Redactie - 03 mei 2017

Ruim die digitale rommel op

Ruim die digitale rommel op image

In 2010, bijna zeven jaar geleden, schreef ik mijn eerste blog op datacentered.nl. De drijver hierachter was zowel de wens als bedrijf actiever op social media te worden in combinatie met mijn fascinatie voor data en –informatie. Schrijven over nieuwe mogelijkheden die digitalisatie biedt, om beter en slimmer met al die groeiende hoeveelheden data en informatie om te gaan. Die fascinatie was er al toen ik als jong ingenieur in 1978 met basic-programma’s, op een nog met compact-cassettes uitgeruste HP9830A, de configuratie doorrekende van vermogenselektronische schakelingen voor de toen nieuwe Haagse Tram. Een prachtige tram die ik nog steeds met veel plezier door Den Haag zie rijden.

In de jaren tachtig begreep ik tijdens mijn carrière bij Fokker ook dat data de basis was, voor hoe we organisaties in de toekomst vorm gingen geven. Ik mocht als hoofd productie-ontwikkeling leiding geven aan de ‘fabriek van de toekomst’. Met moderne numerieke machines, de eerste MRP-systemen en de komst van productieautomatisering. En later als hoofd CAD/CAM-center dit operationeel over de hele product-lifecycle van vliegtuigen uitrollen en in de praktijk brengen. Ook de Fokker 50, Fokker 70 en Fokker 100’s zie ik nog met veel plezier regelmatig overvliegen. Techniek blijft fascineren.

Data is als bloed

Digitale data is steeds meer het bloed van een onderneming geworden. Het moet stromen om als bedrijf in leven te blijven en bevat alle ingrediënten om elke cel in de organisatie te voeden. Een continu kloppend hart pompt die data rond en zorgt dat iedereen de juiste informatie-inhoud krijgt om de organisme optimaal te laten functioneren. Die juiste bloedsomloop ontwerpen, is de werkelijke uitdaging. De ouderwetse combinatie van proces en informatie analyse. Te weten wie inhoud creëert, wie het nodig heeft, wie de kwaliteit bewaakt en wie zorgt voor de juiste verspreiding en circulatie.

Dat goed begrijpen en zo’n data-bloedsomloop kunnen ontwerpen, is een lastig vakmanschap dat ervaren vakmensen snel van elkaar herkennen. Het is net als met een gilde: van leerling naar gezel is een overzichtelijk traject. Maar meester worden, is een niet te plannen leertraject, het overkomt je. Het is een stapje voor stapje opgebouwd inzicht, onderbouwd met door veel vallen en opstaan opgebouwde ervaring.

Vakmanschap is meesterschap

De oude, vertrouwde Grolsch-reclame verwoorde het prachtig: vakmanschap is meesterschap. Ook in onze nieuwe, digitale wereld is dat een waarheid als een koe. Onze digitale wereld wordt overstroomd door enthousiaste jongeren die de basis van het vak hebben geleerd en een plaats willen veroveren en verdienen in ons Digitale Gilde. Ze zijn meer dan welkom omdat we nu al een tekort van tienduizenden ICT-ers hebben in ons kleine landje, een tekort dat vooralsnog alleen nog maar groeit.

Persoonlijk ken ik diverse gepensioneerden die nog steeds welkom zijn om als oud-programmeur bedrijven te ‘helpen’ met oude systeemomgevingen. Oude legacy die om diverse redenen nog steeds in leven ‘moet’ worden gehouden, dertig tot veertig jaar na de implementatie. Techniek heeft de eigenschap lang mee te gaan, en dat vraagt langdurig onderhoud inclusief daarbij behorende kennis en ervaring. Helaas heeft topmanagement vaak veel te weinig inzicht, begrip en zeker waardering voor al die oude techniek waar hun bedrijf nog steeds afhankelijk van is.

Creative destruction

In mijn blogs heb ik het begrip van creative destruction vaak aangehaald. Het door Schumpeter zo mooi beschreven traject waar elke organisatie doorheen moet om een nieuwe fase van bestaan zeker te stellen. Het afscheid nemen en opruimen van oude methoden en technieken onder gelijktijdige invoering van nieuwe modellen.

