Redactie - 30 juni 2020

Het verhaal achter cijfers en data

Ons leven wordt digitaler en meer en meer cijfers en data zijn steeds makkelijker te vergaren, te vinden en te presenteren. In een aardig verhaal van Renee van de Nat in mei op het J.Lab ging hij wat dieper in op datajournalistiek. Aanleiding was de groeiende dashboards met corona-nieuws en dus ook met allerhande tabellen, grafieken en datasets om de ontwikkeling wereldwijd inzichtelijker te maken. Achter elk getal zit een verhaal: is het absoluut of relatief, is het een piekwaarde of gemiddeld, is het een eenmalige meting of het resultaat van vele. Immers, data of cijfers zonder context is nog geen informatie. In een eerdere blog ‘datageletterdheid’ beschreef ik al dat met de groeiende hoeveelheid data om ons heen, het ‘kunnen’ werken met data steeds meer een vak aan het worden is. Daar is data-journalistiek er één van. Maar dat geldt voor heel veel onderzoeksprocessen zoals auditen.

Mensenwerk

Hoe we ook processen weten te automatiseren, het ‘verhaal’ achter veel cijfers en data zal vaak mensenwerk blijven. Met kunstmatige intelligentie kunnen we natuurlijk steeds meer herkennen ‘in’ die cijfers en data, maar de ‘finishing touch’ blijft vaak toch mensenwerk, hoe weinig inhoudelijke inspanning dat ook zal kosten. Eerder heb ik al eens beschreven in ‘Mens, machine en moraal’ dat wijsheid meer is dan kennis en intelligentie. Hoe zeer kennissystemen en kunstmatige intelligentie ons kunnen ondersteunen, wijsheid kunnen toepassen blijft voorlopig nog mensenwerk. Dat zien we bijvoorbeeld ook in de wereld van audits en accountancy: er zullen taken makkelijker worden, deels gerobotiseerd worden maar niet echt verdwijnen. Uiteindelijk moet een algemene conclusie worden getrokken om het echte verhaal achter de cijfers en de data te duiden.

We herkennen deze ontwikkeling in veel financiële en administratieve processen. Door digitalisering kan data zó worden gerepresenteerd, dat het direct logische en begrijpelijke informatie is. Of we het nu over notarissen, fiscalisten, advocaten, controllers, auditors of accountants hebben, hoezeer hun werk met (veel) minder rekenwerk en inspanning kan worden uitgevoerd, ze blijven nodig. Maar ze zullen wel ‘data-savvy’ moeten worden. Savvy in de zin van slim, onder de knie hebben en met ‘gezond verstand’. Kern is en blijft het analyseren van cijfers en data en daarvan een begrijpelijk verhaal maken voor een persoon of een instantie die daar iets mee moet, maar ook mee kan doen. Cijfers vertellen altijd een verhaal, maar dat verhaal gaat pas leven als je er over praat. De kunst van storytelling: als je begrijpt wat en waarom iets gebeurt. Als je begrijpt of het een incident of een trend is. Een ongelukkige gebeurtenis of een logische ontwikkeling. En zeker weten dat je niets bent vergeten, actueel bij Wirecard, waar 1,9 miljard euro ‘zoek‘ was. Wat een systeem niet weet of ziet, zal het ook niet weergeven.

De basis is besef

Het businessmodel van bedrijven gaat veranderen, stelt Alex Dowdalls in een artikel in Executive Finance: ‘Data komt op de eerste, de tweede en derde plaats’. Deze Nyenrode docent ziet deze verandering al plaatsvinden. Twintig jaar geleden ging het om de rol van de mens in het business proces. Nu komt data op de eerste plaats, een 1800andere benadering. We creëren en gebruiken data-gedreven businessmodellen en die vragen een totaal andere bedrijfsvoering. De grootste boodschap voor CFO’s is: ‘Je moet het snappen’. Het is een fundamenteel andere manier van inrichten van je bedrijf. Primair gericht op data met de processen daar omheen. Dat vraagt natuurlijk ook een digitale infrastructuur waar je zelf de regie over voert, of die nu bij anderen staat of bij jezelf.

