Redactie - 10 augustus 2017

Financieel resultaat GGZ in 2016 gehalveerd

Financieel resultaat GGZ in 2016 gehalveerd image

Het financiële resultaat van de GGZ-sector is in 2016 gehalveerd ten opzichte van 2015. Alle GGZ-instellingen samen hebben een bescheiden positief resultaat van 51 miljoen euro behaald (105 miljoen euro in 2015). De resultaten staan flink onder druk door dalende tarieven en productievolumes. Ook stijgen de personeelskosten met ruim 4 procent naar 4,6 miljard euro door krapte op de arbeidsmarkt en een regeling voor nabetaling van de onregelmatigheidstoeslag. Van de 34 organisaties die in 2015 rode cijfers schreven, hebben er 15 ook in 2016 verlies geleden. Met name reorganisatiekosten zijn hiervan de oorzaak, mede als gevolg van de verdere krimp van productieafspraken met gemeenten voor jeugd GGZ en Wmo. Dit blijkt uit een eerste analyse van 186 jaarverslagen over 2016 door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen accountants en adviseurs. De onderzochte instellingen vertegenwoordigen samen 95 procent van de totale omzet in de sector.

Ondanks de veelheid aan stelselwijzigingen houdt de GGZ-sector het hoofd boven water. De bedrijfsopbrengsten – en daarmee de kosten van GGZ voor de Nederlandse samenleving – zijn in 2016 met 114 miljoen euro (1,8 procent) gestegen naar 6,3 miljard euro. De sector heeft de afgelopen jaren geanticipeerd op de gevolgen van alle stelselwijzigingen voor de financiering. Dit is vooral zichtbaar in de voorzieningen die zijn getroffen voor de kosten van de transitie en/of reorganisaties die daarmee samenhangen.

De afgelopen jaren heeft de GGZ-sector de liquiditeit op orde gekregen, nadat deze door de invoering van de DBC’s sterk negatief was beïnvloed. In 2016 is de liquiditeit ten opzichte van 2015 iets verbeterd van 1,5 naar 1,6. Daarmee ligt de liquiditeit gemiddeld boven de norm van 1,0. Dat komt ook doordat het investeringsniveau in 2016 (opnieuw) lager is dan in 2015. Veel instellingen stoten vastgoed af, als gevolg van de afname van productieafspraken. Dit heeft een gunstig effect op de liquiditeit.

Ook het weerstandsvermogen (solvabiliteit) – uitgedrukt in omzetratio – is licht gestegen naar 24,5 procent in 2016 en daarmee gemiddeld genomen voldoende. Toch zijn er van de 186 onderzochte GGZ-instellingen nog altijd 73 met een solvabiliteitsratio onder de 15 procent. In 2015 waren dat er 70.

Laagste investeringsniveau binnen de zorg

De GGZ-sector kent het laagste investeringsniveau in de zorg: in 2016 wordt 8 procent van de inkoopuitgaven besteed aan investeringen, namelijk 152 miljoen euro. Dit is relatief gezien twee keer zo laag als in de gehandicaptenzorg of VVT en gemiddeld bijna vier keer lager dan bij ziekenhuizen. De investeringen dalen in 2016 verder met 4,6 procent. De afname van de investeringen is in 2016 minder sterk dan in voorgaande jaren, waarschijnlijk doordat organisaties na jaren van uitstel een inhaalslag maken en zich beperken tot noodzakelijke (vervangings-)investeringen.

Stijgende inkoopuitgaven

Als gevolg van hogere uitgaven aan personeel niet in loondienst (+13,9 procent) en oplopende exploitatiekosten nemen de inkoopuitgaven in 2016 met 2,5 procent toe naar 2 miljard euro. Voor een deel worden de hogere kosten aan personeel niet in loondienst verklaard door extra ondersteuning om problemen met declaraties op te lossen en de trend om werkzaamheden vaker door onderaannemers te laten uitvoeren.

Daarnaast laten de patiënt- en bewonersgebonden kosten, zoals voor therapie en geneesmiddelen, de afgelopen jaren een geringe groei zien. In 2016 zijn deze met bijna 2 procent gestegen naar 170 miljoen euro. De toename hangt samen met de 1 procent stijging van het aantal cliënten aan wie in 2016 zorg is verleend.

Opvallend zijn verder de hoge algemene kosten. Die vormen met 532 miljoen euro de grootste kostenpost binnen de GGZ: zo’n 30 procent van de totale inkoopuitgaven. Deze overheadkosten – zoals uitgaven aan administratie en registratie, communicatie, accountants- en externe advisering – stijgen in 2016 licht met 1,6 procent. Een aanzienlijke stijging van de accountantskosten in 2016 met 14,4 procent als gevolg van extra controlediensten draagt bij aan deze toename.

Personeel kostenpost voor GGZ

De totale personeelskosten, inclusief inhuur van derden, nemen bijna driekwart van de totale lasten van de sector in beslag met 4,6 miljard euro. Het aantal vacatures is sterk gestegen met 28,5 procent naar 5.151 vacatures. Ruim 4.000 van deze vacatures zijn patiëntgebonden, waarvan er 976 moeilijk vervulbaar zijn en langer dan drie maanden open staan. De 186 onderzochte GGZ-organisaties hebben circa 64.000 fte, waaronder 1.600 fte psychiaters in loondienst. In 2016 is het aantal fte in de GGZ licht gedaald met 0,5 procent.

Grote tien in de GGZ

De top-10 van onderzochte GGZ-instellingen heeft bijna de helft (46 procent) van het totale aantal cliënten in zorg/behandeling. Deze tien organisaties nemen gezamenlijk met 2,4 miljard euro 38 procent van de totale bedrijfsopbrengsten in de sector voor hun rekening. Parnassia Groep is in 2016 met 141.512 cliënten en een omzet van 613 miljoen euro veruit de grootste GGZ-organisatie van Nederland.

Overigens realiseren de 50 procent kleinste organisaties met een resultaatratio van 5,0 procent een aanmerkelijk beter resultaat dan de 50 procent grootste organisaties met 0,7 procent.