Redactie - 17 december 2018

Microsoft Windows AutoPilot - de moderne manier om Windows 10 apparaten klaar te maken voor gebruik

Microsoft Windows AutoPilot - de moderne manier om Windows 10 apparaten klaar te maken voor gebruik image

In een traditionele ICT-omgeving wordt vaak gebruikgemaakt van een Windows Image Deployment systeem (bijvoorbeeld MDT of SCCM). Met Windows Image Deployment wordt een Windows installatie volledig aangepast aan de behoeftes van de organisatie. Denk hierbij aan alle bijbehorende applicaties en instellingen. Dit kost veel tijd, niet alleen om alles goed te testen, maar ook om het image steeds bij te werken als er nieuwe Windows updates of applicaties zijn die moeten worden vernieuwd. Daarnaast moet zo'n image vaak per type apparaat worden gemaakt en getest omdat het image moet worden voorzien van de juiste drivers. Solution Architect Robin Hobo legt in deze blog uit hoe AutoPilot werkt.

Het beheer van Windows 10

Het Microsoft Windows 10 besturingssysteem is onder andere ontworpen om gemakkelijk in beheer te nemen via een Unified Endpoint Management (UEM) oplossing zoals Microsoft Enterprise Mobility + Security (EM+S). Hiervan maken onder andere Microsoft Azure AD Premium and Microsoft Intune deel uit. Het beheer van apparaten gebeurt hiermee vanuit de cloud waardoor het voor het beheer niet meer uitmaakt waar het apparaat zich bevindt.

COMPAREX-autopilot-traditional-windows-deployment.png

Windows AutoPilot

Windows AutoPilot is sinds enige tijd beschikbaar en biedt een nieuwe mogelijkheid om Windows 10 apparaten volledig en automatisch in beheer te nemen. Wordt daar ook nog eens een Unified Endpoint Management (UEM) oplossing als Microsoft Intune aan gekoppeld, dan kan het apparaat ook volledig geautomatiseerd voorzien worden van alle gewenste instellingen en applicaties.

Hoe werkt AutoPilot?

Elke keer als een Windows 10 apparaat voor het eerst wordt opgestart nadat het bij de leverancier vandaan komt, of na een verse (her)installatie, kijkt Windows 10 of dit apparaat bekend is bij de Windows AutoPilot Deployment Service. Is dit het geval, dan wordt er gekeken bij welk bedrijf het betreffende apparaat hoort en welk profiel er aan gekoppeld is om de laatste fase van de Windows 10 setup automatisch af te configureren. In zo’n profiel kunnen alle keuzes, die normaal de gebruiker moet maken, al automatisch gemaakt worden. Dit gebeurt op zo’n manier dat de eindgebruiker alleen hoeft in te loggen met zijn of haar e-mailadres en wachtwoord. De rest gaat daarna volledig vanzelf en de eindgebruiker hoeft alleen nog maar even te wachten tot alles klaar is.

Het gereedmaken van AutoPilot is gemakkelijk in drie korte stappen te realiseren:

Stap 1: Apparaat-registratie

De apparaten moeten eerst bekend gemaakt worden binnen de Windows AutoPilot Deployment Service. Dit kan handmatig voor apparaten die al in het bezit zijn van het bedrijf, maar de leveranciers kunnen hierbij ook al helpen. Hardwareleveranciers die al Windows AutoPilot ondersteunen zijn onder andere: Dell, HP, Lenovo, Microsoft Surface en Toshiba. Daarnaast hebben verschillende andere leveranciers aangeven dit binnen enkele maanden ook te gaan ondersteunen. Deze leveranciers kunnen de apparaten zelf koppelen binnen de juiste Azure tenant of kunnen een bestand opleveren met de juiste gegevens waardoor dit in een enkele stap zelf te doen is.

Stap 2: Maken en koppelen van een profiel

De tweede stap is het maken en koppelen van een profiel. Binnen dit profiel wordt onder andere opgegeven welke rechten de eindgebruiker mag krijgen en worden de standaard Windows 10 setup-vragen al vooraf ingevuld waardoor deze niet meer voor de eindgebruiker zichtbaar zijn.

COMPAREX-autopilot-klein.png

Stap 3: Versturen van het apparaat

Doordat alle stappen op voorhand zijn geautomatiseerd door het gekoppelde profiel, heeft de ICT-afdeling er geen omkijken meer naar. In principe zou het apparaat direct naar de eindgebruiker opgestuurd kunnen worden zonder tussenkomst van de ICT-afdeling.

Zodra de eindgebruiker het apparaat uit de doos haalt en aanzet wordt er gevraagd om de inloggegevens. Na het invoeren hiervan registreert op de achtergrond het apparaat zich automatisch in de juiste Azure tenant en Unified Endpoint Management oplossing. Zodra die laatste stap is doorgevoerd wordt het beleid en de applicaties die de gebruiker nodig heeft automatisch geïnstalleerd op het apparaat. Hiervan wordt de gebruiker netjes op de hoogte gehouden via de “Enrollment Status” pagina. Na enkele minuten is het device klaar voor gebruik!

Meer weten?

Wil je meer weten over Windows AutoPilot, Intune of over Unified Endpoint Management (UEM)? Neem dan contact op met COMPAREX.

Door: Robin Hobo, Solution Architect