmen, moeten ze eerst beter worden geïsoleerd en moet de aanvoertemperatuur verhoogd worden naar zo’n 70 graden.” Dat zou kunnen gebeuren door middel van een warmtepomp en/of een opwekinstallatie.

Uitdagingen

“De uitdaging voor de gemeente zit hem vooral in het meekrijgen van particuliere woningeigenaren”, vertelt Patricia Twente van de gemeente Arnhem. “Voor een particulier kan zo’n project namelijk behoorlijke kosten met zich meebrengen, want ook de schil van de woningen moet verbeterd worden.” Pas dan kan de woning met 70 graden verwarmd worden.

Isoleren verhoogt het algehele comfort van de woning, maar brengt wel weer andere uitdagingen met zich mee. “Wanneer een keuken van het aardgas afgaat, zal er bijvoorbeeld ook nieuwe apparatuur en nieuwe pannen aangeschaft moeten worden”, aldus Patricia.

“Ook moeten we nog een warmteproducent en een warmteleverancier verbinden aan het project. Dataplace levert namelijk wel warmte, maar is geen warmteproducent of -leverancier”, vertelt Brenda Schoumans van Firan, die de infrastructuur verzorgt. “En Firan is onafhankelijk netbeheerder en zal geen rol nemen in de productie en levering van energie.” Aart: “Daarnaast moet het voor een leverancier financieel interessant zijn om een warmtenet te bouwen. Zo komen er voor de uitvoering steeds meer partijen bij kijken, die allemaal hun eigen belangen en doelstellingen hebben. Dat zijn ingewikkelde samenwerkingsprocessen om samen te brengen.”

Maar de grootste uitdaging blijft de vraag: hoe de restwarmte afgeleverd kan worden in de woningen.

Van intentie naar onderzoek naar realisatie

“Op dit moment werken we aan een eerste haalbaarheidsstudie en businesscase. In de zomer van 2022 zullen we besluiten over de haalbaarheid hiervan”, vertelt Brenda. Er is al wel een intentieverklaring door alle betrokken partijen getekend. Dit betekent dat als besloten wordt dat het restwarmteplan haalbaar is, iedereen de intentie heeft om dit ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. De ambitie is dan om het plan, zonder tegenvallers, in 2024 te realiseren.

De doelen van Dataplace

“Wij willen bij Dataplace elk jaar minstens 1% efficiënter opereren door meer efficiëntie te behalen op de installaties.”, vertelt Jan. “Dat doen we door installaties vroegtijdig te vervangen, wanneer ze vervuild zijn of wanneer er efficiëntere installaties op de markt zijn. Dat we daarin moeten investeren vinden we logisch, we willen er simpelweg voor zorgen dat we zo efficiënt mogelijk bezig zijn. Dat proberen we op elke mogelijke manier aan te pakken. Zo proberen we bij te dragen aan de doelstelling van onze holding, de Eurofiber groep: om in 2030 CO2-neutraal te zijn.”

Meer weten over de doelstellingen van Eurofiber? Bekijk hier meer informatie over Eurofiber en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.