Wouter Hoeffnagel - 02 april 2020

AP: Gebruik telecomdata in coronacrisis niet zonder meer toegestaan

Het gebruik van telecomdata in de strijd tegen het coronavirus is niet zonder meer toegestaan. Alleen indien daarvoor een wettelijke regeling bestaat is dit mogelijk.

Dit meldt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een reactie op ideeën om locatiegegevens van burgers in te zetten om verspreiding van het virus te remmen. "We zien in andere landen systemen waarbij de overheid locatiegegevens van telecombedrijven gebruikt tegen verspreiding van het coronavirus", zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen. "Ook in Nederland worden dit soort ideeën geopperd. Maar dit kan niet zomaar. Wij hebben gekeken hoe dit eventueel kan, mocht de Nederlandse overheid dit willen."

Democratische controle van het parlement

De AP oordeelt dat een wettelijke regeling noodzakelijk is om dergelijk gebruik van locatiegegevens van burgers mogelijk te maken. Dit kan volgens de toezichthouder met behulp van een spoedwet, maar de AP benadrukt dat dit wel grondig moet gebeuren. De democratische controle van het parlement is hier zeer belangrijk, meldt de AP.

"Het is aan ons parlement om te besluiten of zo’n wet nodig is. Natuurlijk zal de AP snel advies uitbrengen wanneer er een wetsvoorstel ligt", zegt Wolfsen. "Het gebruik van locatiegegevens van burgers door de overheid is zeer ingrijpend. Zo’n maatregel moet in ieder geval duidelijk zijn, in verhouding staan tot het doel ervan en voldoende waarborgen bevatten. Daar zullen wij goed op letten, mocht er zo’n wetsvoorstel komen."

AVG en Telecommunicatiewet

De toezichthouder wijst op de AVG en Telecommunicatiewet, die beide telecombedrijven geen ruimte bieden zomaar gegevens van klanten te delen met de overheid. Dit is alleen toegestaan indien klanten daarvoor zelf toestemming geven of indien gegevens anoniem zijn. Toestemming vragen aan alle Nederlanders is volgens de AP in dit geval te omslachtig.

Dit soort gegevens anoniem maken kan niet, aangezien dit proces 'nooit onomkeerbaar' is. Wie bijvoorbeeld weet waar iemand woont en werkt en deze informatie combineert met geanonimiseerde locatiegegevens van een grote groep mensen, kan met deze combinatie achterhalen wie bij welke locatiegegevens hoort. "Dat maakt van deze gegevens persoonsgegevens en die mag je niet zomaar delen", zegt Wolfsen.

Wat is het doel?

De AP wijst erop dat het beeld bestaat dat het beperkt en onder strenge voorwaarden gebruiken van locatiegegevens de overheid mogelijk kan helpen de verspreiding van het virus tegen te gaan. "Cruciaal is echter wel: met welk doel is dit? Is dat doel alleen handhaving? Of is het om zieke patiënten te volgen, om te kijken met wie een besmette patiënt contact gehad heeft gehad of om gezonde burgers te waarschuwen voor mensen die besmet zijn met het virus? Dat zal echt scherp in zo’n wet moeten staan", stelt Wolfsen. "We moeten altijd blijven bedenken: welke gegevens zijn écht nodig en welke niet. Dus niet: zo veel mogelijk gegevens binnenhalen en dan kijken wat handig is. Nee, goed nadenken en zo beperkt mogelijk data van mensen gebruiken."

Wolfsen stelt dat uitzonderlijke tijden om uitzonderlijke maatregelen vragen. Hierbij dient echter wel het effect en de gevolgen van maatregelen te worden afgewogen tegen de privacy. Wolfsen: "In crisistijd wordt privacy weleens tegenóver veiligheid of volksgezondheid geplaatst. Dat is een valse tegenstelling. We moeten én de volksgezondheid beschermen én ons grondrecht van de privacy. En dat steeds in een juiste balans."

'Geen beslissingen waar we later spijt van krijgen'

"De zorg, de overheid en allerlei andere partijen werken nu keihard aan de bestrijding van deze crisis. Natuurlijk staat de volksgezondheid nu op nummer één. Maar we moeten nu geen beslissingen nemen waar we later spijt van krijgen. En dus steeds goed blijven nadenken."

"We moeten voorkomen dat we nu ons recht op privacy overboord gooien. Dat we nu een surveillancemaatschappij optuigen waar we dan na de coronacrisis mee zitten opgescheept. Daarom is de controle van ons parlement ook zo belangrijk. We leven in een net, democratisch land. Dat geldt juist óók in crisistijd", besluit Wolfsen.