Wouter Hoeffnagel - 02 juni 2017

Autoriteit Persoonsgegevens heeft meer mankracht nodig door Europese privacywetgeving

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet extra mankracht en middelen krijgen om in de toekomst effectief toezicht te kunnen houden op de bescherming van persoonsgegevens. Dit blijkt uit een analyse die is uitgevoerd naar aanleiding van de nieuwe Europese privacywetgeving die op 25 mei 2018 van kracht wordt.

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Richtlijn voor gegevensverwerking van politiële en justitiële doeleinden zijn vanaf 25 mei 2018 van toepassing. Deze nieuwe Europese privacywetgeving brengt ingrijpende veranderingen met zich mee voor de bescherming van persoonsgegevens, toezicht hierop en de toezichthouder zelf. Zo krijgt de toezichthouder nieuwe taken en bevoegdheden, onder meer op het gebied van Europese samenwerking en de behandeling van klachten van burgers.

Analyse

Om in kaart te brengen hoeveel mankracht en middelen de AP nodig heeft om deze taken te kunnen uitvoeren is een analyse uitgevoerd door het externe onafhankelijke bureau Andersson Elffers Felix (AEF). Deze analyse is op 1 juni door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer gestuurd.

In het rapport beschrijft AEF drie scenario’s (laag-midden-hoog) voor verwachte werkstromen. Per scenario geeft het bureau het benodigde aantal fte’s en financiële middelen aan waarmee de AP op een efficiënte en effectieve wijze invulling kan geven aan haar nieuwe taken en bevoegdheden. Het berekende aantal fte’s varieert van minimaal 185 tot maximaal 270 fte’s. Dit komt neer op een groei van bijna 2,5 tot 3,5 keer ten opzichte van de huidige situatie.