Redactie - 21 december 2021

Celstraf geëist voor illegale bitcoinhandelaar

Celstraf geëist voor illegale bitcoinhandelaar image

Onlangs stond een man van 30 jaar voor de rechter die ervan wordt verdacht als bitcoinhandelaar van 2013 tot 2020 voor ongeveer 530.000 euro aan bitcoins te hebben witgewassen in Nederland en Spanje. Het OM eist 24 maanden onvoorwaardelijke celstraf.

Samenwerking onderzoek

Naar aanleiding van meerdere meldingen over contante opnames en overboekingen van bitcoin exchange services die de Financial Intelligence Unit (FIU) ontving van Nederlandse banken en ook van bitcoin exchange services over deze verdachte is er een onderzoek ingesteld.

Witwassen via bitcoins

Via een TOR-netwerk (waar veel black markets op het darkweb gebruik van maken) bieden personen anoniem illegale goederen en diensten aan, zoals wapens en drugs Deze goederen en diensten worden afgenomen en betaald in cash of in bitcoins. Om anoniem te blijven wordt gebruik gemaakt van bitcoinhandelaren. Deze handelaren zetten de bitcoins weer om in contanten en rekenen daarvoor ongebruikelijke hoge commissies van 4 tot soms wel 15 procent. De bitcoinhandelaar die terecht staat hanteerde ook een hogere commissie (gemiddeld 5 %) dan gebruikelijk en adverteerde bovendien met gegarandeerde anonimiteit op bitcoin gerelateerde fora.

Betalen voor anonimiteit

De officier van justitie van het Functioneel Parket bracht naar voren dat de hoge commissie de prijs was die klanten betaalden om anoniem te blijven. Bij gerenommeerde bitcoinexchanges is de provisie ongeveer 0,25 procent. Maar bij deze exchanges wordt de identiteit van de klant en ook de herkomst van de bitcoins gecontroleerd. Door o.a. gebruik te maken van zogenaamde ‘mixers’ werd de herkomst van de bitcoins alsnog moeilijk te achterhalen. Bovendien bood deze handelaar aan de bitcoins contant uit te betalen i.p.v. giraal of juist contant geld om te zetten voor giraal geld. Tijdens het requisitoir eiste het OM ook dat de cryptocurrency van de verdachte waarop beslag was gelegd verbeurd verklaard zou worden.

De rechtbank doet op 19 januari 2022 uitspraak.