Redactie - 14 februari 2017

2037, een blik in de glazen bol

2037, een blik in de glazen bol image

Soms word ik gevraagd een lezing te houden over de toekomst. En dan niet over een paar jaar verder, maar tien of zelfs twintig jaar vanaf nu. Niets is zo moeilijk als de toekomst voorspellen. Maar de toekomst verkennen, dat is makkelijker. Sommige ontwikkelingen zijn zo evident dat het niet de vraag is óf ze zich verder zullen ontwikkelen, maar eerder hoe snel. Soms zijn er echter redenen – politiek, maatschappelijk of economisch – die zo’n ontwikkeling stevig kunnen remmen. Die drempels herkennen, is veel lastiger.

Verdubbeling
De afgelopen twintig jaar is de micro-elektronica elke vijf jaar een factor tien sneller en goedkoper geworden. We lopen nu op tegen fysieke grenzen van de productie van chips, maar licht-gestuurde chips zijn intussen al ver ontwikkeld. Ze kunnen de komende tien en zeker twintig jaar in productie komen en de historische groei voortzetten.

Dat betekent dat in 2037 chips dus 10.000 maal sneller kunnen zijn dan nu. Dan kan werkelijk elk ding op aarde van kunstmatige intelligentie worden voorzien. Daarnaast is rekencapaciteit te ontwikkelen die we ons amper kunnen voorstellen. Stel dat techniek zich zo ontwikkelt, wat is en wordt dan mogelijk?

Ik heb eind 2012 een artikel geschreven over 2023. Als ik dat artikel teruglees, zijn sommige zaken vlugger gegaan dan ik vermoedde. Het is bekend dat mensen binnen vijf jaar te veel verwachten, maar over tien jaar te weinig. Vijf jaar vooruit is extrapoleren wat we al hebben. Maar 10 jaar wordt lastiger omdat ‘onbekende’ ontwikkelingen (wildcards) niet (kunnen) worden meegenomen. Twintig jaar vooruit kijken, is dus nog lastiger.

Achter de rug
Mijn stelling is: de radicale innovatie in de informatietechniek is achter de rug. Dat was de tijd van het eerste internet, de eerste e-mail, eerste iPod, iPhone, iPad en tenslotte cloud en sociale media. Zij brachten, net als de boekdrukkunst, radicaal nieuwe mogelijkheden om digitaal te communiceren, digitaal data te genereren, te delen en te gebruiken. Dat binnen twintig jaar zulke radicale innovaties nóg een keer gebeuren, verwachten weinigen.

Bovengenoemde zaken zullen de komende decennia in mijn ogen dus niet essentieel anders worden, maar wel beter, goedkoper, sneller en vooral intelligenter. De komende innovaties vinden plaats bij de gebruikers, op basis van bestaande techniek, die elke dag goedkoper en gebruiksvriendelijker wordt. En elke branche krijgt zijn eigen Uber en Airbnb.

Die ‘gebruiksinnovatie’ staat nog maar in de kinderschoenen: zelfrijdende auto’s (kan al), slimme steden (kan al), 3D printen (kan al), schone energie (kan al), kunstmatige intelligentie (kan al). Alle techniek is in de basis aanwezig, nu de werkelijke toepassing nog, de verbetering daarvan en de maatschappelijke acceptatie, inclusief wetgeving en ethische vraagstukken.

S-curven
Toepassing verloopt vaak volgens S-curven, een langzame aanloop en dan een fikse versnelling en tenslotte de verzadiging. Waarna een volgende S-curve, gebaseerd op nieuwe techniek, het overneemt. Dat is al eeuwen aan de gang, zie mijn verhalen over de 50 jarige Kondratieff-cyclus. Dus we mogen uitgaan van een S-curve gebaseerd op de nieuwe techniek die we de afgelopen twintig jaar in handen hebben gekregen. Ik noem het met opzet techniek, daar kun je immers iets mee doen; technologie is de kennis van techniek, op zich interessant en nodig om techniek te maken, maar praktisch onbruikbaar in het dagelijks leven.

