Witold Kepinski - 13 juli 2019

Amsterdam en Haarlemmermeer stoppen bouw van nieuwe datacenters

Om meer regie te krijgen op de vestiging van datacenters hebben Amsterdam en Haarlemmermeer allebei een voorbereidingsbesluit genomen, waarmee in afwachting van nieuw regionaal beleid de vestiging van datacenters tijdelijk wordt stopgezet. Belangenorganisatie Dutch Data Centers betreurt het besluit.

Het aantal en de omvang van datacenters in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) zijn in de afgelopen jaren sterk toegenomen: inmiddels behoort de MRA tot de regio met de meeste datacenters ter wereld. Datacenters zijn onmisbare voorzieningen geworden voor vrijwel alle inwoners, bedrijven en instellingen, maar ze nemen ook veel ruimte in en leggen vanwege het hoge energieverbruik een groot beslag op het elektriciteitsnet. Op dit moment hebben gemeenten nauwelijks instrumenten tot hun beschikking om te sturen op waar de datacenters komen, of aan welke eisen zij moeten voldoen.

Infrastructuur

Marieke van Doorninck (wethouder Duurzaamheid en Ruimtelijke Ontwikkeling van Amsterdam): “De komst van datacenters is in zekere zin een gevolg van ons eigen consumptie- en leefpatroon: we willen de hele dag online zijn op onze telefoons en laptops. Tot op zekere hoogte zullen we de bijbehorende infrastructuur moeten accepteren, maar de ruimte in Amsterdam is schaars. Als gemeenten willen we daarom meer regie over de vestiging van nieuwe datacenters en we vragen hen ook bij te dragen aan de duurzame opgaven van de stad. We gaan eisen stellen op het gebied van het kosteloos beschikbaar stellen van restwarmte voor de verwarming van woningen en het gebruik van groene stroom.”

Groen

Ook Haarlemmermeer wil zorgvuldig met de ruimte omgaan. Wethouder Mariëtte Sedee (Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Agrarische Zaken) “De ruimte in onze gemeente is van grote waarde. De druk op ruimte is groot met de woningbouwopgave die we hebben en de ruimte die we willen houden voor bedrijvigheid en groen. Het is noodzakelijk pas op de plaats te maken en eerst beleid te formuleren, zodat we meer grip houden op de vestiging van datacenters.”

Tennet en Liander

Het merendeel van vestiging en nieuwe aanvragen van datacenters vindt plaats in Amsterdam en Haarlemmermeer. Op dit moment kan nog nauwelijks gestuurd worden op de vestiging van datacenters, doordat zij vrijwel altijd passen in de bestemmingsplannen en Tennet en Liander een leveringsplicht hebben voor stroom. Gezien het economisch belang van de datacenters, de enorme investeringen (publiek en privaat) en de groeiambitie van de sector in Amsterdam en de regio is nieuw beleid nodig. Doel is dat datacenters zo min mogelijk beslag leggen op de ruimte en (architectonisch) op een goede manier worden ingepast in de omgeving.

Woningen

Datacenters hebben veel restwarmte die nu vaak nog onbenut blijft, terwijl die gebruikt kan worden voor het verwarmen van woningen en zo kan bijdragen aan het verduurzamen van onze warmtevoorziening. Dat is één van de redenen dat de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer de vestiging van datacenters niet helemaal stop willen zetten. Lopende projecten die passen in de lijn van het nieuwe beleid, zullen vooralsnog worden vergund.

Amsterdam en Haarlemmermeer nodigen de datacenter sector uit om mee te denken over de uitwerking van het vestigingsbeleid. Het nieuwe beleid moet eind 2019 gereed zijn.

Update 15-7-2019 : reactie belangenorganisatie Dutch Data Centers:

Als brancheorganisatie van de Nederlandse datacenters zijn we vandaag op de hoogte gebracht van een persbericht van de gemeente Amsterdam en de gemeente Haarlemmermeer omtrent de regie op de vestiging van datacenters in deze gemeentes. Hierbij willen we graag reageren op dit bericht.