Hoe vaak zie ik niet half geïmplementeerde, nieuwe processen, terwijl de oude proces ook nog steeds in leven wordt gehouden. Noodzakelijkerwijs, omdat het nieuwe proces slechts in hoofdlijnen is ingevoerd, en er geen geld, aandacht, interesse, prioriteit en managementaandacht meer is om de laatste hoofdstukken van de transformatie af te ronden.

Net zoals bij elke fysieke verhuizing, zijn de laatste loodjes het zwaarst: het opruimen van zaken waar je eigenlijk niet meer in geïnteresseerd bent. Het nieuwe huis lonkt, maar het oude moet schoon worden opgeleverd. Dat is ook zo bij digitale transformaties: het oude huis moet je schoon opleveren. Hoe oninteressant dat ambitiegewijs ook is.

Uitfaseren

Ik ken diverse organisaties die onder een bezielende leiding de juiste vernieuwingen inzetten, maar omdat na enkele jaren die bezielde leiders nieuwe functies krijgen, het zo goed gestarte traject niet meer wordt afgerond. En blijft steken in een verhuizing waar het oude huis niet wordt ontruimd en afgebroken. En dus geld blijft kosten en een dure erfenis wordt. In digitale termen: niet de noodzakelijke archivering doen, oude applicaties niet uitfaseren, licenties niet stoppen en oude middleware en hardware niet uitschakelen en opruimen.

De ironie is dat de kennis en vaardigheden over die oude infrastructuur en applicaties wél verdwijnen. Pensionering, afslanking en afvloeiing zorgt dat de kennis langzaam vervaagd en niemand die oude omgeving nog écht kent, kan onderhouden en laat staan support kan verlenen. Digitale Transformatie is een vak waar opruimen en schoonmaken een belangrijk onderdeel zijn en dus een belangrijk deel van de transformatiekosten vormen. Alleen is het niet sexy en uitdagend. Het management vergeet het en er zijn geen vrijwilligers om die schoonmaak serieus uit te voeren. Opruimen is immers een vak, zoals ik in een eerdere blog ‘Ruim je data toch eens op’ al eens beschreef.

Opruimen en opnieuw beginnen

Volgende week als ik bij Dell EMC World in Las Vegas ben, zal ik mijn vierhonderdste blog schrijven. En jullie als lezers meenemen in alle mooie, nieuwe, bruisende en innovatieve techniek die we dan voor het voetlicht brengen. Het thema is ‘Realize’, het realiseren van de digitale transformatie. Niet alleen de visie en plannen ontwikkelen. Niet alleen de fysieke transformatie uitvoeren. Niet alleen de organisatie herinrichten en bemensing regelen en trainen. Maar ook afbouwen, opruimen, afbreken, archiveren, uitfaseren, weggooien en schoonmaken. Dat levert achteraf ook vaak het meeste geld op, een aardige bijkomstigheid.

Mijn eerste blog in 2010 ging over automatisering van de IT. Mijn observatie was dat IT-ers alles hebben geautomatiseerd behalve zichzelf. Mijn vraag was toen: wanneer zal de laatste IT-er het licht uitdoen? Maar uit bovenstaande begrijpen jullie wel dat dit zeven jaar later nog steeds niet aan de orde is. Er moet nog veel opgeruimd worden voordat het licht in het datacenter daadwerkelijk uit kan.

Uit een verkenning van CIO-Nederland blijkt dat verouderde software een rem zet op onze digitalisering en bedrijven en overheden op kosten jaagt. Soms moet je opruimen voordat je opnieuw kunt beginnen. Ook als ICT-ers mogen we best eens in de spiegel kijken als we het kerkhof zien dat we achtergelaten hebben. Oude applicaties die door compliance gedwongen, niet mogen worden uitgeschakeld. De nauwelijks bruikbare Zetabytes aan data die in ontoegankelijke databases in leven ‘moeten’ worden gehouden.

Hoe lekker werkt het niet in een opgeruimde omgeving als we nog decennia lang heel veel te doen hebben in onze prachtige, digitale wereld? Die motivatie hebben is een belangrijk onderdeel van elk meesterschap.

Door: Hans Timmerman, CTO Dell EMC Nederland