Minister Grapperhaus herhaalt waarschuwing voor IT-bedrijven met kinderporno op servers

Minister Ferdinand Grapperhaus van Veiligheid en Justitie waarschuwt dat 'lakse en foute ICT-bedrijven' nog twee maanden de tijd hebben om hun servers op te schonen van kinderporno. Indien zij in september onvoldoende stappen hebben gezet, worden hun bedrijfsnamen openbaar gemaakt.

ICT-bedrijven hebben met behulp van de HashCheckService in de eerste helft van dit jaar ruim 10.000 afbeeldingen van seksueel kindermisbruik gedetecteerd en verwijderd. HashCheckService maakt gebruik van een techniek die 'DNA-kenmerken' van een foto omzet in een geanonimiseerde code. Door naar deze codes te zoeken kunnen ICT-bedrijven kinderporno identificeren en gericht verwijderen. In sommige gevallen wordt geprobeerd deze code te veranderen door kleine aanpassingen te doen aan afbeeldingen. Door ook te zoeken naar de DNA-kenmerken waarop deze code is gebaseerd is het mogelijk ook deze aangepaste afbeeldingen te identificeren.

Ruim 10.000 afbeeldingen verwijderd

De database van de HashCheckService bevat inmiddels ruim 1,4 miljoen unieke codes van bekend online kinderpornografisch beeldmateriaal. De database wordt aangevuld met codes uit nieuwe afgeronde strafrechtelijke onderzoeken en groeit dus. Bedrijven hebben met deze database in de eerste helft van dit jaar 67 miljoen afbeeldingen online gecheckt. Als resultaat hiervan zijn ruim 10.000 afbeeldingen verwijderd.

Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus: "Begin juni heb ik de zandloper omgedraaid. Ze hebben een laatste kans gekregen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen door hun servers op te schonen van kinderporno. De hosters hebben nu nog twee maanden. Als zij in september geen orde op zaken hebben gesteld en opnieuw voorkomen in een meting van de TU Delft, dan maak ik hun namen bekend. Hosters moeten ervan doordrongen zijn dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om kinderen online te beschermen tegen misbruik."

Internationale aanpak

Een internationale aanpak is volgens de minister noodzakelijk om online kinderporno uit te bannen en slachtoffers beter te beschermen. Grapperhaus is dan ook blij dat de voorgestelde gemeenschappelijke en gecoördineerde Europese aanpak van online kinderporno verder wordt besproken tijdens het Duitse voorzitterschap. "Alleen door internationaal samen te werken in de strijd tegen online kinderporno kunnen we zorgen dat onze kinderen veilig zijn voor deze gruwelijke plaag op internet. Nu al zien we dat door de Nederlandse aanpak criminelen uitwijken naar andere landen. Dat is voor Nederland een succes, maar geen oplossing van dit gruwelijke probleem. Het blijft dan bedreiging voor onze kinderen", zegt de minister.