Microsoft: Russische, Chinese en Iraanse hackers bemoeien zich met verkiezingscampagne

Russische, Chinese en Iraanse hackers hebben zich op de Amerikaanse presidentsverkiezingen gestort, zo heeft volgens nieuwszender CNN donderdag softwaregigant Microsoft meegedeeld. Het zegt het merendeel van die aanvallen te hebben opgemerkt en afgeslagen.

De aanvallen en pogingen daartoe waren de afgelopen weken onder andere gericht op mensen die werkten aan verkiezingscampagnes van de Democratische presidentskandidaat Joe Biden of de Republikeinse president Donald Trump.

Daarnaast merkte Microsoft op dat veel aanvallen gericht waren tegen politiek adviseurs. De hackersgroep uit Rusland, door Microsoft aangeduid als Strontium, zou cyberaanvallen hebben uitgevoerd op meer dan tweehonderd organisaties. Daarbij zaten campagneteams, politiek adviseurs en belangengroepen.

Fancy Bear

Strontium staat ook wel bekend als Fancy Bear en wordt gelinkt aan veel grote cyberaanvallen in de afgelopen jaren. Hackers van deze groep zouden onder meer zijn binnengedrongen bij de Amerikaanse Democratische Partij.

De Chinese hackersgroep, door Microsoft aangeduid als Zirconium, richtte zich onder andere op campagnemedewerkers van de Democraat Biden. De Iraanse hackersgroep Phosphorus had het volgens het softwareconcern gemunt op het campagneteam van Trump.

Tegelijkertijd werd bekend dat het ministerie van financiën, via de afdelingen die buitenlandse bezittingen controleert, vier personen die aan het Kremlin gelieerd zijn sanctioneert vanwege inmenging in de verkiezingen van 2020.

Manipuleren

Een van hen is Andrii Derkach, die nauwe banden zou hebben met de Russische inlichtingendiensten en die op aanwijzing van Russische spelers geprobeerd zou hebebn 'het Amerikaanse politieke proces the manipuleren om het Russische belang in Oekraïne te bevorderen. Deze operatie zou voor verkiezingsdag een climax bereiken', aldus een persbericht.

De andere drie Russen die op een sanctielijst komen zijn verboden aan het beruchte Internet Research Agency, dat in 2016 veel desinformatie verspreidde onder de Amerikaanse bevolking. Artem Lifshits, Anton Andreyev, en Darya Aslanova zouden de crypto-accounts van IRA gesteund hebben.

'Deze actie zendt een duidelijk een signaal: de Verenigde Staten twijfelen niet om alle middelen die het op nationaal niveau ter beschikking heeft in te zetten om te reageren op buitenlandse actoren die zich proberen te mengen of op welke manier dan ook invloed uit te oefenen op ons verkiezingen', klinkt het.

In samenwerking met Datanews