Redactie - 23 november 2016

Waar is mijn data?!

Waar is mijn data?! image

Cloud is een operationeel model, een middel voor bedrijven om efficiënt de toegevoegde waarde uit data en applicaties te halen. Bedrijven zouden beter moeten nadenken over welke cloud ze gebruiken, aldus Hans Timmerman, Chief Technology Officer bij EMC Nederland. ‘Waar laat je je data landen? Daar moet je over nadenken, want de petabytes aan data kan je niet zomaar verplaatsen. Je wilt mogelijk niet voor altijd in het Hotel Californië van je service provider verblijven.’

Hans Timmerman, CTO bij EMC, laat er geen twijfel over bestaan: cloud is een geweldige ontwikkeling, waarbij de industrie toewerkt naar een op standaarden gebaseerde infrastructuur. Maar cloud is geen einddoel, het is een operationeel model, waarmee computing en grootschalige opslag ineens, tegen goedkope tarieven, voor iedereen beschikbaar werd. Processors, opslag, netwerken; het doet er allemaal niet meer toe. Het helpt ons alleen om slimmer om te gaan met informatie.

Data gravity gaat een rol spelen

Timmerman: ‘Cloud is als het ware een nutsvoorziening. Wat gebeurt er met een nutsvoorziening die groter wordt: het wordt goedkoper. Dat is wat er de afgelopen vijf jaar is gebeurd. Door de standaardisatie en betaalbaarheid van de cloud kan iedereen tegenwoordig een cloudomgeving opzetten. Hoe dat wordt gerealiseerd, is niet meer relevant. In een nutsvoorziening zit namelijk geen intrinsieke waarde. Data en applicaties blijven de belangrijkste assets.’

Vragen die gaan spelen: waar is mijn data? Waar zijn mijn applicaties? Waar moeten die zijn en waar beslist niet? Dat worden existentiële vragen, aldus Timmerman: ‘Data gravity gaat een rol spelen. Het betekent dat data-elementen elkaar aantrekken, zoals massa dat doet. De appel en de aarde bewegen naar elkaar toe, maar omdat de aarde zo groot is, zie je die niet bewegen. Datzelfde geldt voor data: grote ERP- of CRM-oplossingen trokken alle data aan.’

Dat grote applicaties grote hoeveelheden data aantrokken, was tot voor kort geen probleem. Nu we onder de noemer big data petabytes data gaan verzamelen, wordt het complexer: ‘Data groeit, verandert in Big Data en nu zie je dat kleiner wordende microservices aangetrokken worden door de grote hoeveelheid data. Je moet dus goed nadenken waar je, je data laat landen. Als je al je data bij één cloudprovider hebt staan, dan zit je als in Hotel Californië gevangen met gedwongen winkelnering bij die provider. Eén GB is eenvoudig te verplaatsen, maar bij honderd petabytes wordt dat onmogelijk.’

Jij bent aansprakelijk voor je data

Timmerman: ‘Als je bedenkt dat data onverplaatsbaar wordt, dan is het cruciaal om te bedenken waar je het neer gaat zetten. Zet je het op één plek? Of op tien plekken? Maak je subsets? Data is je asset, dus denk goed na over privacygevoeligheid, zeker als het gaat om intellectueel bezit, patenten of belangrijk onderzoek. Je bent als bedrijf eigenaar van de data, dus mocht er iets mee gebeuren, dan ben jij als bedrijf wettelijk aansprakelijk.’

‘En hoe zit het met compliance en governance? Denk bijvoorbeeld eens aan de wapenwet: als je iemand in een ander land een handleiding stuurt over een geweer en je doet dat zonder wapenvergunning, dan overtreed je de wet. Content is aan bepaalde regels gebonden. Staat je datacenter in Polen? Dan valt je data onder Pools recht. Wil je het onder Duits recht laten vallen, dan moet je datacenter in Duitsland staan. Daarom is het cruciaal dat je zelf nadenkt over waar je je data neerzet.’

Vanuit die veranderende werkelijkheid is de hybrid cloud ontstaan: sommige data staat in de publieke cloud, andere in een privaat datacenter. Misschien wel intern, zonder internetverbinding om het extra secure te maken. Architecten en strategen van de top vijf procent van de beste bedrijven zijn al actief met het vraagstuk ‘Hoe en waar laat ik mijn data landen’ bezig. En hoe zet ik microservices in, om strategisch om te gaan met die data?

De T van IT is irrelevant

‘De IT-afdeling is niet meer een software-afdeling, maar een ondersteunende afdeling die een platform ter beschikking stelt aan de business. IT heeft lang in een ivoren toren gezeten, sprak zijn eigen taal, maar komt nu weer terug bij de business. De T van IT is irrelevant geworden. Het draait alleen maar om informatie en hoe de business de informatie gaat gebruiken. De ondernemers die snappen wat je kunt bereiken met informatie en data, die gaan de concurrentiestrijd winnen.’

‘We hebben het zelf ook meegemaakt: we werken sinds 2010 met Salesforce. Zij kunnen hun CRM-oplossing als set microservices aanbieden en zo goedkoop, dat het bijna niets meer kost. Maar als EMC vonden we het niet fijn dat al onze data intern bij Salesforce stond. Wat gebeurt er als ze omvallen, onbereikbaar worden, of willen migreren naar een andere aanbieder? Daarom hebben we de real-time gerepliceerde data ook binnen ons eigen datacenter. Door de data in huis te hebben kunnen we daar altijd op terugvallen, mocht het mis gaan.’

‘Een paar jaar later vroegen we Salesforce of ze een salesdashboard konden maken. Een saleadashboard viel buiten de standaard functionaliteit en werd logischerwijs een dure aangelegenheid. We dachten: wacht eens even, we hebben de data zelf in huis. Kunnen we niet op ons eigen platform het dashboard ontwikkelen? Nu hebben we parallel in hetzelfde portal onze eigen microservices ontwikkeld, maar onze sales weet niet of ze in de omgeving van Salesforce zitten of onze eigen microservice gebruiken.’

Bèta’s aan de top

Bedrijven komen aan deze veranderingen tegemoet door CIO’s en chief data officers aan te stellen die begrijpen wat er in de IT-wereld gebeurt en het strategisch kunnen laten werken. Voor sommige bestuurders is het moeilijk om het geheel te overzien. Zeker voor de bedrijven die geen bètamensen in de top hebben, aldus Timmerman: ‘Je ziet dat, als bedrijven IT hebben geoutsourced, ook de interne kennis is verdwenen. Daar begint verandering in te komen.’

‘Er ontstaat een nieuw vakgebied. Ineens is er enorme behoefte aan deskundige die snappen dat er niet één cloud is. Die uit alle leveranciers de beste kunnen uitpikken en die het managen. Deskundige die weten hoe je toewerkt naar microservices en zelfstandig microservices kunnen ontwikkelen en uitrollen.’ Het zijn mensen die snappen dat cloud geen fysieke locatie is, maar een operationeel model en dat je de toegevoegde waarde moet zoeken in data en applicaties. 

Door: Anne van den Berg