Redactie - 14 maart 2022

Blinde vlekken bij detecteren kinderporno zichtbaar dankzij nieuwe technologie

Blinde vlekken bij detecteren kinderporno zichtbaar dankzij nieuwe technologie image

De nieuwe baanbrekende hightechtool LIBRA maakt mogelijk dat kinderporno voortaan wereldwijd kan worden gedetecteerd en verwijderd op plaatsen waar nog nooit iemand heeft gekeken. Arda Gerkens (directeur-bestuurder EOKM): “De kracht van LIBRA is dat we hiermee op basis van open data een veel beter e?n onaKankelijk beeld krijgen van de verspreiding van beel- den van seksueel misbruik van minderjarigen en er bovendien nieuw materiaal boven water komt.”

Wereldwijd zijn verschillende organisaties e?n de politie hard bezig om kinderporno (of correcter: beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen) te detecteren en van het internet te verwijderen. Een tijdrovende, moeizame en frustrerende aangelegenheid omdat er alleen maar meer materiaal bij lijkt te komen.

Kinderporno melden

Het Meldpunt Kinderporno (www.meldpunt-kinderporno.nl) is de plek waar je melding kunt maken als je online op beelden stuit van mogelijk misbruik. Dat materiaal wordt door analisten beke- ken om te bepalen of het strafbaar is. Jaarlijks komen er bij het Meldpunt vele honderdduizenden meldingen binnen. Dankzij de komst van de Hashcheckserver daalt sinds een aantal jaren het percentage nieuwe meldingen, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Het Meldpunt Kinderporno kan namelijk alleen acteren naar aanleiding van een melding en mag zelf niet zoeken naar materiaal. Daardoor hebben we geen goed beeld waar precies beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen zich bevindt. Bovendien geven de meldingen onjuiste informatie over waar het zwaartepunt van de verspreiding ligt.

Hightech opsporingstool LIBRA

LIBRA (Labelling Identifiability by Remote Analyses) moet daar verandering in brengen. Deze hightechtool, ontwikkeld door Web-IQ (www.web-iq.com), is in staat om real time inzicht te geven in de verspreiding van beeldmateriaal van seksueel misbruik van minderjarigen op het open internet. Daarvoor kan heel gericht en zonder de foto’s te downloaden, op te slaan of te bekijken, worden gescand. Er wordt uitsluitend open data gescand. De privacyregels zijn nauwkeurig in acht genomen. Minimale data en proporBonele verwerking zijn de basis geweest voor de ontwikkeling van de techniek. Privacy by design dus.

Hoe werkt LIBRA

LIBRA scant op afstand delen van het internet waarbij een een zogenaamde ‘hash’, een digitale vingerafdruk wordt berekend van de gevonden aKeeldingen. Die hash wordt door door een direc- te connecBe met de hashcheckserver van het EOKM vergeleken met bekend straKaar materiaal. Wordt er straKaar materiaal gevonden, dan wordt dit geregistreerd. In alle gevallen is er sprake van minimale dataopslag. LIBRA bevat de omstandigheden van alle scans waarin de hash is aange- troffen. Een mogelijke omstandigheid zou kunnen zijn dat er eerder straKaar materiaal is gevon- den. Op basis daarvan worden de hashes voorzien van een simpele risicoscore. Hashes met hoge scores komen vervolgens alsnog bij het Meldpunt terecht om gecheckt te worden. Tot nu bleken 80% van de hashes die door LIBRA als verdacht werden aangemerkt, ook daadwerkelijk aKeeldingen van seksueel kindermisbruik te bevatten.

Blinde vlekken worden zichtbaar

LIBRA scant uitsluitend open data en kijkt ook op plekken waar tot nu toe niemand keek. Zo werd er tot op de dag van vandaag voornamelijk materiaal gemeld met afbeeldingen van meisjes. Terwijl we weten dat ook veel jongens slachtoffer worden van misbruik. Al tijdens de testfase vond LIBRA een Europese hotspot met zeer veel beelden van met name misbruikte jongens. LIBRA is niet alleen een uitstekend tool voor detectie, het geeft de politie ook meer inzicht en richting. Slachtofferschap kan hiermee worden voorkomen en andere hotspots binnen en buiten Europa kunnen in beeld worden gebracht. Of zoals Ben van Mierlo (landelijk coo?rdinator Zeden, Kinderporno en Kin- dersekstoerisme bij de politie) zegt: “Dit LIBRA-initiatief, dat wij het afgelopen jaar met kennis en kunde hebben ondersteund, is voor de Nationale Politie in potentie zeer interessant, omdat het inzichten biedt op een objectief en internationaal niveau en ook nog vrijwel real time. Hiermee kunnen ook wij onze resources beter en gerichter inzetten. We zien nu veel sneller het resultaat van onze interventies. Daarnaast kan de intelligence binnen de juiste juridische context wellicht toegepast worden in lopende onderzoeken. Ik denk zeker dat politie en OM in de toekomst meer van dergelijke initiatieven zullen omarmen om zo een bredere maatschappelijke weerbaarheid tegen kindermisbruik te organiseren. Publiek–private samenwerking wordt ook in de wereld van digitale criminaliteit steeds belangrijker.”