Redactie - 10 mei 2019

Transparantie nodig rond beïnvloeding op digitale platforms

Transparantie nodig rond beïnvloeding op digitale platforms image

De politiek moet bij de grote digitale platforms openheid afdwingen over hoe nieuws en berichtgeving wordt beïnvloed. Dat is één van de aanbevelingen van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn advies ‘Zoeken naar waarheid’ dat hij aan minister Ollongren gaat aanbieden. De minister vroeg de ROB vorig jaar om advies over de invloed die de digitalisering heeft op het functioneren van onze democratie. 
 
Ollongren verzocht de Raad om de kansen en gevaren van digitalisering te analyseren en een handelingsperspectief te bieden. De Raad heeft daarbij gekozen voor de focus op waarheidsvinding, omdat dit proces een belangrijke rol speelt bij het bepalen, bekritiseren en bijsturen van de koers van beleid. Voor de democratie is het cruciaal dat iedereen naar waarheid kan blijven zoeken. Denk aan politici die elkaar op feiten bevragen, wetenschappers die feiten onderzoeken en journalisten die feiten onthullen. Aan dit proces geeft digitalisering mede richting en het kan zowel een belofte zijn als een bedreiging.
 
Digitalisering ziet men echter steeds vaker als een bedreiging voor de democratie. Nepnieuws, filter bubbels en manipulatie komen de democratie niet ten goede. Zo kan digitalisering waarheidsvinding – een proces om waarheid te achterhalen – onder druk zetten. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) roept daarom de regering en Staten-Generaal op tegenmachten te organiseren, bijvoorbeeld door transparantie af te dwingen over de manier van beïnvloeding op digitale platforms. Het is één van de vijf strategieën voor het waarborgen van waarheidsvinding die wordt besproken in het advies ‘Zoeken naar waarheid’.
 
In zijn advies benoemt de Raad drie digitale beproevingen:

  1. Desinformatie: een vrees is dat door digitalisering desinformatie sneller vervaardigd en (gericht) verspreid kan worden. Denk aan nepnieuws, complottheorieën en propaganda.
  2. Desintegratie: een risico is dat door digitalisering parallelle werelden ontstaan die niet meer met elkaar kunnen worden verbonden, bijvoorbeeld door filter bubbels, echokamers en digitale schandpalen.
  3. Despotisme: een gevaar is dat burgers door digitalisering makkelijker beïnvloed kunnen worden zonder dat zij dit door hebben, zoals bij (heimelijke) microtargeting door bedrijven of (buitenlandse) politici.

 
Hoewel deze beproevingen worden gezien als een bedreiging voor de democratie, betoogt de Raad dat er tevens een belofte in schuilt. Een democratie die deze weet te doorstaan wordt sterker. Denk aan burgers die kritisch blijven, er ondanks verschillen samen uitkomen en indien nodig de macht weerspreken. Voorwaarde is wel dat processen van waarheidsvinding in de democratie worden gewaarborgd. Deze waarborging beschouwt de Raad als de gulden middenweg voor regering en Staten-Generaal tussen enerzijds ‘laisser-faire’ en anderzijds ‘arbiter of truth’. Voor de waarborging van waarheidsvinding benoemt de Raad vijf strategieën:
 

  1. Vergroot het vertrouwen in instituties voor waarheidsvinding door zelf het goede voorbeeld te geven
  2. Maak burgers weerbaar tegen desinformatie door kritisch burgerschap te stimuleren
  3. Voorkom desintegratie door met anderen te bouwen aan platforms voor democratische gedachtewisseling
  4. Bestrijd despotisme door tegenmachten te organiseren
  5. Doorbreek waarheidsschroom door het gesprek over waarheid te blijven voeren

Spreken over of zoeken naar waarheid is niet hetzelfde als de waarheid in pacht (menen te) hebben. Het gaat de Raad in dit advies dan ook niet om het product van waarheidsvinding – waarheid – maar om het proces: zoeken naar waarheid.

Voor het hele rapport, zie de website van de Raad voor het Openbaar Bestuur.