Redactie - 25 oktober 2016

Het laatste hoofdstuk

Het laatste hoofdstuk van de vijftigjarige IT-periode is aangebroken. De IT processen worden eindelijk ook zelf geautomatiseerd. De digitale transformatie bereikt de datacenters. Met hyper-geconvergeerde IT-bouwstenen kunnen we het datacenter flexibel en kosten-efficiënt inrichten, software defined laten zijn en vervolgens zo goed als honderd procent automatiseren.

Net zoals we in de jaren tachtig en negentig onze industriële productie met NC-machines en robots omvormden tot software-bestuurde fabrieken, doen we datzelfde nu met informatieprocessen en de achterliggende IT-fabrieken.

Geautomatiseerde IT-fabriek
Deze transformatie heeft twee gevolgen. Door het gebruik van geconvergeerde – feitelijk geprefabriceerde – bouwstenen nemen de kapitaalkosten van het datacenter af. Het zijn bouwstenen voor een standaard ‘cloud’ nutsvoorziening en met ‘Hardware als een Service’ kunnen deze bouwstenen zelfs als pay-as-you-use worden ingezet.

Daarnaast elimineert de automatisering van het aanvragen, samenstellen, testen en uitrollen van informatiediensten de meeste arbeid in het datacenter. Dit leidt tot overall kostenverlagingen van veertig tot zestig procent, hetgeen we eerder al bij de publieke cloud-leveranciers zagen gebeuren. Hetzelfde is nu voor de rest van de datacenters en private clouds mogelijk.

Informatiediensten worden goedkoper
De afgelopen vijftig jaar hebben we met ICT alle bedrijfstakken gedigitaliseerd, waardoor vergaande automatisering mogelijk werd. Het is de basis van onze evolutie naar een digitale maatschappij en economie. Wat nog ontbrak was de automatisering van de ICT-dienstverlening zelf. Zoals bij de timmerman de deur klemt en bij de loodgieter de kraan lekt, zo bleef het ICT-productieproces het ondergeschoven kindje in onze decennia van digitalisering.

Om grote ERP-omgevingen in te richten, uit te rollen en werkend te houden zijn vaak hele legers aan ‘admins’ nodig om die processen handmatig te begeleiden. Dit handmatige proces vraagt lange en complexe wijzigingstrajecten bij updates en aanpassingen, inclusief alle risico’s bij zo’n ingrijpende wijziging. De grootste kosten waren tot voor kort de menselijke arbeid voor het creëren en uitvoeren van informatiediensten. De eliminatie van die IT-arbeid is de grootste innovatie in de wereld van de ICT-ers zelf. Ze worden nu zelf weg geautomatiseerd en doen als laatsten het licht uit.

Werk verdwijnt
En net zoals de landbouw, de industrie en de dienstverlening zullen die procesgerichte IT-banen nooit meer terugkomen. Voor eeuwig kan de techniek dat nu zelf en kunnen we onze tijd aan nuttiger zaken besteden. Dat schept wel uitdagingen voor de maatschappij zelf. Ik heb al eerder in blogs geschreven dat we onze maatschappij stapje voor stapje en in economische golven voortgestuwd, verder digitaliseren en automatiseren. (Zie ‘het duvels dilemma van de arbeidsmarkt’.)

We hoeven in feite niet meer te werken voor ons dagelijks brood als we machines dat voor ons laten doen. Dat betekent ook dat we met de huidige werkweek niet meer voor iedereen werk zullen hebben. Dat is mooi, maar ook bedreigend. Want nog steeds geldt dat degene die geen werk heeft, minder inkomen heeft en dus een mindere consument zal zijn. En dat laatste is niet goed voor de economie en onze welvaart. Zonder consumptie geen behoefte aan productie en dus ook geen welvaart.

