Redactie - 22 november 2019

AWS: vooroplopen betekent niet bang zijn voor falen

AWS: vooroplopen betekent niet bang zijn voor falen image

Organisaties moeten het niet erg vinden als innovatieve experimenten mislukken. Het helpt als de kosten beperkt blijven en de inspanningen agile plaatsvinden. Dat zeggen Kamini Aisola van AWS en professor Bettina Büchel van de in Zwitserland gevestigde business school IMD in gesprek met Dutch IT-channel / Executive-People.

Als de experimenteerkosten laag zijn, hoef je niet te bang zijn om te falen, steekt Büchel van wal. ‘Hoe goedkoper de pilots, hoe laagdrempeliger het is om te experimenteren. Als de kosten te hoog zijn, ontstaat sneller weerstand tegen proefballonnetjes. Dat zal de innovatie afremmen.’

Aisola, general manager Benelux bij Amazon Web Services (AWS) wijst erop dat organisaties goedkoop, flexibel en zonder diepgaande skills kunnen schakelen met behulp van cloud computing en microservices. ‘Zulke ontkoppelde architecturen dragen bij aan snelle productontwikkeling. Dat is nodig om snel in te springen op de wensen van de klant. Het stelt organisaties in staat om in korte tijd een ‘minimal viable product’ te lanceren dat ze nadien kunnen bijschaven op basis van de feedback van klanten.’

Bij snelle innovatie gaat het niet enkel om de gebruikte IT-architectuur en technologie, maar ook om de wijze waarop het team met innovatie aan de slag gaat. Agile delivery is daarbij een gangbare methode, weet Aisola. ‘Kleine teams die zo dicht mogelijk tegen de eindgebruiker zitten, kortcyclisch opleveren en zoveel mogelijk beslissingen zelfstandig mogen nemen. Zo werken onze eigen ontwikkelteams ook. De cloud leent zich uitstekend voor deze manier van werken. Er zijn weinig belemmeringen en je hebt geen interne gatekeepers nodig.’

Strategic agility

Goede feedback is eveneens essentieel voor het slagen van experimenten en succesvolle doorvoering van initiatieven. Bettina Büchel, professor Strategy & Organization aan IMD, weet er alles van. Ze schreef kortgeleden een boek over strategic agility. Dat is het proces waarbij organisaties talent en budget flexibel inzetten voor innovatie, zonder de beperking van meerjarige bedrijfsdoelen en begrotingen.

Büchel is groot voorstander van piloting om onzekerheid te verminderen en betrokkenheid te vergroten. ‘Met pilotprojecten kun je snel en op kleine schaal bewijzen dat een nieuw idee of product de organisatie op strategisch niveau verder helpt. Nog voordat je het opschaalt. De betrouwbaarheid staat of valt echter met de feedback die je ontvangt vanuit de doelgroep. Bij een pilot van bedrijfssoftware zijn dat interne medewerkers, bij een pilot van een nieuw product zijn dat externe klanten.’

‘Maar wie vraag je om feedback?’, vraagt Büchel zich retorisch af. ‘Onder je eigen medewerkers kies je degenen met een kritische blik, maar onder je klanten ben je waarschijnlijk meer gebaat bij vooroplopende enthousiastelingen die bereid zijn om er tijd in te investeren. In beide gevallen wil je zogeheten ceremoniële adoptievoorkomen. Daarbij geven de proefpersonen sociaal wenselijke feedback, terwijl ze het idee uiteindelijk toch niet willen gebruiken.’

Co-creatie

Om ceremoniële adoptie te voorkomen, moeten de motieven van de uiteindelijke gebruikers nooit conflicterend zijn aan de zakelijke doelen. ‘Als je de klant of interne medewerker niet weet te overtuigen, houdt het op’, zegt de professor. Volgens haar is het daarom belangrijk dat de gekozen deelnemers aan de pilot daadwerkelijk bereid zijn om er eigen tijd en moeite in te steken. ‘Een geslaagd pilotproject is gestoeld op co-creatie met de eindgebruiker. En er moet voldoende aandacht zijn voor de kwaliteit, gebruiksvriendelijkheid en wenselijkheid van hetgeen je test. Alleen dán levert een pilot echt wat op.’

Voor betrouwbare feedback is het volgens Büchel ook van belang dat je goed nadenkt hoe en waar je de pilot uitvoert. Je moet de locatie, vestiging of land waarin de test plaatsvindt, zodanig kiezen dat ook gebruikers elders zich erin herkennen. ‘Als een product- of softwarepilot wordt uitgevoerd in het ene land, hoe groot is de kans dat mensen in andere landen zich daarmee identificeren of hen als geloofwaardige vooroplopers ziet? Weet je zeker dat iets wat op de pilotlocatie werkt, elders ook werkt?’

Ook voor AWS is gebruikersfeedback erg relevant, haakt Aisola aan. Ze vertelt dat meer dan 90 procent van de features die AWS ontwikkelt, het resultaat is van terugkoppeling door klanten. ‘Dat is heel wat anders dan gewoon maar iets ontwikkelen waarvan je denkt de klant er iets aan heeft, zonder daadwerkelijk te weten of er behoefte aan is.’ AWS haalt de feedback actief op bij de klanten, vertelt ze. Meestal loopt dat via de productmanagers en de accountmanagers. ‘Die werken vaak samen met interne teams om feedback te verkrijgen en intern te delen.’

Vaardigheden

Behalve de betrokkenheid van geëngageerde testers op de juiste locatie, hangt het succes van agile projectuitvoering ook af van de vaardigheden van het projectteam. Büchel: ‘Het is een groot voordeel als het team beschikt over skills als hyperawareness, waarbij je continu alert bent op nieuwe kansen en mogelijkheden. Daarnaast helpt het als je weet hoe je de juiste informatie vergaart en deze vervolgens gebruikt voor de juiste beslissingen. Is een pilot succesvol, wat werkte wel en wat werkte niet?’

‘De juiste vaardigheden dragen ook bij aan snelheid en kwaliteit bij de uitvoering niet onbelangrijk’, vervolgt Büchel. ‘Bij agile heb je nu eenmaal met hele korte ontwikkeltijden te maken. Zelfs een complexe organisatie zoals een chemische fabriek, kan projecten agile uitvoeren. Weliswaar niet in het software sprintritme, maar nog altijd iteratief, incrementeel en sneller dan andere ontwikkelmethoden.‘

Büchel weet dat agile projectuitvoering voor veel organisaties een grote stap betekent. En dan vooral in het management. ‘Veel bedrijven zijn top-down georganiseerd. Senior managers zijn opgegroeid met het idee dat ze hun bedrijf op een bepaalde wijze moeten leiden. Nu merken ze dat hun leiderschap wordt uitgedaagd door de komst van agile execution. Een organisatie veranderen vergt een ander type leider’, besluit de IMD-professor. ‘Aanpassingen om agile te worden, zijn lastig. Het is niet alsof je zomaar de ene technologie voor de andere inwisselt.’

Door: Diederik Toet