Voor alle ons nu bekende techniek verwacht ik de komende decennia enorme performance-verbeteringen. Net als in de jaren zestig de eerste toepassingen van elektronica (van radiobuis naar transistor) ons enorme economische groei leverden in de jaren zeventig en tachtig. Als techniek maar goedkoop genoeg is, maak je je niet meer druk over de prijs.

Stel dat dit inderdaad de komende twintig jaar weer zou gebeuren, wat zou kunnen verdwijnen uit ons dagelijks beeld? Zoals paard en wagen, landarbeiders, kolenkachel en draaischijftelefoon in de jaren zestig nog heel gewoon waren, lijkt het nu verre historie. Zijn straks de meeste kenniswerkers verdwenen? En is er straks nog een middenklasse?

Minder transport
Bijna alle producten die we kopen, worden met steeds minder menselijke arbeidskracht gemaakt. Een onomkeerbaar proces. 3D-printen, op zich niet nieuw maar intussen veel goedkoper en beter, levert een nieuwe golf van gedistribueerde automatisering op. De omgekeerde industriële revolutie, van centralisatie naar decentralisatie, een afname van fysieke distributie en meer prosumers, consument en producent ineen.

Datzelfde geldt voor onze landbouw: ‘verticale landbouw’ – zeg maar groentefabrieken – kunnen dáár worden geplaatst waar de meeste consumptie is. Daarnaast kan die groente met minder dan 10 procent van het water, de energie en de voedingsstoffen worden geteeld. En we hoeven onze producten niet meer duizenden kilometer te vervoeren, hetgeen ook weer energie bespaart.

Langer leven
De afgelopen decennia is onze levensverwachting enorm gestegen. Met nieuwe technieken in de gezondheidszorg, zoals genetische toepassingen, 3D-printen, bio-engineering, nano-techniek en zorg op afstand, groeit de levensverwachting steeds verder. In een eerdere blog ‘een basisloon voor iedereen?’ ging ik in op de paradox van kortere werkweken en later met pensioen gaan door zowel automatisering en langer leven.

Mijn verwachting is dat we in 2037 een werkweek van 20 uur en een pensioenleeftijd van 70 jaar of ouder hebben. Hopelijk ondersteund met een basisloon om iedereen mee te laten rentenieren van onze samen opgebouwde en geautomatiseerde economie.

Energie
Met de groei van duurzame energieproductie zien we momenteel de prijs al dalen, sommigen zien het zelfs gratis worden. Maar dat we over twintig jaar al zonder fossiele brandstoffen kunnen, is een utopie. Gezien de groeiende behoefte aan energie in de rest van de wereld, kan (vooral de opslag van) duurzame energie die groei voorlopig niet aan.

Maar nieuwe energiezuinige techniek, betere isolatie en meer (voorspelbare) energie uit zon, maan(eb/vloed) en aarde (aardwarmte) kan een enorme positieve invloed hebben op het realiseren van energieneutraliteit en daardoor veel minder gebruik van de fossiele energie. En als energie goedkoper wordt, kunnen we goedkoper irrigeren, goedkopere landbouw realiseren en goedkoper transporteren.

Intelligentie
De lastigst te beantwoorden vraag: hoe snel ontwikkelt kunstmatige intelligentie zich? De techniek belooft gouden bergen en science fiction-achtige mogelijkheden. Watson en Siri tonen nu al hun enorme kennis en kunde. Zoals automatisering het einde van laag geschoolde arbeid betekende, kan kunstmatige intelligentie het einde van de middenklasse betekenen. De ethische, politieke, privacy- en cyberzorgen hierover, maakt dat overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke spelers nog onvoldoende zijn toegerust om onze fundamentele rechten te beschermen rondom digitalisering. Dat is wellicht voorlopig de grootste showstopper de komende twintig jaar…

Door: Hans Timmerman, CTO van Dell EMC Nederland