Redactie - 12 juni 2018

Urban mining

Urban mining image

Onze grondstoffenvoorraad is eindig. Dat schreef een groep wetenschappers in 1972 in een rapport met de titel ‘De grenzen aan de groei’. Deze Club van Rome ontstond in 1968 toen deze groep van 36 wetenschappers bijeen waren in Rome en een stichting oprichtten om onderzoek naar de toekomst van de wereld te doen. Er zijn vanzelfsprekend ooit (!) grenzen aan onze groei op aarde, zowel voor grondstoffen als voor onze fossiele brandstoffen.

Nu, vijftig jaar later, gebruikt de wereld een veelvoud van de grondstoffen en brandstoffen waar we in 1968 al onze zorg over uitspraken. Het lijkt wel of onze aarde onuitputtelijk is, maar dat is natuurlijk niet zo. Ergens ligt een limiet. Urban mining is één van de methodes om de strijd aan te gaan met dit probleem.

Uitputting

Sinds de oprichting in 1968 komt de Club van Rome elk jaar bij elkaar om over het milieu te praten. Ik was nog aanwezig bij hun jaarvergadering in 2009 die in Amsterdam plaatsvond. De vergadering heeft geen politieke of economische macht, maar moet het doen met het beïnvloeden van het milieudebat en onze acties op dit terrein. Hoog op de agenda staat onderzoek naar de kwalitatieve en kwantitatieve samenhang van bevolkingsgroei, voedselproductie, industrialisatie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en vervuiling.

Afval

We gaan met elkaar nogal onzorgvuldig om met onze aarde. In mijn Datacentered-blog over de plastic soep van afvalplastic die op de oceanen drijft, haalde ik al aan dat alleen al het opruimen van de meer dan 100 miljoen ton aan drijvend afval met de modernste technieken nu al ruim 80 jaar zou kosten. En elk jaar dat we niets doen, wordt die periode langer. Niet alleen zullen met elkaar veel minder afval moeten maken en weggooien, we moeten ook meer werk maken van recycling. Wat we uit de aarde halen, hebben we te leen voor de toekomst, alles wat we na gebruik weer kunnen hergebruiken, is meegenomen. Deze gedachte ligt ten grondslag aan urban mining, en het is ook de onderliggende gedachte van mijn blogs over een duurzame aarde, maatschappelijk verantwoord ondernemen en nieuwe batterijen.

Milieuduurzaam Nationaal Inkomen

Het CBS heeft een studie gedaan om in te schatten hoeveel ons nationaal inkomen zou zijn als we in een jaar de maximaal haalbare productie met de beschikbare technieken zouden hebben, waarbij de milieufuncties beschikbaar blijven voor de komende generaties. Dat noemen ze het milieuduurzaam nationaal inkomen (mDNI). Met deze statistiek kun je een vergelijking maken met ons huidige nationaal inkomen en het inkomen dat we zouden hebben als alles duurzaam zou worden geproduceerd. In 2015 was ons nationaal inkomen 540 miljard euro, maar het mDNI zou slechts 367 miljard euro zijn geweest.

Met andere woorden we leven 173 miljard euro boven onze ‘duurzaamheidsstand’, een factor 1,47. In 1990 was die factor nog 2,21 en in 2005 was die gezakt tot 1,67. Met andere woorden: we weten al ruim twintig jaar onze economie duurzamer te maken maar zitten nog ruim boven het ideale factor van één. De CBS-onderzoekers stellen dat het mDNI redelijk dicht staat bij de ecologische voetafdruk zoals die mondiaal wordt gebruikt voor de Index of Sustainable Economic Welfare. In deze index worden kort gezegd de (te maken opruim-) kosten van de vervuiling van ons milieu en het verlies van natuurlijk kapitaal afgetrokken van het gezamenlijke nationaal inkomen.

Circulair

Hoe beter we ons ‘afval’ kunnen hergebruiken als grondstof, hoe minder natuurlijke grondstoffen we nodig hebben en hoe minder we de planeet hoeven te vervuilen. Twee vliegen in één klap dus. Afgelopen week was in het circulaire paviljoen Circl aan de Zuidas in Amsterdam een bijeenkomst waar we over de ontwikkeling van eWaste spraken. Circl is onderdeel van het ABN AMRO-complex en geheel gebouwd en ingericht op basis van circulair denken. Bij eWaste denken we vooral aan elektronisch afval: telefoons, laptop’s, computers en alle producten die elektronica bevatten. Verouderde laptop’s en telefoons hebben nog steeds een toekomst door de onderdelen te recyclen.

