Wouter Hoeffnagel - 28 november 2016

‘Prestatiebeloning kan Rijksoverheid winst opleveren’

De Rijksoverheid geeft jaarlijks ruim €1,1 miljard uit aan externe inhuur aan consultancybureaus, uitzendbureaus en IT-bedrijven. Onderzoek wijst echter uit dat de overheid niet het maximale uit consultants haalt en veel kansen laat liggen. Sioo-rector en hoogleraar consultancy, kennisnetwerken en innovatie Ard-Pieter de Man pleit daarom voor de invoering van een prestatiebeloning: meer betalen bij beter presteren, minder betalen bij slecht presteren.

Sioo, het interuniversitair opleidingsinstituut voor verandermanagement en de Vrije Universiteit te Amsterdam hebben onderzoek gedaan naar consultants bij de Rijksoverheid. “De overheid zet alles op alles om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten, terwijl uit het oog wordt verloren wat eigenlijk de meerwaarde moet zijn van de consultant voor de eigen organisatie. Prijs is heilig, zo lijkt het”, aldus Sioo-rector Ard-Pieter de Man in een toelichting.

Winst op de lange termijn
Beloning voor kwaliteit levert op de lange termijn meer op dan kostenbesparing op de korte termijn. “Verschuif de focus van kosten naar waarde. In plaats van te vragen: hoe duur is de consultant, moet de vraag worden gesteld: wat voor waarde levert hij? Dit kan door het invoeren van een prestatie afhankelijke beloning”, zegt De Man.

Resultaatafhankelijke beloning komt bij de overheid niet of nauwelijks voor vanwege de begrotingssystematiek. De Man: “Er is liever duidelijkheid op wat het budget voor dit jaar gaat zijn, dan onzekerheid over wat uiteindelijk betaald moet worden bij prestatie afhankelijke beloning.” In plaats van de prijsdruk op te voeren, zou de overheid veel meer moeten sturen op het verhogen van de toegevoegde waarde van consultants, zo staat in de uitkomsten van het onderzoek.

Kritiek
De overheid wil volgens De Man de kosten van circa 1,1 miljard euro per jaar tegengaan door prijsdruk. “Overheden werken steeds vaker met een maximumtarief, waar een bureau niet van kan draaien. Het probleem is dat inkomen wordt verward met omzet. Een adviseur bij een bureau die 100.000 euro declareert, heeft daarmee nog geen 100.000 euro aan inkomen. Zijn bedrijfskosten (pand, opleidingen, uren offertes maken, marketing, administratieve ondersteuning etc.) en belastingen gaan daar nog van af. Optisch lijkt de adviseur veel te verdienen, in werkelijkheid valt het dan wel mee.”

Een ander kritiekpunt is dat de overheid te veel van adviseurs afhankelijk wordt. “Dat is inderdaad een punt, maar door prijsdruk en aanbesteden los je dat niet op. Het werk moet toch gebeuren. Het aannemen van nieuw personeel is echter politiek niet haalbaar, want de overheid wordt door de meeste partijen al te groot gevonden. Bovendien is het vaak niet wenselijk, omdat bepaalde expertise niet continu nodig is. Kortom: adviseurs zullen een belangrijke rol in de overheid blijven spelen, al is het maar als flexibele schil.”