Wouter Hoeffnagel - 23 februari 2017

‘Nieuwe organisatiemodellen maken middenmanagement overbodig’

Nieuwe organisatiemodellen schieten als paddenstoelen uit de grond. Ze zijn trendy en modern en worden toegepast bij internetbedrijven als Google en Spotify. Nederlandse ondernemingen als ING en Bol.com namen de nieuwe organisatievormen over, maar er is ook een schaduwzijde. Het gevaar dat op de loer ligt is het verdwijnen van de middenmanagement, waardoor duizenden arbeidskrachten overbodig worden, zoals bij de Belastingdienst en ING het geval is.

“Bij de nieuwe opleiding van Sioo (Interuniversitair Centrum voor Organisatie- en Veranderkunde) lopen we steeds vaker tegen de keerzijde van deze organisatiemodellen aan”, zegt Ard-Pieter de Man, rector Sioo.

Nieuwe organisatiemodellen
Nieuwe organisatievormen zijn bijvoorbeeld het Spotify model waar werknemers in teams nieuwe functionaliteiten ontwikkelen, testen en online zetten en werknemers in hoge mate zelf bepalen hoe en wanneer ze het werk uitvoeren. ING gebruikt dit model in een deel van de organisatie. Een ander model dat wordt gebruikt door onder andere Springest is Holocracy: een model waarbij autoriteit verdeeld wordt over werknemers in cirkels en rollen. Iedere werknemer is manager over zijn eigen rol en is in vergaande mate vrij daarin ook zelf beslissingen nemen, bijvoorbeeld ook over investeringen. Verder zijn er bedrijven die zelfstandige teams hebben die onderling het werk en de voortgang bespreken. Zorginstelling Sensire voerde dit in, er werken nu 90 managers minder.

Deze modellen worden mogelijk gemaakt door informatietechnologie: verbeterde directe communicatie tussen medewerkers en direct inzicht in waar verbeteringen mogelijk zijn, verkleinen de rol die managers hadden in organisaties. Zij waren immers degenen die informatie verspreiden, taken toewezen aan medewerkers en medewerkers monitorden. Medewerkers kunnen dat nu zelf.

Ard-Pieter de Man geeft aan dat het voordeel van deze trend minder bureaucratie is waardoor sneller kan worden gereageerd op ontwikkelingen en de professional zich kan focussen op het werk.

Schaduwzijde
De keerzijde is volgens Sioo echter dat door deze modellen het operationele niveau en de top in organisaties overblijven. “Het zogeheten middenmanagement bestaat dan niet meer”, licht De Man toe. “Dat is zorgelijk, in de Verenigde Staten heeft dit al bijgedragen aan de tweedeling in de samenleving, doordat de middenklasse verdwijnt.” Een ander probleem dat het instituut constateert is de opvolgingsproblematiek: “traditioneel was het middenmanagement de plek waar mensen geleidelijk kennis en ervaring opdeden en stapsgewijs konden doorgroeien naar posities met meer verantwoordelijkheid. In veel nieuwe organisatievormen is dat middenmanagement dun geworden en traditionele carrièrepaden verdwijnen. Wie staat er dan klaar om het topmanagement op te volgen?”

Volgens het Sioo neemt ook de sociale druk toe. In deze nieuwe organisatievormen zijn de prestaties van individuen en teams meestal voor iedereen in de informatiesystemen te zien. Die openheid maakt het mogelijk elkaar aan te spreken op prestaties. De planning- en controlesystemen worden zo vervangen door sturen op normen en waarden, waarbij mensen elkaar aanspreken. “Dat klinkt aantrekkelijk maar het kan ook leiden tot groepsdruk en een gesloten cultuur”, aldus De Man.

Daarnaast worden managers volgens De Man vaker vervangen door algoritmen. “Aansturing en beoordeling van mensen worden steeds vaker geautomatiseerd” Hij vraagt zich af waar de menselijke maat blijft. “Managers kunnen allerlei omstandigheden meewegen waar een algoritme blind voor is. Gaan organisaties daar echter beter van functioneren?”

Managen
“Het punt is niet dat we deze nieuwe organisatievormen dus maar niet moeten invoeren”, gaat De Man verder. “Ze passen op veel manieren bij deze tijd, maar het is wel belangrijk ook de nadelen van deze organisatievormen te benoemen en te managen. Herscholing is van groot belang. Het is maatschappelijk belangrijk om de overgang naar deze organisatievormen goed te managen. Laat je dus niet alleen maar leiden door hippe internetbedrijven.”