Hoe beter een product recyclebaar is ontworpen, hoe beter we na jaren van gebruik alle onderdelen kunnen recyclen. Schroeven is makkelijker dan lijmen als je een product wil hergebruiken. In de luchtvaart is dat al tot een hoog niveau gebracht, omdat een vliegtuig in zijn levensduur van 30 tot 40 jaar tot zes keer ‘opnieuw’ wordt gebouwd. Motoren, bewegende delen, systemen en interieurs worden na vijf tot zeven jaar vervangen en vernieuwd. Dus hoe beter je componenten kunt vervangen, hoe goedkoper het product tijdens zijn productlifecycle is.

Duurzaam ontwerpen

Het is dus enerzijds belangrijk om duurzaam te ontwerpen en anderzijds moeten we een retoursysteem realiseren. Hoe krijg je op een makkelijke wijze alle producten weer terug naar de fabriek of een recyclestation. Als Dell Technologies zijn we daar al jaren mee bezig en onze producten zijn steeds beter recyclebaar en zelfs gebouwd en verpakt met gerecyclede materialen. Zo bouwen we omhuizingen van laptop’s met afval van carbon fiber uit de vliegtuigbouw en maken we verpakkingen van afvalplastic op stranden, in rivieren en uit de oceaan.

Stapje voor stapje zien we dat vele fabrikanten deze sustainable approach volgen. Niet alleen omdat het beter is voor de aarde, maar ook omdat er vaak een hele mooie business case is te bouwen als je het slim aanpakt. Tijdens de bijeenkomst in Circl vertelde Babette Porcelijn – schrijver van het boek ‘de verborgen impact’ – over de impact van specifiek elektronica op ons milieu en de vraag wat we als consument kunnen doen. En sprak Joost de Kluijver over zijn initiatief ‘Closing the Loop’ waarbij hij oude mobiele telefoons uit Afrika ophaalt om hier te recyclen.

Voortrekkers

Grote bedrijven zijn belangrijke voortrekkers voor deze ontwikkeling. Zoals bijvoorbeeld ABN AMRO – samen met andere collega’s – waar we in Cirl te gast waren en de grote hoeveelheid elektronica die hun medewerkers gebruiken steeds meer circulair inkoopt en bij einde levensduur laat verzamelen om te recyclen. Mede op basis van het financieren van Product-as-a Service verdienmodellen. Juist het begrip ‘verdienmodel’ geeft aan dat de circulaire economie een reëel economisch model kan zijn, mits men de hele product life cycle van het product in ogenschouw neemt.

Voor producten met een extreem lange levensduur zoals vliegtuigen, treinen en zware infrastructuur is dat al vanzelfsprekend. Maar voor consumentengoederen valt er nog het een en ander te doen. Zeker bij de productie en verkoop van goedkope elektronische ‘gadgets’ wordt vaak niet verder gekeken dan het verkoopkanaal. Alles wat daarna met het product gebeurt, draagt voornamelijk bij aan onze enorm groeiende hoeveelheid eWaste.

Urban mining

Het blijkt intussen dat het afval van steden een goudmijn aan het worden is. In Nederland verdwijnt per jaar zo’n 35 miljoen kilo aan kleine apparaten, vol met kostbaar metaal, in de verbrandingsovens. En hier komt urban mining in beeld: het is een verzamelnaam voor technieken om uit die afvalberg onze metaalvoorraden veilig te stellen. Vooral voor zeldzame en dure metalen is dit een perfecte oplossing. Nederland is op het gebied van urban mining koploper in Europa.

Urban mining is ook een manier van omdenken: recycling moet een ‘no-brainer’ worden voor elk product dat we maken en gebruiken. Wellicht vraagt het een aanpassing van ons belastingsysteem dat arbeid hoog belast en het gebruik van (zeldzame) grondstoffen nauwelijks. Zoals bijvoorbeeld het Ex’taks project dat de nieuwe regels voor een werkelijk circulaire maatschappij en economie schetst. Dit is de echte game-changer in circulair denken.

Door: Hans Timmerman (foto), CTO Dell EMC Nederland