Steeds meer techniek beschikbaar
In de discussie over het basisloon kijken we voorzichtig naar een toekomst waar steeds meer arbeid door techniek wordt overgenomen (een basisloon voor elke Nederlander?). We verrijken onze maatschappij sinds de industriële revolutie steeds verder, nu weer met een nieuwe golf van digitalisering, kunstmatige intelligentie en het Internet of Things.

Prachtige ontwikkelingen die op korte termijn af en toe sneller lijken te gaan, maar feitelijk – sinds de industriële revolutie – op de standaard golfbeweging van Kondratieff in fasen versnellen en vertragen. De vertraging hebben we de afgelopen twee decennia ervaren, die versnelling gaat nu weer komen. De economie gaat in golven en stuwt de ontwikkeling van onze maatschappij elke vijftig jaar naar een hoger platform. Dat is de fascinatie die Singularity wordt genoemd.

Technologische Singularity
Technologische singulariteit is een trans-humanistisch begrip, een speculatieve filosofie die probeert om de door de natuur gestelde grenzen van het menselijke bestaan te doorbreken. De wet van Moore voorspelt nog steeds een verdubbeling in processor- en flashopslag-capaciteit waardoor de ontwikkeling van wetenschap en techniek zich exponentieel zouden kunnen gaan gedragen. Het begrip werd reeds in de jaren ‘50 door de Hongaarse wiskundige John vonNeuman gebruikt, de grondlegger van onze huidige computers. En het werd voor het eerst beschreven in het essay ‘Singularity’ van de Amerikaanse wiskundige en sciencefiction schrijver VernorVinge.

Technologische singulariteit beschrijft een tijd waar de vooruitgang zo snel gaat, dat mensen met hun bestaande intelligentie die nieuwe maatschappij niet meer kunnen begrijpen. De hele evolutie vanaf de oerknal tot nu kan worden gezien als een exponentiële groei van onze intelligentie, daarbij steeds meer ondersteund door kunstmatige intelligentie. Machines worden slimmer dan de ‘gemiddelde’ mens. Juist dat woord ‘gemiddeld’ is essentieel om te toekomst te verkennen.

Techniek is een hulpmiddel
Een microscoop is een hulpmiddel voor het oog om kleinere dingen te zien dan die we als mens kunnen zien. Hetzelfde geldt voor de telescoop en heel veel andere gereedschappen. Dit geldt ook voor de computer. De computer geeft onze hersenen extra rekenkracht om dingen te doen die we als mens nooit zouden kunnen. Over elk hulpmiddel blijft uiteindelijk de mens de baas omdat hij door de mens is ontworpen.

Vele hulpmiddelen worden dus nu ook slimmer, dan we als mens ‘normaal’ zijn. Slimmer dan de gemiddelde mens dus, maar ook slimmer dan de mens zelf? Die vraag deelt de volgers van Singularity in twee kampen: is er straks geen mens slimmer dan de techniek die we met elkaar creëerden of zal dat moment in de tijd nooit komen? Blijft techniek altijd een hulpmiddel, hoe slim en mooi ook of neemt de techniek de macht van de mensheid over?

Verkiezingsprogramma
Ook hier is het begrip ‘gemiddeld’ weer belangrijk. Voor veel gemiddelde mensen zal straks geen werk meer zijn en neemt techniek een belangrijk deel van hun werk over. We zullen moeten zorgen dat we voor die mensen een menswaardig bestaan behouden met welvaart, wellicht een basisloon, hopelijk vrede en uiteindelijke zinvolle activiteiten voor iedereen. Maar voor een deel van de mensen blijft er inhoudelijk en innovatief werk bestaan, die blijft de mensheid ontwikkelen en sturen.

Hoe? Dat is een vraag die ik in geen enkel verkiezingsprogramma lees, maar het antwoord daarop is wel uiterst essentieel is voor de komende decennia. Daar hebben we visionairs, filosofen en (technische) denkers voor nodig die we momenteel in de politiek ontberen.

Door Hans Timmerman, CTO Dell EMC Nederland