Redactie - 25 juli 2017

Software verandert het speelveld voor CSP’s

Het momentum rondom software-defined-technologie in de telecomsector blijft maar groeien en daarmee wordt één ding steeds duidelijker: er moet een enorme transformatie plaatsvinden op het gebied van cultuur, infrastructuur en organisatie, bij zowel de telecomproviders zelf als bij hun supply chain, om relevant te kunnen blijven.

Elke Communications Service Provider (CSP) begrijpt inmiddels dat relevantie gelijk staat aan overleven. Snelheid betekent overleven. Elke provider moet veranderen in een waardevolle provider voor zijn klanten. Hij moet hen diensten bieden op het juiste moment die onderscheidende en betere klantervaringen mogelijk maken. Dit kan alleen bereikt worden middels een software-defined-aanpak die de snelheid en flexibiliteit biedt die nodig zijn om snel – en vooral sneller dan de concurrentie – gepersonaliseerde, nieuwe diensten uit te kunnen rollen.

Natuurlijk is de evolutie van een traditionele service provider naar een software-defined operator een complexe uitdaging. Elke transformatie is uniek en er is geen draaiboek voor. Toch haal ik uit de gesprekken die ik voer met CSP’s, dat er drie belangrijke elementen zijn die overwogen moeten worden om deze transitie effectief en zonder grote problemen te laten verlopen.

Innoveer de bestaande infrastructuur

De eerste stap in de transformatie naar software-defined is zorgen voor de juiste infrastructuur. Dit houdt voor CSP’s in dat ze een open, gevirtualiseerd service delivery-platform moeten introduceren dat acteert als fundament waarop de flexibele omgeving wordt gebouwd. Hierdoor kan de operator tegen lage kosten snel veranderingen doorvoeren en snel schalen. 

Helaas lopen ze daarbij vaak tegen legacy-investeringen aan, waardoor het gesprek verandert in “hoe kan ik innoveren met de technologie, het netwerk en de infrastructuur die ik nu al gebruik?” Niets doen is geen optie, dus de praktische en meest effectieve optie is dit nieuwe gevirtualiseerde netwerk naast het bestaande legacy-netwerk te bouwen, maar wel met een modulaire aanpak waarbij je investeringen naast omzetpotentieel legt en extra stappen baseert op de uitkomst daarvan.

Het creëren van dit software-defined platform, het virtualiseren van compute, netwerk en storage en het toevoegen van service management en operations, zijn de fundering voor een snelle uitrol van applicaties en diensten. Dat betekent dat wanneer een CSP een nieuwe dienst wil uitrollen, bijvoorbeeld HD-video over LTE, de flexibiliteit van de infrastructuur hem nu in staat stelt om dat binnen enkele dagen in plaats van maanden te doen. Dat is een duidelijk competitief voordeel.

Wanneer de infrastructuur daar is, kan nieuwe netwerkfunctionaliteit snel en efficiënt worden toegevoegd waarmee de CSP beschikt over extra operationele flexibiliteit, differentiatie in het dienstenaanbod en kostenefficiëntie. Zo was een operator in India bijvoorbeeld in staat meer dan 50 miljoen abonnees te voorzien van een nieuw service-aanbod waardoor de organisatie snel groeide. Een mooi voorbeeld van de potentiële disruptie die een NFV-architectuur kan realiseren. 

Network Function Virtualization (NFV) is in rap tempo het belangrijke thema aan het worden onder CSP-strategen en netwerkarchitecten. Voor velen is dit het missende puzzelstukje voor CSP’s om een bepaalde netwerkfunctie te verplaatsen vanaf een eigen systeem naar een software-defined cloud.

Deze context verklaart mede waarom de virtualisatiemarkt in de telecomsector zo volwassen is. Resultaten uit het Accenture Enterprise Survey 2016 laten zien dat 95 procent van de respondenten gelooft dat netwerkdiensten binnen drie jaar gevirtualiseerd zullen worden. 33 procent maakt hier nu al gebruik van. Hetzelfde rapport geeft ook aan dat 89 procent denkt dat ze zelf op korte termijn een ‘as a service-model’ gaat aanbieden.

Heroverweeg het operationele model 

Succesvolle transformatie verlangt van CSP’s dat ze ook hun operationele model veranderen op basis van veranderende rollen, organisatiestructuren, skills, processen en culturen om zo de heroriëntatie van het bedrijf te reflecteren. Wanneer de infrastructuur staat, is het volgende stadium dat CSP’s hun core business opnieuw verwoorden zodat de mogelijkheden van het digitale tijdperk volledig omarmd kunnen worden.

