Wouter Hoeffnagel - 06 april 2018

Digitalisering bij overheid loopt achter

Digitalisering bij overheid loopt achter image

De digitalisering van de overheid loopt achter op schema. Ambtenaren voelen zich in de steek gelaten doordat doelmatigheid in digitaliseringsprojecten ontbreekt. Ook over de toekomst zijn ambtenaren kritisch.

Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur onder 1.400 ambtenaren. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Plasterk kondigde in 2013 in zijn visiebrief 'Digitale overheid' aan dat burgers en bedrijven uiterlijk in 2017 al hun zaken met de overheid digitaal zouden moeten kunnen afhandelen. Dit doel is vooralsnog echter niet gehaald.

Vraagtekens bij haalbaarheid

Veel ambtenaren zijn kritisch over de haalbaarheid van deze doelstelling. Zo geeft 30% van de ondervraagde ambtenaren aan te verwachten dat communicatie tussen overheid en zowel burgers als bedrijven nooit volledig digitaal zal verlopen. Een evengrote groep verwacht dat dit pas in 2020 tot 2025 mogelijk zal zijn, terwijl eveneens 30% verwacht dat dit nog langer zal duren.

Slechts 1% vindt dat de dienstverlening van hun organisatie inmiddels volledig is gedigitaliseerd. 32% denkt dat dit pas ongeveer voor de helft is gerealiseerd, terwijl 21% aangeeft nog verder van dit doel verwijderd te zijn. Tegelijkertijd geeft vier op de tien gemeenteambtenaren aan tamelijk tot zeer tevreden te zijn over de resultaten van de digitalisering.

"Wat uit de uitkomsten vooral spreekt, is een zekere frustratie bij ambtenaren", zegt I&O-onderzoeker Peter Kanne. "Bijna niemand is tegen de doelstelling – digitalisering van overheidsdiensten –, maar het gaat betrokkenen allemaal niet snel en doelmatig genoeg. Ze lijken zich in de steek gelaten te voelen."

Kritiek op digitaliseringsprogramma's

Landelijke programma's bedoeld om de digitalisering van de overheid te ondersteunen krijgen veel kritiek. Zo investeerde het kabinet sinds 2015 jaarlijks een miljoen euro in het programma 'Digitaal 2017', werd de Digitale Agenda 2020 in het leven geroepen, zijn er diverse activiteiten van de Digicommissaris opgezet, werd het Digiprogramma opgericht en is nieuwe wetgeving zoals de wet GDI (Generieke Digitale Infrastructuur) geïntroduceerd.

58% van de gemeenteambtenaren noemt het onduidelijk of deze programma's - die door het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn opgezet - iets hebben bijgedragen aan de digitalisering van gemeenten. Bijna de helft stelt dat er te veel van deze digitale programma’s zijn en 40 procent stelt dat het aan doelmatigheid ontbreekt. Ambtenaren geven in een toelichting onder andere aan dat ministeries langs elkaar heen werken en er onvoldoende regie wordt gevoerd waardoor standaardisatie onnodig langzaam verloopt. Ook is het voor veel ambtenaren onduidelijk wat programma's concreet bijdragen voor hun eigen organisatie.

Ook is een meerderheid van de gemeenteambtenaren (63%) het niet eens met de stelling dat hun gemeente minstens net zo snel digitaliseert als gemiddeld in de samenleving. Onder de ambtenaren die gespecialiseerd zijn in ICT bedraagt dit aandeel slechts 80%. Verschillende oorzaken worden genoemd voor de achterblijvende digitalisering:

  • gebrek aan budget (42%)
  • langlopende contracten met ICT-aanbieders (43%)
  • problemen om gekwalificeerd personeel aan te trekken (34%)
  • wetgeving die digitalisering onnodig moeilijk maakt (40%)