Gebruikers zijn positief over menselijke augmentatie. 92% van de personen zou een fysiek aspect aan zichzelf veranderen indien mogelijk, terwijl bijna tweederde (63%) zou overwegen om hun lichaam – permanent of tijdelijk – uit te breiden met technologie om het te verbeteren. Tegelijkertijd vreest een groot deel dat ons lichaam het doelwit kan worden van cybercriminelen. Menselijke augmentatie - het proces van het opnieuw creëren of verbeteren van onze fysieke en mentale vermogens - was voorheen voorbehouden aan sciencefiction, maar wordt werkelijkheid nu digitale technologie een steeds belangrijker onderdeel van ons dagelijks leven is geworden.
Dit blijkt uit onderzoek van Kaspersky Lab onder 14.500 volwassenen in 16 landen in Europa en Noord-Afrika. Italianen blijken het meest geneigd te zijn om menselijke augmentatie te overwegen (81%) en Britten het minst (33%). Sommige respondenten spraken daarbij de wens uit om smartphones met hun lichaam te verbinden.
De meeste respondenten gaven aan dat ze wilden dat menselijke augmentatie werd gebruikt voor het welzijn van de mensheid. 53% zei daarbij dat het zou moeten worden gebruikt om de kwaliteit van leven te verbeteren. Over de hele linie was het doel van elke menselijke augmentatie, in ieder land, het verbeteren van de algehele lichamelijke gezondheid (40%) of het gezichtsvermogen (33%).
Er blijven echter twijfels bestaan, zoals de vrees dat augmentatie beperkt blijft tot de rijken (69%). Bijna negen op de 10 (88%) respondenten aangaven bang zijn dat hun lichaam gehackt zou kunnen worden door cybercriminelen.
Marco Preuss, directeur van het Global Research & Analysis Team Europe bij Kaspersky: “Menselijke augmentatie is tegenwoordig één van de belangrijkste technologische trends. We zien nu al dat een breed scala aan praktische toepassingen wordt ingezet, zoals het bioprinten van organen. Mensen hebben gelijk als ze op hun hoede zijn, want we hebben gemeenschappelijk overeengekomen normen nodig om ervoor te zorgen dat augmentatie zijn volledige potentieel bereikt en de risico's tot een minimum beperkt."
Uit het onderzoek blijkt verder: