Redactie - 23 juni 2020

Veeam ziet erkenning voor cloud datamanagement

Veeam ziet erkenning voor cloud datamanagement image

Organisaties gaan in toenemende mate schuiven met workloads tussen clouds, tussen cloud en on premise. Zo blijkt uit een studie die Veeam heeft laten uitvoeren. “Wij spreken ook niet meer van back-up, maar van cloud data management”, zegt Ronald Ooms (foto), Vice President NEMEA bij Veeam. De studie leert hem dat zijn bedrijf de juiste strategie volgt.

Om met dat laatste te beginnen; daarmee verwijst Ooms naar VUL: Veeam Universal License. Zijn collega Lloyd Hopper, Senior Director Technical Sales, legt uit: “Met VUL kun je moeiteloos schakelen tussen clouds. Het maakt niet uit waar de workload is of naar toe gaat; VUL is een flexibel en overdraagbaar licentiemodel. Hiermee kunnen organisaties elk type workload eenvoudig beschermen: cloud, virtueel en fysiek, on premises en in public clouds. We hebben het over gegevensbescherming in een multi-cloud omgeving; zonder zorgen en zonder gedoe. En daarmee spelen wij in op de marktontwikkelingen.”

Cloud groeit

Terug naar het Data Protection Report, een onderzoek dat Veaam jaarlijks laat uitvoeren. Dit keer is de inbreng van ondervraagden uit de Benelux ‘behoorlijk groot’, aldus Ooms.

De studie is verricht onder meer dan 1500 willekeurige ondernemingen wereldwijd (200 uit de Benelux). Zij is een van de meest volledige onderzoeken naar back-up en beschikbaarheid van data. Zij gaat in op databescherming anno 2020, digitale transformatie en IT-modernisering, de invloed van downtime en dataverlies, oplossingen en scenario’s voorbij het back-up-tijdperk, en cloud en cloud databeheer.

Op dit moment hebben organisaties nog 38 procent van hun fysieke servers in het eigen datacentrum staan, maar over twee jaar ligt dat percentage op 29. Het percentage virtuale machines on prem blijft op 30 procent zijn. De groei zit in het aantal cloud hosted vm’s. Dat gaat van 32 procent naar 41 procent. “Dat de cloud groeit, is voor ons geen verrassing”, luidt Ooms’ commentaar.

Reality gap

Waar Ooms en Hopper wel enigszins verbaasd over zijn is de grootte van de reality gap: het verschil tussen wat je in de werkelijkheid nodig hebt en welke middelen in de praktijk ten dienste staan. Bijvoorbeeld over de wenselijkheid om applicaties snel te kunnen herstellen en de mogelijkheid om ze in het dagelijks leven inderdaad vlot weer in de lucht te kunnen hebben. Hier is de reality gap 73 procent. Ongeveer hetzelfde geldt voor de wenselijkheid om data tegen verlies te kunnen beschermen en de daadwerkelijke mogelijkheid om ze de juiste protectie te bieden. Hier is de reality gap 69 procent.

“Dat gat is best groot”, reageert Ooms. “Dat is zeker een punt van aandacht in onze gesprekken met klanten.”

Kennisgebrek

Gevraagd naar uitdagingen die organisaties zien bij databescherming, prijkt gebrek aan kundig personeel bovenaan met 42 procent; gevolgd door gebrek aan financiën voor nieuwe initiatieven (40 procent). Beveiliging (of althans het ontbreken daarvan) topt de antwoordenlijst op de vraag naar de uitdagingen in het komende jaar in het algemeen. Direct gevolgd door (alweer) gebrek aan kundig personeel.

Ooms: “Organisaties blijven met een gevarieerde workload zitten met een enorme complexiteit als gevolg. Het is bijzonder lastig om in een gemengde omgeving te blijven zien wat je moet doen om data goed te beschermen. Het onderwijs zou meer aandacht aan dit onderwerp moeten besteden. En wij pakken trouwens zelf ook de handschoen op: door trainingen en ondersteuning doen we ons best om het kennisniveau te verhogen aangaande databescherming in complexe omgevingen.”

Wat Hopper dwars zit, is dat 28 procent van de ondervraagden aangeeft dat bestuurders van het bedrijf onvoldoende steun geeft aan de omvorming naar een digitaal opererende organisatie. Ook Ooms noemt het gebrek aan ondersteuning door het senior management opvallend en zorgwekkend. “Zij hebben een houding van: is dat allemaal wel nodig; het gaat nu toch ook goed? Dat houdt innovatie tegen.”

Alles kritisch

Om data goed te beschermen, moet je weten hoe belangrijk welke gegevens voor de organisatie zijn. Maar dataclassificatie blijkt voor de meeste ondernemingen nog een brug te ver. “Heel vaak horen wij van klanten dat zij niet goed in de gaten hebben welke data kritisch zijn en welke niet”, vertelt Hopper. “Het gevolg is dat ze dus alles maar als kritisch beschouwen. En dus feitelijk te veel geld uitgeven aan databescherming,”

Infrastructuur

Het vragenonderdeel naar downtime en de effecten daarvan voor de organisatie geeft volgens het tweetal verrassende inzichten. “Allereerst blijkt het heel lastig om aan te geven wat het effect is als de boel plat gaat. Als je al niet weet wat de waarde is van jouw data, is dat ook moeilijk te kwantificeren. Opvallend is dat een groot deel antwoordt dat de afgelopen twee jaar een ongeplande downtime minder dan een kwartier heeft geduurd. Dat lijkt ons, gezien de dagelijkse praktijk, onwaarschijnlijk. Wij denken dat een outage van meer dan vierentwintig uur meer de werkelijkheid benadert.”

Ze voegen daaraan toe dat slechts 418 mensen van de kleine 2000 respondenten op deze vragen antwoord heeft gegeven. “De meesten weten het gewoon niet.”

Ooms ziet een tegenstrijdigheid in het antwoord dat de meesten gaven op de grootste uitdaging voor de komende jaren: namelijk cybersecurity, en het feit dat de meeste ongeplande downtime een gevolg is van falen in de infrastructuur. “Daar zouden ze meer oog voor moeten hebben.”

Hergebruik

Databescherming is het hoofdstuk dat na back-up en disaster recovery komt. In het onderzoek is gevraagd naar hoe de IT-pro’s hiernaar kijken. “Dan zie je dat er heel veel belangstelling is om data te hergebruiken. Bijvoorbeeld om testen uit te kunnen voeren. “Maar bij de overheid zien we die wens bijvoorbeeld vanuit de compliancy-gedachte. Met data – en hoe ermee is omgesprongen – kun je aangeven of je aan wet- en regelgeving voldoet. Die informatie heb je al; daar hoef je niet aparte structuren voor in te richten, zoals nu vaak wel gebeurt”, licht Hopper toe.

En de nabije toekomst: Back-up-as-a-Service (BaaS). “Dat ligt ook wel in de lijn der verwachting”, stelt Ooms. “Je ziet dat bijvoorbeeld Gartner ook veel belang hecht aan BaaS. Cloud wordt immers steeds belangrijker. En daar hebben wij ons portfolio op ingericht.”

Door: Teus Molenaar