Redactie - 18 februari 2021

Wat de aanval op software van Centreon bijzonder maakt

Wat de aanval op software van Centreon bijzonder maakt image

Het Franse nationale bureau voor beveiliging van informatiesystemen (ANSSI) publiceerde deze week een rapport gepubliceerd over een cyberaanvalcampagne tegen verschillende Franse bedrijven via een backdoor die in de software van Centreon is geïnstalleerd. Centreon benadrukt dat het gaat om een verouderde open source-versie van zijn software en klanten van Centreon niet zijn getroffen. De aanval is waarschijnlijk al gaande sinds 2017. Félix Aimé, cybersecurity-onderzoeker bij Kaspersky, legt uit waarom deze aanval bijzonder is en hoe het mogelijk was dat deze meerdere jaren onopgemerkt bleef.

"We weten niet hoe lang het ANSSI op de hoogte is geweest van deze aanvalscampagne. Het is mogelijk dat hij pas lang na de lancering is ontdekt, omdat servers op Linux helaas nog te vaak over het hoofd worden gezien als het gaat om toezicht op bedrijven. Bovendien vereist dit type aanval geen menselijke interactie - zoals het openen van een e-mail - waardoor de kans dat het door een werknemer ontdekt wordt kleiner is", zegt Aimé.

'Groot verschil met Sunburst-aanval op SolarWinds'

Hoewel het aannemelijk lijkt verbanden te leggen tussen de huidige aanval en de Sunburst-aanval op de SolarWinds-software die eind 2020 veel bedrijven en instellingen trof, spreekt de onderzoeker deze verbanden tegen: "Er is een zeer groot verschil tussen een Sunburst-type aanval op de toeleveringsketen en deze aanvalscampagne. Deze aanvalscampagne was gericht tegen de installaties van Centreon die al in verschillende computernetwerken aanwezig waren (uitbuiting van kwetsbaarheden), terwijl het bij de Sunburst-aanval ging om software die aan eindklanten werd gedistribueerd, verschillende backdoors bevatte die eerder door de hackers waren geïnstalleerd en vervolgens automatisch via updates werden geïnstalleerd."

De eerste elementen die door het ANSSI zijn meegedeeld, laten denken dat veel elementen in deze aanval zijn terug te voeren naar de APT-actor Sandworm. Hierop zegt Aimé: "De vergelijking is op verschillende punten uit te voeren. Allereerst op de kwaadaardige codes. Sandworm is de enige bekende groep die de Exaramel Linux backdoor gebruikt. Daarnaast kunnen ook de victimologie en de infrastructuur hebben bijgedragen tot het linken van deze aanval aan de Sandworm modus operandi. Sandworm is een Russisch-sprekende modus operandi met historische banden met de Sofacy/APT28 modus operandi. Het is al verscheidene jaren actief en werkt op het gebied van destabilisatie, ofwel door sabotage-aanvallen of door bijvoorbeeld gegevens te laten lekken nadat deze zijn gewijzigd, zoals vertrouwelijke verslagen of back-ups van e-mailaccounts. In tegenstelling tot zijn voorganger Sofacy/APT28 en andere Russischtalige modus operandi, is deze laatste zeer behendig in zijn aanvallen. Hij zal altijd de voorkeur geven aan minder discriminerende infectievectoren en -tools om de mogelijkheid van correlatie tussen zijn verschillende aanvalscampagnes te beperken.”

Advies

Félix Aimé geeft het volgende advies aan bedrijven die Centreon-software gebruiken:

  • Controleer alle servers die iets van Centreon gebruiken op de aanwezigheid van compromitteringsindicatoren die in het ANSSI-rapport naar voren komen (bestanden, services, crontab, enz.).
  • Wanneer een inbreuk wordt ontdekt is het simpelweg verwijderen van de bestanden die in het ANSSI-rapport worden gepresenteerd geen adequate maatregel. Het lijkt erop dat de aanvaller Centreon heeft gebruikt om voet aan de grond te krijgen in bepaalde computernetwerken en waarschijnlijk vervolgens is doorgedrongen tot andere bronnen en/of netwerken. Het is daarom noodzakelijk om een incidentrespons te implementeren die rekening houdt met dit "geavanceerde" aspect van de aanval.