Redactie - 19 juni 2018

Topwetenschappers: 'Europees onderzoeksinstituut kan positie van EU in AI verbeteren'

Europa moet een internationaal instituut oprichten om de razendsnelle ontwikkeling van artificiële intelligentie in goede banen te leiden en het hoofd te kunnen bieden aan China en de Verenigde Staten. Daarvoor pleiten 600 Europese topwetenschapppers in een open brief.

De briefschrijvers verwijzen naar de grote investeringen in AI-onderzoek in de Verenigde Staten, Canada en China en vragen zich af waarom Europa achterblijft. China lanceerde vorig jaar een ambitieus plan om AI-koploper te worden tegen 2030. In de VS is het vooral de private sector die zwaar investeert. Bedrijven als Google, Amazon en Facebook nemen zelfs hele onderzoeksgroepen over van universiteiten. Dat zorgt voor een brain drain, maar ook voor een hoge afhankelijkheid. Als we straks in een maatschappij terechtkomen die bepaald wordt door AI, is het beter niet té afhankelijk te zijn van die Amerikaanse bedrijven of van de Chinese overheid is de achterliggende redenering.

Investeren in onderwijs en onderzoek

"Het is slim om te investeren in onderzoek en onderwijs, maar investeren in onderwijs over en onderzoek naar artificiële intelligentie is dubbel zo slim: het zorgt voor intelligente mensen én machines", vertelt Holger Hoos, professor machine learning aan de Universiteit van Leiden en één van de initiatiefneemster van de open brief.

De briefschrijver pleiten voor een nieuw Europees onderzoeksinstituut, gericht op artificiële intelligentie. Ze hebben zelfs al een naam in gedachten: CLAIRE. Het letterwoord staat voor 'Confederation of laboratories for artificial intelligence research in Europe'. CLAIRE moet zich spiegelen aan het CERN, het onderzoeksinstituut in Génève waar deeltjesfysici over de landsgrenzen heen samenwerken en als één gemeenschap naar buiten treden.

'Human-centered AI'

De briefschrijvers pleiten ook voor een specifieke Europese strategie. Ze stellen voor dat Europa zich richt op onderzoek naar artificiële intelligentie waarbij de mens centraal staat en dat gevoerd wordt vanuit verschillende invalshoeken. "AI-onderzoekers moeten een multidisciplinaire aanpak hanteren en samenwerken met experten uit andere gebieden, niet enkel met wiskundigen, ingenieurs en beta-wetenschappers, maar ook met sociale wetenschappers. Onderzoek naar AI in Europa moet begrijpen, anticiperen en ethische, wettelijke en sociale aspecten aanpakken", schrijven ze.

"We moeten opletten voor de illusie dat deep learning alles kan oplossen", licht Luc De Raedt toe, professor computerwetenschappen aan de KULeuven en één van de ondertekenaars. "Het volstaat niet dat machines op zichzelf kunnen leren, ze moeten ook kunnen redeneren", waarschuwt hij.

Dat zelfrijdende auto's geleerd hebben om verkeersborden te herkennen, is volgens de Raedt bijvoorbeeld onvoldoende. "Ze moeten ook kunnen redeneren over het verkeer om aan alle verkeersregels te kunnen voldoen. De ambities met AI kunnen enkel gerealiseerd worden als we met alle aspecten rekening houden."

Het is niet de eerste keer dat Europese onderzoekers oproepen om de krachten te bundelen rond artificiële intelligentie. Eind april pleitten 20 onderzoekers in een andere open brief al voor een gelijkaardig initiatief.

Een dag later kondigde de Europese Commissie aan om 1,5 miljard euro in onderzoek naar artificiële intelligentie te investeren. Vorige week heeft de Commissie ook een nieuwe denktank opgericht, waarin 52 experts de uitvoering van de Europese strategie rond AI moeten helpen ondersteunen.

In samenwerking met Datanews