Redactie - 29 november 2019

Nederland moet positie van digital mainport koesteren

Nederland moet positie van digital mainport koesteren image

Nederland is een typisch dienstenland. Met een van de grootste havens ter wereld, is Rotterdam de toegangspoort naar continentaal Europa. Inmiddels is ons land niet alleen een fysieke mainport, maar ook een digitale, gezien de enorme toename van datacenters, vooral in de Randstad. Naast internationale spelers als Equinix, Microsoft en Google zijn er ook tal van Europese en lokale partijen die inspelen op de toenemende vraag naar datacentercapaciteit.

We hebben in dat verband het voordeel van een uitstekende digitale infrastructuur, die de basis vormde voor een sterk digitaal ecosysteem van internationale techbedrijven en hun hoofdkantoren die Nederland goed wisten en weten te vinden. Dankzij deze bedrijven is de datacenter- en cloudindustrie nu een economische factor van belang geworden. Volgens cijfers van de Dutch Data Center Association (DDCA) is de totale digitale sector nu goed voor zo’n 25 procent van het bruto binnenlands product. De branche zorgt verder voor 20 procent van alle directe buitenlandse investeringen in ons land.

Daarnaast is digitale transformatie een belangrijke leverancier van werkgelegenheid. Het CBS schat de totale Nederlandse interneteconomie op een waarde van 110 miljard euro, goed voor 333.000 fulltime-banen, waarvan 264.000 in de internetgerelateerde IT. Onderzoek uit 2018 van bureau Pb7 laat zien dat de Nederlandse datacentermarkt verantwoordelijk is voor bijna 13.000 banen en een economische bijdrage levert van ruim een miljard euro.

Dit doorslaande succes heeft ook een keerzijde. Datacenters zijn grootafnemers van stroom en door concentratie van nieuwe datacenters in de randstand – vooral rond Amsterdam en Haarlemmermeer – kwam de stroomvoorziening in de knel. Daardoor was het nodig om in deze regio een voorlopige bouwstop af te kondigen, totdat er meer zicht was op een effectievere en efficiëntere oplossing. Die oplossing moet komen van de netbeheerders – die niet alleen te maken hebben met een toenemende vraag, maar ook veel energie moeten steken in de energietransitie.

Wind en zon zijn belangrijke energiebronnen, maar veel minder voorspelbaar dan een gasturbine in een energiecentrale. Een van de alternatieven is meer spreiding van locaties door Nederland, een stap die de branche ook voorstaat. Zo bepleit de DDCA het ontwikkelen van meerdere internetknooppunten in Nederland wat bijdraagt aan het verbeteren van de positie van Nederland. De redenatie is ‘hoe meer internetknooppunten, hoe meer back-up en hoe steviger de digitale economie’.

Juist omdat energie zo’n belangrijk thema is voor de datacenterbranche, wordt er in deze sector ook hard gewerkt aan innovatie en duurzaamheid. Enerzijds gaat het om het zoeken naar manieren om zuiniger om te gaan met energie. Een sterk voorbeeld is het Nederlandse bedrijf Incooling dat processors in datacenters met nieuwe technieken wil koelen. Dat gebeurt tot nu toe vooral met ventilatietechnieken of water. Incooling wil de processors zelf koelen met koelvloeistof in een koelblokje dat op de chip wordt geplaatst. Volgens het bedrijf kan dat een energiebesparing tot wel 50 procent opleveren, vergeleken met gangbare koelingsmethodes. De techniek die het gebruikt, is ontwikkeld voor de deeltjesversneller van CERN in Zwitserland.

Een ander voorbeeld is Google, dat fors gaat investeren in groene energie. Het bedrijf wil grote aantallen zonnepanelen en windturbines aanschaffen. De helft van de nieuwe energieprojecten komen in Europa - en dan met name Noord-Europa - van de grond: het gaat om 793 megawatt aan groene energie. In België komt er onder meer een offshore windenergieproject, dat 92 megawatt aan energie moet opleveren. Er staan verder zonne-energieprojecten op het programma in Denemarken en windenergieprojecten in Zweden. In Finland gaat om twee windenergieprojecten. In totaal steekt Google een miljard euro in groene energie in Europa.

Deze initiatieven zijn van groot belang om de duurzaamheid van de digitale industrie op de lange termijn te waarborgen en innovatie op de agenda te houden. Zij onderstrepen dat de datacentersector het milieu serieus neemt en hard werkt aan emissiereductie terwijl er op hetzelfde moment in de branche hard wordt gewerkt aan een gezonde economie en een succesvol bedrijfsleven.

Hier liggen ook uitdagingen voor de overheid. Ik heb al eerder gepleit voor een apart ministerie voor technologie. Ik blijf dat doen. Want technologie is te belangrijk om alleen aan de bedrijven over te laten. Ook de overheid moet hier haar rol pakken n de randvoorwaarden scheppen om op terreinen als infrastructuur, onderwijs, zorg en klimaat de inzet van technologie te stimuleren. Met een aparte minister voor technologie is recht te doen aan de cruciale rol die technologie nu en in de toekomst speelt.

Ronald Ooms, Veeam