Spelen met sociale robots in de zorg
Het TECH4ALL-initiatief van Huawei heeft, door digitale inclusieprogramma's aan te moedigen en de acceptatie van technologie wereldwijd te stimuleren, tot doel ervoor te zorgen dat niemand achterblijft in de digitale wereld. Het project is vergelijkbaar met een deel van het werk dat plaatsvindt binnen de academische wereld over heel Europa, daar waar onderzoeksprojecten gericht zijn op het benutten van technologie voor maatschappelijk welzijn.
Professor Bonarini heeft, door de ontwikkeling van games met robots en mensen, hiertoe 10 jaar lang onderzoek gedaan in het laboratorium voor kunstmatige intelligentie en robotica van Politecnico di Milano (AIRLab). Hij sprak met Huawei over het Playbot4all-initiatief, een door technologie geleid project dat onderzoekt hoe robotica kan worden gebruikt in de samenleving.
Wat kunt u ons vertellen over PlayBot4All?
Playbot4all is een hub voor mensen die robottechnologie willen ontwikkelen en willen experimenteren met de toepassing ervan. Ons werk is gericht op het gebruik van robotica en aanverwante technologieën om mensen met cognitieve beperkingen en neurale aandoeningen te helpen.
We willen dat iedereen van spelen kan genieten, ongeacht hun leeftijd, demografie of gezondheidstoestand. Spelen is voor iedereen een cruciale ervaring; het helpt mensen creativiteit te gebruiken terwijl ze verbeeldingskracht en behendigheid ontwikkelen. Het heeft ook cognitieve en emotionele voordelen.
Mensen met autisme worden overweldigd door signalen die spelen moeilijk maken. Onze robots helpen mensen dit te overwinnen; om signalen effectiever te beheren en de ontwikkeling van de vaardigheden te ondersteunen die door hun conditie worden beperkt. Onderzoek heeft aangetoond dat als je werkt met kinderen op jonge leeftijd, je ze kunt helpen bepaalde beperkingen te overwinnen door positieve gedragsversterking.
Hoe werken uw robots?
We hebben van 40 robots prototypes gemaakt die worden gebruikt in zorginstellingen in heel Italië. Er zijn twee verschillende interacties die we aanmoedigen. De eerste is de vrije interactie, waarbij de robot reageert op beweging of manipulatie, bijvoorbeeld knuffelen. Een robot op wielen is 80 cm hoog en eivormig. De elektronica is binnen de eerste 8 cm geïnstalleerd, dus de rest is van zacht materiaal. Sommige kinderen rijden erop, anderen knuffelen ermee of slaan erop en krijgen er reacties van.
We gebruiken kunstmatige intelligentie en het internet der dingen om affective computing mogelijk te maken. Dit betekent dat onze robots de emotionele toestand van de gebruiker kunnen aanvoelen en zijn geprogrammeerd om op een specifieke manier te reageren, door te bewegen, of door geluiden en lichteffecten te produceren.
De andere interactie is gestructureerde spellen: door middel van knoppen, gevoelige gebieden of beweging; mensen communiceren met de robot om een doel te bereiken.
Hoe nauw werkt u samen met zorginstellingen bij het ontwikkelen van deze robots?
We hebben een uitstekende relatie met zorginstellingen in heel Italië en sommige robots zijn mede-ontwikkeld met therapeuten. We hebben een apenrobot die een kinderdeuntje speelt. Autistische kinderen houden er niet van om met andere mensen om te gaan of andere mensen aan te raken, dus het doel van de aap is om aanraking aan te moedigen. Als je zijn handen in een cirkel met elkaar verbindt, begint de aap te zingen en te dansen, maar als je hem loslaat en de verbinding verbreekt, stopt hij.
Wat is de rol van de robot binnen de zorgrelatie?
Robots zijn ontworpen om samen te werken met therapeuten, niet om ze te vervangen. Maar er zijn enkele dingen die een kind niet kan doen met een therapeut, waarvoor ze een robot nodig hebben. Onze robots kunnen bijvoorbeeld huilen wanneer een kind ze slaat, om de ontwikkeling van de emotionele intelligentie van een kind te ondersteunen. Dit is iets wat je niet kunt doen zonder een robot - we kunnen geen kinderen hebben die therapeuten slaan. Sommige robots zijn zo ontworpen dat therapeuten deze kunnen besturen, zodat ze de interactie met de patiënt kunnen beheren als onderdeel van individuele ondersteuningsprogramma's.