We leven in een digitale economie en digitale samenleving; als Nederland zijn we Europees koploper als het gaat om internettoegang. We kunnen niet zonder digitale diensten en de digitalisering van onze samenleving is een niet te stoppen en alsmaar groeiende trend. Onze overheid zet ook vol in om als Nederland digitaal koploper te worden. We zijn blij dat deze ontwikkeling door beide gemeenten erkend wordt en dat zij datacenters zien als onderdeel van ons dagelijkse consumptie- en leefpatroon. De inwoners van de gemeente Amsterdam en Haarlemmermeer zijn de hele dag online, en beide gemeenten kennen een sterke digitale economie. De Amsterdamse regio heeft een sleutelrol gespeeld in de totstandkoming van het internet en is uitgegroeid tot ‘s werelds belangrijkste internetknooppunt, de grootste in Europa. Onze excellente datacenter infrastructuur is een magneet voor (internationale) tech-bedrijven en brengt veel werkgelegenheid met zich mee. Samen met de cloud sector is zij goed voor 20% van de buitenlandse directe investeringen in Nederland.

Wij zijn verbaasd dat er op dit moment en zo plotseling een rigoureus besluit als deze wordt genomen. De sector zet namelijk sterk in op verduurzaming en heeft nauwelijks beslag op de ruimte vergeleken met andere sectoren. Datacenters concentreren de digitale industrie in hun faciliteiten en hoe efficiënter dat gebeurt, hoe efficiënter ook hun business model is. Dat is maar goed ook, want anders zouden we meer dan dubbel zoveel stroom verbruiken. Continue efficiëntie is dus een automatisch gegeven: dit bespaart naast energie ook geld.

De datacenter industrie is bovendien volledig geëlektrificeerd, in tegenstelling tot veel andere industrieën, en ruim 80% van de datacenters draait inmiddels op groene stroom. In 2017 heeft de datacenter sector haar enige restproduct, datacenter restwarmte, gratis aan de Nederlandse overheid aangeboden om de energietransitie te ondersteunen. We zoeken als sector de dialoog en organiseren onder andere jaarlijks een congres om het gebruik van die datacenter restwarmte te versnellen. Deze acties hebben ertoe geleid dat datacenter restwarmte in 2018 werd geclassificeerd als ‘hernieuwbare energie’, waardoor het een belangrijke rol kan spelen in de BENG-normering, voor energiegebruik bij de nieuwbouw opgave die Nederland heeft.

Het komt uitermate vreemd over dat juist deze overheden die dialoog niet willen aangaan en zich niet meer verdiepen in wat er werkelijk gebeurt. Juist met een sector die het voortouw neemt in het constructief meedenken en zoeken naar oplossingen. Er is al jaren een directe dialoog met regionale en nationale overheden. Dit jaar is, in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het team rondom het Uitvoeringsprogramma van de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS), een Nationale Datacenter strategie gepubliceerd om juist de planning, stroom en de energietransitie zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Een dergelijk, beperkend beleid is dan ook niet nodig; de sector is welwillend en staat open voor het gezamenlijk zoeken naar oplossingen.

Digitalisering en energietransitie zijn beiden onomkeerbaar en gaan hand in hand. Dit rigoureus stopzetten van het vestigingsbeleid omtrent datacenters heeft serieuze landelijke consequenties voor de ambitie van de Nederlandse overheid om digitaal koploper te worden. Deze plotse maatregel gaat voorbij aan acties die deze sector zelf al neemt en de dialoog die het al jaren voert, en lost bovendien niet de uitdagingen op voor waar het werkelijk over gaat: het infrastructuur probleem van tekort aan netcapaciteit en warmtenetten.

Meer dan alles moeten overheid, digitale industrie en netwerkbeheerders zoeken naar zowel korte- als  lange termijn oplossingen om de netcapaciteit te vergroten. Deze acties zijn tevens nodig om de ambitie van de gemeente Amsterdam om van het gas af te gaan, te kunnen halen. Voor de Haarlemmermeer, waar de netcapaciteit al drie jaar op is, zal dezelfde actie nodig zijn om extra, duurzaam gebouwde huizen te realiseren. Stroomversnelling van elektrificatie is ook noodzakelijk om vele innovatieve en ‘slimme’ oplossingen voor Smart Cities te huisvesten, oplossingen die allen ook weer datacenters behoeven.

Wij betreuren dit plotselinge en in onze ogen rigoureuze besluit en gaan uiteraard in op de uitnodiging van de wethouders om voorgestelde acties met alle stakeholders te bespreken, alvorens verdere uitvoering plaatsvindt.