Witold Kepinski - 04 december 2019

KPMG: Investeringen in infrastructuur cruciaal voor succes elektrisch rijden

De groei van het aandeel elektrische voertuigen in het Nederlandse wagenpark gaat veel sneller dan verwacht. Steeds meer fabrikanten nemen drastische maatregelen om geld vrij te maken voor investeringen in elektrificatie en nieuwe vormen van mobiliteit, zoals forse kostenreducties, fusies en vormen van samenwerking. Daarmee groeit het aanbod van elektrische voertuigen in Nederland de komende jaren in hoog tempo en wordt deze vorm van vervoer ook op steeds grotere schaal bereikbaar voor de consument en de zakelijke rijder.

Dit blijkt uit het rapport ‘Mobility 2030, a perspective for organizations across the Dutch ecosystem’ van KPMG. “Nederland kan dus niet meer om elektrisch rijden heen”, zegt Stijn de Groen, Lead voor Mobility 2030 bij KPMG. “Er is geen weg meer terug. Het is bovendien van groot belang dat vanuit de verschillende sectoren nagedacht wordt over de investeringen voor een blijvende groei in duurzaam vervoer. Investeringen die gericht moeten zijn op betaalbare mobiliteit, op het ontzorgen van mensen met een elektrisch voertuig en het verbeteren van de oplaadmogelijkheden. En een heldere visie van de overheid op onze toekomstige mobiliteit is nodig om het momentum niet te verliezen.”

Fors investeren in randvoorwaarden

Om niet achterop te raken op andere landen moet volgens De Groen op korte termijn flink geïnvesteerd worden in een groot aantal sectoren. “Hierbij gaat het onder meer in investeringen in de randvoorwaarden die nodig zijn om het elektrisch rijden tot een succes te maken. Nederland loopt samen met Noorwegen voorop in Europa. Om deze positie te kunnen vasthouden is het van groot belang dat het huidige elektriciteitsnet wordt aangepast zodat de piekbelasting door snelle groei van het aantal elektrische auto’s kan worden opgevangen. En wij moeten flink investeren in het ontwikkelen en aansluiten van ‘smart grid’ initiatieven voor elektrische voertuigen zodat vraag en aanbod van energie op lokaal niveau beter wordt gebalanceerd. Ook het oplossen van de huidige knelpunten om initiatieven van duurzame energie aan te sluiten op het huidige netwerk moet meer aandacht krijgen. Daarnaast moet geld worden vrijgemaakt om mensen te stimuleren om hun oude, meer vervuilende voertuig van de weg te halen.”

Versneld afstappen van fossiele brandstoffen

Om klimaatdoelstellingen te behalen en de luchtkwaliteit in de stedelijke omgevingen te verbeteren, moet de overheid volgens De Groen alles op alles moeten zetten om versneld af te stappen van de fossiele brandstoffen. De Groen: “Vooral omdat onze mobiliteit een belangrijk deel van de totale uitstoot vormt. Stabiel overheidsbeleid is dan ook essentieel, waarbij diverse instrumenten ingezet kunnen worden om de belangrijke klimaatdoelstellingen te realiseren. Het wegnemen van de onzekerheid als het gaat om bijtellingsregels en andere fiscale prikkels, de verschuiving van betaling op basis van bezit naar betalen naar gebruik en het stimuleren van het (ver)sneld uit-faseren vervuilende auto’s zijn hiervan voorbeelden.”

Doorpakken met autonoom vervoer en Mobility-as-a-Service

Naast de benodigde investeringen in de verdere uitrol van elektrische voertuigen, zullen de verschillende Nederlandse sectoren ook op het gebied van connected en autonoom vervoer en Mobility-as-a-Service concepten moeten doorpakken. De Groen:” Hoewel Nederland begin dit jaar nog leidend was in de ranglijst van landen het best voorbereid zijn op de komst van de zelfrijdende auto vormt dit geen garantie voor een succesvolle introductie van autonome auto’s. Om autonoom rijden in Nederland mogelijk te maken zijn grote investeringen noodzakelijk, onder meer in de ondersteunende Vehicle to Vehicle en Vehicle to Infrastructure communicatie-infrastructuur. Met Mobility-as-a-Service (MaaS) concepten krijgt de reiziger toegang tot een naadloos verbonden, multimodale vervoersdienst, ontsloten via één provider. Om de uitrol van MaaS tot een succes te maken is een ‘level playing field’ essentieel, net als gerichte data uitwisseling en een brede samenwerking in het ecosysteem. MaaS biedt veel potentie. Maar alleen een integraal, flexibel en betaalbaar dienstenaanbod is afdoende om op grote schaal te kunnen overtuigen. Dat ontbreekt nu nog waardoor Nederland ook op dit thema nog niet echt door kan pakken. De komende jaren worden door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met marktpartijen zeven MaaS-pilots geïnitieerd om te begrijpen hoe het MaaS-concept in Nederland verder kan worden geïmplementeerd. Dat is een goede stap maar het is wel zaak dat die leerervaringen vervolgens op afzienbare termijn ook op landelijk niveau kunnen worden toegepast”