Hoe ver zijn we verwijderd van de massale acceptatie van robots zoals deze in de samenleving?
In de ontwikkeling ervan zijn we er bijna. De technologie is zo geavanceerd dat we zeer effectieve robots kunnen ontwikkelen, maar de uitdaging met de PlayBot4All is dat het niet eenvoudig is om onze robots beschikbaar te maken.
Er zijn voorbeelden van speelgoedbedrijven die, zodra ze ‘geschikt voor mensen met cognitieve stoornissen’ op de doos toevoegen, dit er mensen van weerhield het product te kopen als hun kinderen deze handicaps niet hadden. Degenen waarvoor we ons speelgoed op maat maken, worden als een te grote minderheid beschouwd voor bedrijven om van te kunnen profiteren op de massamarkt. Dit is een andere motivatie om robots te hebben waarmee iedereen kan spelen.
Een manier om dit te omzeilen is door het speelgoed aan zorginstellingen te verkopen, maar die hebben meestal beperkte budgetten, dus we moeten ervoor zorgen dat de kosten van de technologie in het speelgoed laag genoeg zijn.
We hebben erover nagedacht om de technologie achter de robots open source te maken en informatie te verstrekken over hoe ze gefabriceerd kunnen worden. We kijken naar verschillende microprocessors (ESP32, Arduino, Raspberry Pi, enz.), evenals naar goedkope mechanische componenten, sensoren en materialen.
Het klinkt als een duur initiatief - hoe wordt het gefinancierd?
We ontvingen financiering van het Europese COST LUDI-netwerk voor vergaderingen en het ontwikkelen van ideeën. In Italië zijn er publieke middelen die elk jaar worden toegewezen aan maatschappelijke projecten, dus daar hebben we ook wat geld uit gekregen.
Ik financier het project ook persoonlijk. Als we extra uren lesgeven, ontvangen we extra loon en zet ik mijn extra inkomen in voor het project. Ik geloof in het doel ervan, en dat technologie iedereen in de samenleving ten goede kan komen. Technologie moet voor iedereen toegankelijk zijn.
Hoe ziet de toekomst eruit voor uw werk?
We blijven onze robots ontwikkelen met een focus op leren en bedienen, en onderzoeken de technologieën en systemen waarmee robots autonoom met mensen kunnen communiceren. De uitdaging is om de robot af te stemmen op de mogelijkheden van de gebruiker. Daarom gebruiken we machine learning en AI om de betrokkenheid te optimaliseren.
We kijken ook naar betaalbaarheid. De kosten van robots variëren - meestal van € 45 tot € 4.000. Bij € 45 is er weinig winst te behalen voor een winkelier. Bij € 4.000 kunnen maar weinig mensen het betalen. Open source is wellicht een mogelijke route. We zijn gepassioneerd dat maatschappelijke robots ooit net zo alledaags zullen zijn als industriële robots.
Professor Bonarini en Huawei blijven samenwerken en hun projecten delen. Deze technologische samenwerking komt de bredere samenleving ten goede. Huawei onderzoekt ook hoe zijn eigen technologische oplossingen Playbot4all en soortgelijke projecten kunnen ondersteunen.
Ga voor meer informatie over PlayBot4All naar http://playbot4all.polimi.it/
Huawei eco-Connect Europe 2020 — ons grootste jaarlijkse evenement voor de regio Europa vindt exclusief online plaats op 20 en 21 oktober 2020.
Tijdens deze twee dagen richten we ons op de samenwerking met klanten en partners via gezamenlijke oplossingen die waarde creëren voor bedrijven en de gemeenschappelijke evolutie van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) ondersteunen. Tijdens het evenement heeft u toegang tot meer dan 10 forums en een virtuele online showroom waar u:
• Ideeën bespreekt met branche-experts, thought leaders en zakelijke besluitvormers.
• Chat met klanten en partners om zakelijke mogelijkheden te verkennen.
• Leert van de meest vooraanstaande technische experts en ontwikkelaars.
• Inzichten opdoet over de laatste technologische trends en branche-ontwikkelingen.
• Kennismaakt met baanbrekende applicaties en digitale platforms.
Schrijf u nu in: https://events02.huawei.com/UniversalForm/register/350042908/register.html
Door: Huawei en Professor Andrea Bonarini (Full professor at Politecnico di Milano, Department of Electronics, Information and Bioengineering).
