Intel hoeft Europese miljardenboete niet te betalen

Intel hoeft een Europese boete van 1,06 miljard euro niet te betalen. De boete werd in 2009 door de Europese Commissie opgelegd wegens machtsmisbruik. Intel ging in beroep. Het Gerecht oordeelt nu dat de analyse die de Europese Commissie uitvoerde als basis voor de boete onvolledig was.

De boete is in 2009 opgelegd aangezien Intel in de periode 2002-2007 kortingen gaf aan computerfabrikanten. Deze partijen mochten als onderdeel van deze deal geen zaken doen met concurrent AMD. De Europese Commissie oordeelt dat Intel zijn dominante marktpositie op de chipmarkt hierdoor heeft misbruikt, en legde een boete op.

Intel gaat in beroep

Intel ging in beroep tegen deze boete. In 2014 werd het bezwaar van Intel echter door het Gerecht van tafel geveegd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie gaf drie jaar later echter het Gerecht opdracht grondiger onderzoek te doen naar de boete. De focus lag hierbij op de impact die de kortingen die Intel gaf hebben gehad op de concurrentie op de chipmarkt.

Nu stelt het Gerecht Intel in het gelijk. De analyse die de Europese Commissie uitvoerde is volgens het Gerecht onvolledig en toont niet aan dat de kortingen die het bedrijf gaf impact hadden op de concurrentie op de markt. De rechter zet daarom een streep door de boete.