Redactie - 02 juni 2017

Get (C)Loud! discussieert over groeien, bloeien en snoeien

Get (C)Loud! discussieert over groeien, bloeien en snoeien image

De achtste editie van Get (C)Loud!, tegen het vaste decor van De Landgoederij te Bunnik, bood opnieuw het levendige, interactieve spektakel waar het bij ISV’s en SaaS-leveranciers nu al enige jaren bekend om staat. Het door IaaS-leverancier Dutch Cloud twee keer per jaar gehouden event – dit keer in samenwerking met Servoy, coMakeIT en Escrow4all – is in de Nederlandse wereld van cloud-ontwikkelaars langzamerhand duidelijk een echte ‘must’ aan het worden.

Het thema van de achtste Get (C)Loud! luidt: groeien, bloeien en snoeien. “Maar is het nu ‘groeien, bloeien, snoeien’, zegt CEO en oprichter Martijn van Zoeren (foto) van Dutch Cloud tijdens zijn welkomstwoord, “of is het ‘groeien, snoeien en dan weer bloeien’?” Hij denkt in íeder geval dat het een cyclus is. “En daar gaan we het vandaag met elkaar over hebben.”

Dutch Cloud zelf bestaat nu 7,5 jaar, en als Van Zoeren het thema op zijn eigen bedrijf betrekt, dan constateert hij dat Dutch Cloud dat proces van ‘groeien, snoeien en bloeien’ in die periode ook heeft doorlopen. “Wij hebben er onlangs voor gekozen om de investeringsmaatschappij Main Capital binnen te halen. Dat betekent dat we van ons uit eerst aan diverse kanten aan het snoeien zijn gegaan, om uiteindelijk weer te kunnen bloeien en verder groeien.” In de nieuw ontstane holding zit ook Denit, dat een positie heeft opgebouwd in de markt voor managed cloud solutions. “De komende jaren zullen we met name ‘aan de achterkant’ samen nieuwe diensten ontwikkelen”, rondt Van Zoeren zijn welkomstwoord af.

Keynote

Eduard Schaepman verzorgt vervolgens de keynote van de middag. Hij afficheert zichzelf als Chief Entertainment Officer en oprichter van Tribes, een mobiel kantoorconcept 3.0. Schaepman is gespecialiseerd in gedrag in organisaties, het mobiliseren van mensen en change management. Hij komt van buiten de cloudsector, maar dat maakt zijn verhaal voor zijn gehoor niet minder relevant,  integendeel zelfs. Zijn presentatie, gelardeerd met korte videofilmpjes die stapsgewijs de ontwikkeling van zijn Tribes-concept in beeld brengen, boeit en inspireert. Zo sterk zelfs dat aan het eind van zijn keynote de hele zaal en masse op en neer staat te springen à la de ochtenddans van de Masai, een nomadisch volk uit Kenia en Tanzania.

“Onderzoek, vraag, struikel, faal en doorbreek vooral je routine”, luidt een van de oneliners van Schaepman. En wat je met name moet leren, is fouten maken, zegt hij. “Want één ding is zeker: als ik meer fouten maak dan jij, dan win ik!” Het idee voor zijn succesvolle Tribes-concept werd geboren toen hij zich op verzoek van zijn vader ging verdiepen in de stamboom van zijn familie. “Van oorsprong zijn de Schaepmannen herders. We gingen gewoon onze schaapjes achterna en die hoedden we. We zijn dus nomaden geweest. En wat is een nomade? Een nomade is iemand die gaat waar de business is.”

Inspiratie en beleving

En zo ontstond Tribes. Geïnspireerd op de 34 wereldwijd nog overgebleven origineel nomadische stammen, heeft men nu 16 kantoorlocaties ingericht verspreid over vier landen. “Het zijn locaties met flexibele werkplekken op abonnementsbasis voor het nieuwe nomadische volk van deze tijd: de business-nomads”, vertelt Schaepman. “Daarvan zijn er wereldwijd op dit moment 1,7 miljard, waarvan 1,3 miljoen in Nederland.” Schaepman heeft zijn marketing vrijwel volledig gedaan op basis van personal branding. “Mijn belangrijkste drijfveer daarbij was ervoor te zorgen dat mensen elkaar weer kunnen ontmoeten op inspirerende plekken”, antwoordt hij op een vraag uit de zaal. En voor die inspiratie wordt geput uit de rijke leefstijl van die oude nomadische volken, waarvan er per vestiging telkens één wordt uitgelicht. “Want als mensen geïnspireerd worden, gaan ze beter communiceren. En als er beter gecommuniceerd wordt – dus dat betekent ook beter luisteren – dan komt die groei vanzelf wel.”