Een op services gebaseerd model werkt niet in een functioneel gebaseerde organisatie vol silo’s. Om dit te laten werken, is samenwerking nodig tussen IT-experts met een brede visie op networking IT en cloud services die op de nieuwe infrastructuur draaien. Dit betekent dat het traditionele silo-model moet verdwijnen en er een meer geïntegreerde, horizontale aanpak voor in de plaats moet komen met diverse lagen architecten en teams met mensen die daarboven hangen en beschikken over service-expertise. Deze ‘cross-domeinrollen’ zijn gericht op het creëren van een veel betere relatie tussen architectuur, engineering en operations-teams waarbij service delivery de kern is.

Deze nieuwe, uniforme aanpak vraagt om nieuwe regels en modellen. Hij staat of valt bij het vermogen een omgeving te bouwen waarin de business waardevoller wordt voor klanten, waarin nieuwe functies aangeboden kunnen worden die door DevOps-teams gebouwd worden die vervolgens met IT werken aan het maken van innovatieve applicaties en diensten. DevOps speelt een steeds belangrijkere rol in de nieuwe wereld van snellere en meer innovatieve service delivery.

Verander de cultuur

Wanneer een organisatie echt software-defined wordt, moeten werknemers klaargestoomd worden voor de shift van een hardware-georiënteerde focus naar een software-georiënteerde IP-netwerkfocus. Daarom is cultuur de laatste component van de evolutie. Een software-defined organisatie vraagt immers om een andere skill set en een compleet nieuwe manier van denken. Succes wordt alleen behaald wanneer mensen kunnen veranderen, innoveren wanneer dat nodig is en ook kunnen falen. Dat is nodig om te kunnen concurreren met OTT-spelers en om relevant te blijven in het speelveld.  

Er heerst al te lang een cultuur waarin nieuwe initiatieven uitentreuren worden getest wat resulteert in cycli die soms maanden duren voordat ze uiteindelijk in de kiem worden gesmoord. De mogelijkheden van een software-defined model maken dat CSP’s meer inspiratie krijgen, meer innoveren en meer durven tegen nieuwe OTT operators die content en innovatieve diensten snel op de markt brengen. Dit vraagt om een geheel nieuwe mind-set die lang achterwege is gebleven in de industrie maar juist heel veel kan opleveren. 

Natuurlijk kan de cultuur van een organisatie niet van de ene op de andere dag veranderen. Het is echter belangrijk dat er stappen gezet worden om ervoor te zorgen dat alle medewerkers over de juiste skills beschikken om te kunnen overleven in een software-defined wereld. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de nano degrees van AT&T. Deze zijn ontworpen om werknemers basic programmeer-skills te leren die momenteel erg in trek zijn in de industrie. Zonder het juiste talent en een cultuur die ervoor zorgt dat dat talent wordt benut, zullen organisaties nooit echt software-defined worden.

Het kunnen bijhouden van alle ontwikkelingen in een dergelijk snel veranderend landschap is uitdagender dan ooit. Er is een groot aantal digitale spelers opgestaan uit het niets en ze hebben inmiddels een veel beter gewaardeerd dienstenaanbod dan veel traditionele CSP’s. Het komt erop neer dat ze te laat waren en dat kost hen geld. Maar ik geloof dat de schade hersteld kan worden.

CSP’s moeten op zoek naar nieuwe en innovatieve manieren om te reageren op mogelijkheden in de markt en om de waarde voor klanten te vergroten. Disruptors zoals Skype, WhatsApp en Netflix hebben geen jarenlange geschiedenis: ze zagen een mogelijkheid en hebben zo snel als ze konden zoveel mogelijk marktaandeel veroverd. Hun doel is niet om kleine beetjes van de omzet van CSP’s af te snoepen, ze gaan niet meer weg en raken stevig geworteld in het grotere telecom-ecosysteem.

Het huidige CSP-landschap getuigt van het feit dat kleine technologiedisrupties gevestigde markten snel en krachtig op hun kop kunnen zetten. Deze disruptors vertrouwen erop dat ze binnen een paar dagen nieuwe functionaliteit kunnen aanbieden aan klanten. De ouderwetse, traditionele CSP’s moeten serieus aan de bak om deze trend bij te kunnen houden.

Software-defined-technologie staat voor wat velen beschrijven als ‘de laatste mogelijkheid om concurrerend te blijven en dezelfde kwaliteit, snelheid, schaal en keuze te kunnen bieden als concurrerende disruptors’. Het is nu tijd om daarin keuzes te maken: ga je hierin mee of ga je eraan ten onder?

Door: Jitka Beukenkamp (foto), Enterprise Manager Nederland, VMware