Executives en toezichthouders kunnen hier niet meer omheen. Hun rol zal dus ook veranderen. Ze zullen gebruikmaken van diepe kennissystemen, van kunstmatige intelligentie, van geautomatiseerde blockchains en van slimme algoritmen. Hun kennis en kunde blijven nodig, maar de techniek zal hen op steeds meer gebieden snel en eenduidig kunnen ondersteunen. Zoals Alex terecht stelt: het begint echt bij de basis. Als je de ‘data-basis‘ niet snapt en daar het belang niet van inziet, kom je niet ver; zie mijn blog ‘Zonder bodem geen pizza‘. Cijfers en data zijn nog steeds opgeslagen in rijen en kolommen, maar als je ze niet bij elkaar kunt brengen, kun je er nog steeds niets mee en moet je alles zelf blijven doen. De ontwikkeling van datalakes op het gebied van big data analytics gebeurde niet voor niets. De data moest in het gezamenlijke datalake of ‘datameer’ samen komen om daar die overlappende analytics te kunnen doen.

Data is macht

Iemand die zijn data digitaal op orde heeft, heeft een voorsprong op de rest. Het voorbeeld dat wordt genoemd is Google: het bedrijfsproces van Google is datacentrisch en digital first. Daarom is Google zo machtig geworden, zij hebben niet alleen meer data dan vele anderen, maar ze hebben het ook nog eens georganiseerd. Alle nieuwe digitale processen starten vanuit de data. Data over je organisatie, de markt, je medewerkers, je partners, je leveranciers noem maar op. Dus die data als ‘grondstof’ voor je digitale proces moet goed, eenduidig, comptabel en van de hoogste kwaliteit zijn. Immers garbage in, garbage out. Geen enkel proces kan kwalitatieve output leveren als de input al niet goed is.

De aanpak van je dataplatformen is de grootste uitdaging bij elke digitale transformatie. Zoals we ook bij FutureXL steeds verkondigen: om succesvol te transformeren, begin je niet bij de applicaties maar bij de data. We moeten van applicatie-centrische architecturen naar data-centrische architecturen. Ik verkondig vaak het poëzie rijmpje: ‘Processen en applicaties vergaan, maar data en informatie blijft altijd bestaan’. Organisaties zullen dus datacentrisch moeten gaan werken. Dat zijn fikse uitdagingen voor de (oudere?) executives die niet als ‘digital native’ of zelfs enigszins digitaal zijn opgegroeid. Als je absoluut niet datageletterd bent, is het bijna onmogelijk in deze transformaties nog leidend te kunnen zijn. Wellicht moeten zij dat accepteren en deze taak heel bewust overdragen aan de jongere generatie. In mijn eerdere blog ‘De Phoenix en generatie N’ gaf ik dat advies ook al.

Nieuw maar ook weer niet

De beschikbare digitale techniek maakt heel andere vertrekpunten en benaderingen van product, markt, klant en ecosysteem mogelijk. Anderzijds blijft het ‘business als usual‘: er moet omzet worden gedraaid, er moet marge en winst zijn, cashflow blijft belangrijk net zoals klanttevredenheid, concurrentiekracht en gezonde en gemotiveerde medewerkers. Alleen het gebeurt grotendeels in een virtuele wereld die we digitaal noemen. En ‘onzichtbare’ wereld die af en toe fysiek zichtbaar is maar grotendeels onzichtbaar in de vorm van elektronische architecturen, platformen, netwerken en systemen bestaat. Niet alleen op zichzelf al van waarde is maar – belangrijker – waarde kan toevoegen aan onderneming en vooral de klant. Niet anders dan vroeger.

Omdat én het proces virtueel is én vaak als clouddienst snel is te ontwikkelen en aan te passen, is de dynamiek honderden keren groter geworden. Elke verandering in product, markt, klant of wetgeving kan in dagen, uren of zelfs minuten worden ingebracht in proces en applicatie. Die dynamiek is nog vaak het lastigste voor executives die zijn opgegroeid in een tijd van mainframe, backoffice systemen, werkstations en PC’s. De virtuele en mobiele wereld is seconden en minutenwerk. En klant die niet binnen enkele seconden contact heeft, binnen minuten zijn informatie krijgt en binnen een uur met jouw product aan de gang kan, kijkt snel naar anderen die dat wel kunnen. Zowel data áls de snelle digitale wereld begrijpen, zijn de belangrijkste succesfactoren voor digitale transformaties.

Door: Hans Timmerman (foto), directeur van Fortierra