Wouter Hoeffnagel - 05 juli 2018

Topinnovators verlaten financiële- en telecomsector

Er vindt momenteel een grote verhuizing plaats van topinnovators in Nederland. De beste data scientists van ons land zetten hun datakennis steeds vaker in voor de maakindustrie. De financiële- en telecomsector – die traditiegetrouw vooraan staan in de datarevolutie – laten ze daarvoor achter. Belangrijke reden daarvoor: de komst van de privacywetgeving GDPR.

De intrede van de GDPR op 25 mei jl. zorgt ervoor dat bij veel financiële- en telecombedrijven het wat saaier is geworden voor data scientists. De focus bij deze bedrijven ligt momenteel vooral op datamanagement en compliance. De periode van sterk innovatieve dataprojecten is daardoor al een tijdje doodgebloed. De top van de data scientists wordt daar – populair gezegd – niet vrolijk van. Die willen ontwikkelen, met data waarde creëren en tot innovatieve oplossingen komen in plaats van op de toko moeten passen.

Nieuwe uitdagingen

Een sector die daar bijzonder veel garen bij spint is de maakindustrie, dat voor topinnovators veel spannender is. Je ziet dan ook in de financiële- en telecomsector een ontmanteling van de data science teams, die in de laatste jaren juist zorgvuldig zijn opgebouwd, met soms wel tweehonderd data experts aan boord. Jarenlang werkend on the edge en onder meer allerlei voorspelmodellen en productinnovaties ontwikkeld op basis van data. De periode van sterk innovatieve dataprojecten is echter al een tijdje lamgeslagen, omdat deze bedrijven dus vooral bezig zijn (geweest) met GDPR-compliant zijn. Er is een rem gezet op innovatieve ontwikkelingen ten faveure van datamanagement, het onderhouden van data, de governance ervan en compliant willen zijn. Dat is weinig uitdagend werk voor data scientists en die zoeken hun heil steeds vaker elders.

De expertise gaat nu naar industrieën die van oudsher minder met data ophebben, zoals de maakindustrie. Ze hebben geld voor innovatie en groeiversnellers, willen hogere marges en lagere kosten realiseren en via data de klant beter leren begrijpen. Dezelfde redenen waarom financials en telecombedrijven een decennium geleden in teams van data scientists hebben geïnvesteerd.

Maakindustrie profiteert

Bij een groot farmaceutisch bedrijf zitten nu bijvoorbeeld onze top data scientists, die enkele maanden geleden nog voor een bank aan de slag waren. In principe doen ze daar in grote lijnen hetzelfde als bij die bank: het gebruik van website mining en stitching voor optimalisatie van de end-to-end klantflow. Bij de farmaceut gaat het om de end-to-end flow van pillen, om fouten tijdens de productie te voorkomen. Hiermee worden miljoenen bespaard. Data scientists hebben de losse productiesystemen aan elkaar gekoppeld – stitching – om de oorzaken te vinden waarom een batch misgaat. Door dat te weten, kun je deze verhelpen, ze voorspellen en proactief in de toekomst voorkomen. En daarmee wordt de productie dus veel efficiënter. Het is zomaar een voorbeeld van een innovatie met data, maar ik zou er nog veel meer kunnen geven, waarbij de maakindustrie de top data scientist heeft omarmd en de investering in deze mensen snel heeft terugverdiend.

Nu deze industrieën de voordelen van data ervaren en de top van de data scientists die uitdagingen graag oppakken, ontstaat er een spanningsveld. Want hoe gaat de dienstverlenende sector na de GDPR-stress straks weer grote innovatieve projecten opstarten, als de topinnovators zijn vertrokken? De spoeling is momenteel dun, dus ze met alle macht behouden zal prioriteit hebben. Maar kunnen de data scientists de lokroep van de momenteel spannendere maakindustrie weerstaan?

Door Ruud Brink (foto), partner bij PA Consulting Group