Redactie - 14 oktober 2016

'Digitale transformatie vraagt om een Chief Digital Officer'

'Digitale transformatie vraagt om een Chief Digital Officer' image

Organisaties hebben een 'Chief Digital Officer' nodig, die nadenkt over de impact van de digitale transformatie op hun bedrijfsvoering. Dat vindt Coen Bos, managing director bij EMC Nederland. “Ik zie steeds meer klanten de functie van CIO splitsen. Er is nog altijd het technologische deel, maar daarnaast willen bedrijven een speciale manager die zorgt dat de (totale) bedrijfsvoering mee verandert met nieuwe technologische mogelijkheden.”

Coen Bos praat veel met eindgebruikers over de digitale transformatie. Over digitaal leiderschap en wat dat betekent voor een 'traditionele' CIO. De Nederlandse managing director van EMC merkt dat alles en iedereen met de digitale transformatie bezig is, en dat veel bedrijven de functie van CIO feitelijk opdelen in een CTO en een CDO. “De Chief Technology Officer (CTO) is net als de 'oude' CIO verantwoordelijk voor het IT-platform in zijn bedrijf en voor het uitkiezen van de juiste technologieën. De CTO is ook verantwoordelijk voor implementaties en dat alles naar behoren draait. Een CTO zorgt, kortom, voor een goed en gezond IT-platform waar een bedrijf op floreert.”

Maar daarnaast groeit de behoefte aan iemand die nadenkt over de impact van de digitale revolutie op de organisatie en zorgt dat een bedrijfsvoering verandert op basis van wat er mogelijk is. Bos: “Want daar gaat het om bij digitaal transformeren: voortdurend en optimaal gebruik maken van nieuwe technologische mogelijkheden. Die nieuwe functie zou je een Chief Digital Officer (CDO) kunnen noemen en is niet alleen een IT-manager, maar zeker ook een businessmanager. Dat is namelijk het probleem met de traditionele CIO: die is teveel geïsoleerd en houdt zich alleen met IT bezig zonder zich druk te maken over de businessdoelen die 'zijn' IT ondersteunt. De functie van CIO zal op den duur helemaal verdwijnen, want binnen een paar jaar is in een bedrijf iederéén bezig om met behulp van ICT bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Het onderscheid tussen IT en business wordt steeds vager.”

Toch waarschuwt Bos dat de traditionele IT-manager voorlopig nog hard nodig is. “Wil je succesvol digitaal transformeren, dan moet vóór alles je IT-organisatie op orde zijn. Binnen EMC praten we veel over het begrip 'MAT': Modernize, Automate, Transform. Je moet zeker een visie ontwikkelen over de digitale transformatie die je organisatie wil doormaken, maar je moet eerst je huidige infrastructuur moderniseren want een oude infrastructuur is meestal niet sterk genoeg. Vervolgens moet je die infrastructuur automatiseren en dan pas ben je als organisatie klaar voor een (volledig) digitale bedrijfsvoering. Vooral oudere organisaties moeten hun digitale transformatie op deze manier aanpakken. (Bedrijven die zijn begonnen vanuit een transformatie, zoals webwinkel Coolblue, konden de fase van Modernize en Automate overslaan.) Ik vind de term 'Bimodal IT' van Gartner heel goed weergeven wat er op dit moment gebeurt. Gooi geen oude schoenen weg voordat je nieuwe hebt.”

Waarom en hoe?

Bijna alle gesprekken die Bos voert met CIO's en andere executives gaan over het waarom van de digitale transformatie en wat ze precies moeten doen. “De bestuursvoorzitter van een overheidsinstantie vroeg laatst: wat komt er nou eigenlijk op mij af? Wat gaat er precies gebeuren? Waar moet ik me op voorbereiden? Businessmanagers willen weten wat EMC vindt van de kansen en ook bedreigingen van de digitale transformatie, terwijl IT-managers vooral vragen stellen over de roadmap en hoe ze een omgeving creëren die de transformatie ondersteunt. Uiteraard weten ze aan de IT-kant meer over de digitale transformatie en hoe onvermijdelijk die is. Dan vertel ik over ons concept van moderniseren, automatiseren en dan pas transformeren.”

