Redactie - 09 februari 2021

Voorbereiden op een ijstijd?

Professor Valentina Zharkova gaf in oktober 2018 een presentatie over haar hypothese over de relatie tussen de temperatuur op aarde en zonnemagnetische velden. Zij voorspelde toen dat de zonnecyclus #24 (2008 – 2019) zwakker zou worden dan de vorige cyclus #23 (1996 – 2007) en het lijkt er steeds meer op dat ze gelijk heeft. Haar modellen hebben een hoge nauwkeurigheid en suggereren dat er vanaf 2020 met zonnecyclus #25 een ‘super grand solar minimum’ (GSM) op stapel staat. GSM’s zijn langdurige periodes van verminderde zonneactiviteit en gingen in het verleden hand in hand met tijden van wereldwijde afkoeling. De laatste keer dat we een GSM hadden, was in de 16e/17e eeuw. Toen raakten twee van de magnetische velden van de zon uit fase. Het verontrustende is dat de komende decennia mogelijk vier magnetische velden uit fase zullen raken.

Mysterieuze ster

Dat de zon effect heeft op de temperatuur op aarde is evident. We zijn in principe een afkoelende planeet – met aan het oppervlak wat wisselende vulkaanactiviteit – die zijn enige externe energie ontvangt van de zon. Als de ontvangen zonne-energie varieert, is het begrijpelijk dat we dat direct op aarde merken. Wij zijn gelukkig een waterplaneet met 70% wateroppervlak. En water heeft door zijn grote warmtecapaciteit een afvlakkende werking op de temperatuur. Vergelijk de dagelijkse temperatuurverschillen in een tropisch of landklimaat versus een zeeklimaat. Diezelfde oceanen geven daarnaast voldoende waterdamp in de atmosfeer die als belangrijkste broeikasgas onze temperatuur ruim 30 graden verhoogt. Daarnaast zorgt waterdamp voor het ontstaan wolken, die als extra thermostaat de temperatuur op de grond reguleren. Water op aarde is de basis dat we al miljoenen jaren een leefbare planeet hebben.

De zon zelf is echter nog steeds een mysterieuze ster waarvan we het gedrag pas sinds kort met satellieten beter kunnen bestuderen. Want onze kennis van de zon is eigenlijk nog maar heel beperkt. We weten dat de zon zonnevlekken heeft en zonnecycli kent. Elke elf jaar draait het magnetische veld van de zon 1800 om, na 22 jaar dus een volledige omwenteling. In die elf jaar staat de magnetische pool de helft van de tijd naar de aarde gekeerd, de andere helft niet. Dat geeft een thermische cyclus van 11 jaar. Als we terugkijken naar onze elfstedentochten, zien we die elf jarige cyclus ook terugkomen (2009/2010 (net niet), 1998/97, 1986/85, 1974 (alternatief), 1963, 1955/54, 1942/41/40, 1933/29, 1917/12/09). De reden dat de laatste decennia geen tocht meer mogelijk bleek, komt deels omdat door de verstedelijking de grachten binnen de elf steden niet meer dichtvriezen.

Minima en maxima

Zonnestraling heeft dus al millennia een golfbeweging van kleine en grotere golven. Daarom is het niet onlogisch als we na de huidige hoge golf, vergelijkbaar met het middeleeuwse maximum, nu weer een koudere periode krijgen. Vergelijkbaar met de vorige koude perioden waarvan de eerste van 1460 tot 1550 (Spörer minimum), de tweede van 1645 tot 1715 (Maunder Minimum) en de derde tussen 1790 en 1830 (Dalton Minimum) liep. In Nederland spreken we voor die drie minima over de kleine ijstijd die rond 1430 begon en rond 1850 eindigde. Daarnaast hebben we ook maxima, zoals het middeleeuws maximum dat liep van 1100 tot 1250. En we leven momenteel ook weer in een maximum dat rond 1850, na het einde van de het Dalton minimum, begon. En mogelijk nu weer ten einde loopt

Het is niet de vraag of er nieuwe afkoelingsperioden zullen komen, maar of die afkoeling vergelijkbaar is met of erger is dan de vorige keren. Volgens genoemde professor is vorig jaar het nieuwe Eddy Minimum gestart dat tot ruim 2050 zal duren. Beschikbare data geeft aan dat het nieuwe grote minimum tot met cyclus #27 zal voortduren. De grootste afkoeling zal naar verwachting plaatsvinden tussen cyclus 25/26 (2031) en cyclus 26/27 (2042). Het is logisch dat er veel discussie is over het wel of niet gaan komen van deze minima. Begrijpelijk, want rond al het wel en wee van onze klimaatontwikkelingen zijn er heel wat wetenschappelijke disputen. Mede omdat we eigenlijk nog verschrikkelijk weinig weten van de invloed van de zon, het gedrag van die zon op onze aarde en de invloed daarvan op klimaten.