Inhakend op Schaepmans presentatie zwengelt vaste dagvoorzitter Ruud de Joode de discussie met de zaal aan. De keynote laat volgens hem zien dat mensen tegenwoordig niet alleen maar een dienst willen afnemen, maar dat ze daarbij ook graag geprikkeld willen worden. De beleving die de klant of prospect wordt geboden, komt steeds meer centraal te staan, houdt hij de zaal voor. “Niet  alleen het product maakt ons uniek, maar ook de manier waarop we het aanbieden.” Het is een stelling die door diverse deelnemers met voorbeelden wordt onderschreven.

Paneldiscussie

Na de pauze is het tijd voor de vaste paneldiscussie. Deelnemers zijn dit keer CEO Ron van der Burg van Servoy (ontwikkelaar cloud-gebaseerde business-applicaties), Gwen Roosemont, partner van HOTflo (real-time BI voor het operationeel management van ziekenhuizen), Nick Haasnoot, algemeen directeur van Regas (registratiesoftware voor de zorg), en CEO Frank Hoekstra van Order2Cash (SaaS-leverancier op gebied van het ‘order to cash’-proces). De paneldiscussie spitst zich toe op het aspect ‘groeien’. Vragen die aan bod komen zijn: wanneer initieer je groei, hoe houd je je groei onder controle in geval van groeistuipen, hoe lastig is het om de goede mensen te vinden, hoe pak je cultuurveranderingen aan, en in hoeverre is de medewerker veranderbaar.

Reactief of proactief?

Het zwaartepunt van de discussie komt te liggen bij de vraag wanneer je precies moet groeien, reactief in antwoord op een directe klantvraag, of proactief door zelf het voortouw te nemen. De meerderheid is duidelijk voor een proactieve aanpak. “Wij kiezen echt voor de vlucht vooruit”, zegt bijvoorbeeld Gwen Roosemont van HOTflo. “Wij groeien vanuit een visie die wij ontwikkelen voor de ziekenhuizen die wij bedienen, maar die wij ook bij hen toetsen. Wij zetten dus de eerste stap en proberen onze klanten vervolgens daarin mee te nemen.”

Frank Hoekstra van Order2Cash herkent zich wel in deze aanpak. “Wij zijn opgericht in 2000, hebben ons zestien jaar lang alleen met elektronische facturatie beziggehouden, maar zagen vier jaar geleden een nieuwe kans. We hebben eerst getoetst of ons idee bij de klant de juiste snaar aansloeg. Daar hadden we binnen een maand uitsluitsel over en vervolgens hebben we een nieuw ‘order to cash’-platform gebouwd, onze naam veranderd in Order2Cash, en, om onze groei verder te kunnen schalen, er de juiste partners bij gezocht. We maken nu jaarlijkse groeistuipen mee van 50 procent!”

Wendbaarheid

Nick Haasnoot van Regas maakt hier een kleine kanttekening bij. Hij gelooft in incrementele groei van de producten die Regas maakt. “Dat gaat schoksgewijs. We hebben een platform dat voor elk segment goed is, maar je moet per segment investeren. En ik geloof er daarbij sterk in dat je je groei afhankelijk moet laten zijn van je succes. Je moet de kost niet voor de baat uit laten gaan. Maar natuurlijk kun je ook niet pas mensen gaan aannemen als de klantvraag dat vereist, want dan ben je een stap te laat.”

Ron van de Burg van Servoy wijst op het belang van het aspect wendbaarheid in deze context. “Er zijn verschillende manieren om de balans te bewaken”, zegt hij. Ter illustratie van het begrip wendbaarheid voert hij het boek ‘The Lean Startup’ ten tonele van Eric Ries. Daarin worden bedrijven opgevoerd die al features aan de man brengen, terwijl die features nog helemaal niet beschikbaar zijn. Daarbij voor lief nemend dat ze sommige klanten (tijdelijk) teleur moeten stellen. “Zo toetsen ze bij voorbaat al of iets waarde heeft of niet, waarbij ze iets pas gaan bouwen als het blijkt aan te slaan.” Het is een aanpak die lang niet bij alle aanwezigen in goede aarde valt. “Wel groei misschien, maar die bloei kun je zo wel vergeten”, roept iemand uit het publiek.

Door: Dick Schievels