Verder vertelt Bos over de cruciale rol die het 'moderne datacenter' speelt in de digitale transformatie. “Een modern datacenter is gebaseerd op een converged infrastructure en volledig uitgerust met flash arrays. De 'long tail' van de huidige spinning disks zal best nog een aantal jaren doorgaan, maar wij zien groeipercentages in het gebruik van flash arrays van 300 procent. Zelf verwacht ik dat flash in 2017 of 2018 de spinning disk zal hebben ingehaald en dat laatstgenoemde binnen tien jaar op de rommelmarkt ligt. Dat is ook omdat een op flash gebaseerde SSD-kaart substantieel minder stroom verbruikt dan een spinning disk en minder koeling nodig heeft doordat flash minder warmte genereert. Een voordeel van een all-flash systeem is trouwens ook dat het slechts een derde van de ruimte nodig heeft die een traditioneel systeem met spinning disks gebruikt.”

Daarnaast moet een modern datacenter uitstekend beveiligd zijn en volledig redundant. “Die twee voorwaarden zijn minder vanzelfsprekend dan je misschien denkt”, waarschuwt Bos. “Veel bedrijven onderschatten de beveiliging van hun data. Ze praten er wel over, maar er gebeurt te weinig. Volledig redundant betekent dat organisaties beschikken over de juiste back-up en recovery installaties, en ook dat laat te wensen over. Ik ken genoeg bedrijven die wel back-ups maken, maar bijvoorbeeld geen idee hebben hoe ze die moeten terugzetten. Een transactioneel systeem back-uppen is iets anders dan een back-up maken van je datacollectie. Een probleem met het eerste overleef je nog wel, maar als een bedrijf te maken krijgt met serieuze businessdatalekken, dan zijn de rapen gaar. Iedereen praat over big data, maar een betere term is dan 'fast data'. Heb je geen goede redundantie ingericht en zijn er geen realtime recoverymogelijkheden, dan kun je wel eens heel erg de boot missen. De impact van het gebrek aan redundante of realtime recovery-systemen neemt hand over hand toe. Kijk maar hoe afhankelijk we zijn geworden van Facebook en wat er gebeurt als dat eruit ligt.”

Digital society

Bos is het (opnieuw) eens met Gartner dat niet alleen de eigen business van een bedrijf (volledig) digitaal wordt, maar de hele samenleving. “Alles is straks verbonden in één digitaal ecosysteem. Bedrijven staan steeds minder op zichzelf. Dat was ooit zo, totdat er een stuk 'supply chain integratie' kwam: bedrijven wilden ook invloed hebben in de distributieketen achter de eigen bedrijfsprocessen. De volgende stap is dat het hele ecosysteem om een bedrijf heen belangrijk wordt. Denk aan alle data die bedrijven uit social media halen. De invloed van de digital society op bedrijven wordt groter en groter.”

Coen Bos ziet de digitalisering in golven voorbij komen, vertelt hij tot slot. “Nederland zit in een andere golf dan bijvoorbeeld landen in Zuid-Europa. Samen met Engeland lopen we voorop. We zijn geen echte 'early adapters', maar wel 'quick adapters' van nieuwe technologieën. Als gevolg is Nederland op het gebied van IT-adoptie heel rijp; we zijn relatief best ver met de transformatie. Daarom is de go-to-market-strategie van EMC in Nederland niet primair gericht op productverkoop, maar op het meedenken over de toekomst en het aanbieden van totaaloplossingen. Productverkoop is daar een resultaat van. Alles draait om de businessvraag van onze klanten en de MAT-cyclus die wij adviseren te volgen. We discussiëren veel met klanten over de digitale transformatie en zetten sterk in op consulting. Ook onze partners – we hebben een ecosysteem van system integrators en value added resellers – geven waardevolle adviezen. Ook zij helpen mee om de businessvraag van onze klanten te beantwoorden en de digitalisering tot een succes te maken.”

Door: Marco van der Hoeven