De zon als elektromagnetische bron

De zon is de belangrijkste energiebron voor alle planeten in ons zonnestelsel. Zonne-energie wordt geleverd in de vorm van zonnestraling in verschillende golflengten. Deze straling leidt voor de aarde tot verwarming van de bovenste planetaire atmosfeer en vele complexe processen van energietransport naar het oppervlak. De zon is een grootse kernreactie en het intern draaiende plasma werkt als een enorme dynamo die enorme magnetische ‘flux tubes’ genereren. Deze variërende magnetische stromen zijn in de vorm van zonnevlekken door ons waar te nemen. De magnetische straling vormt zowel ringkern velden als poloidale velden, die elkaar beïnvloeden en verantwoordelijk zijn voor de variërende magnetische straling binnen en buiten de zon.

De stelling van professor Zharkova is dat we aan de hand van de bestudering van zonnevlekken het gedrag van die twee verschillende magnetische beter kunnen begrijpen. Haar onderzoek is gericht om dit nog onbegrepen gedrag van de zon, aan de hand van modellen, beter te beschrijven. De uitdaging is dat pas als een zonnecyclus ver is gevorderd, het mogelijk is een goede modellering van die complexe cyclus te maken. Het bij Stanford gelegen Wilcox Solar Observatory heeft van de afgelopen cycli 21 – 23, de magnetogrammen kunnen vastleggen. Deze data is basis voor haar onderzoek naar cycli 24 – 26. Dit vooral om de verwachte minima en maxima van de komende zonnecycli te voorspellen en voor ons een betere adoptie op deze periode mogelijk te maken.

Alles is oscillatie

In een eerdere blog ‘alles is oscillatie’, heb ik eerder verteld hoe de Maya’s en de Inca’s al begrepen dat het leven op aarde onderhevig was aan de invloed van zon, maan en overige planeten. Zij wisten duizenden jaren voor onze jaartelling enorme nauwkeurige zonnekalenders te maken, waar we nog steeds versteld van staan. Volgens de oude Maya kalender zijn we op 21 december 2012 een nieuwe Baktun-cyclus in gegaan, een cyclus die een golflengte heeft van 394 jaar. Volgens hen het moment dat de zonne-eclips samenvalt met het galactische vlak en wijzend naar wat de Maya’s – toen al – het centrum van het heelal noemden.

Nog steeds verwonderen we over de ingenieuze wetenschappelijke kennis van de `Maya’s. Hun cultuur begon 2000 jaar voor Christus en het is de enige precolumbiaanse beschaving waarvan bekend is dat zij een schrift hebben ontwikkeld. De meeste wetenschappers zijn er van overtuigd dat klimaatverandering de oorzaak was van het verval van hun stedelijke cultuur. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat hun leefomgeving steeds droger werd. Deze periode van droogte valt samen met een periode van hevige kou in Europa. Hun landbouw bracht daardoor steeds minder op, waardoor er te weinig voedsel was voor de snel groeiende bevolking. Tenslotte brachten in de zestiende eeuw de Spaanse veroveraars diverse voor Maya’s onbekende ziekten met zich mee, die de nekslag voor hun beschaving betekende.

Het beter begrijpen van de zon als belangrijkste energiebron voor ons leven op aarde is enorm belangrijk. De ‘ontdekking’ van de invloed van de dubbele dynamo-actie in de zon is een belangrijke stap voorwaarts die ons meer kennis en inzicht zal opleveren over de vele cycli die de zon ondergaat en ons leven op aarde beïnvloedt. Hoe beter we dat begrijpen, des te beter kunnen we ons voorbereiden op golven van warmte of koude, droogte en vochtigheid die voor ons als mens de kern van ons leven op aarde vormen. Adaptie heeft de mensheid immers doen overleven.

Door: Hans Timmerman (foto), directeur van Fortierra