Redactie - 12 juli 2016

Financiële instellingen missen omzet door gebrekkige toegang tot data

Managers bij financiële instellingen bevestigen dat toegang tot data op basis van selfservice bijdraagt aan een hogere omzet en klanttevredenheid. Vier op de vijf managers (83%) denkt dat een bedrijfsbrede beschikbaarheid van financiële data en klantdata de jaaromzet van hun onderneming met minstens vijf procent verhoogt.

Wereldwijd onderzoek 
Toch biedt minder dan een op de vijf financiële instellingen al hun afdelingen en teams een consistente toegang tot informatie en data. Dit blijkt uit wereldwijd onderzoek uitgevoerd door Qlik. Insights onder ruim 300 managers bij financiële dienstverleners uit Noord-Amerika, Europa en Azië. De respondenten zijn evenredig verdeeld over de bancaire sector, de kapitaalmarkt en de verzekeringswereld.

Uitdagingen en sterkten
Managers geven aan dat hun analytische bedrijfsfunctie ‘uiterst effectief’ is als het gaat om het vastleggen van klantgegevens (86 procent) en het beveiligen van data (80 procent). Desondanks geeft bijna de helft van de respondenten (49%) aan dat zij geen inzicht hebben in wie precies welke informatie nodig heeft. De respondenten ervaren ook een aantal uitdagingen als het gaat om het beschikbaar maken van data voor meerdere teams en afdelingen. Een van die interne uitdagingen is dat informatie verspreid is opgeslagen in ongelijksoortige systemen die vaak niet met elkaar compatibel zijn. 42 procent van de managers noemt dit als belangrijkste uitdaging. Andere obstakels zijn het verlies van bedrijfskritische informatie als gevolg van gebrekkige communicatie (43%) en dat data onvoldoende wordt gezien als een gemeenschappelijk bedrijfsmiddel (41%).

Andere belangrijke onderzoeksresultaten zijn:

· Banken lopen achter op andere financiële instellingen wat betreft inzicht in wie precies welke informatie nodig heeft (45% versus 55%).

· Respondenten uit de verzekeringsmarkt geven vaker aan dat hun organisatie data uit meerdere bronnen verzamelt en dat medewerkers daar toegang tot hebben (46% versus 38% van respondenten in andere sectoren).  Desondanks zijn zij het minst geneigd om te zeggen dat hun organisatie alle afdelingen toegang geeft tot relevante informatie en data (14% versus 20%).

· Kleine bedrijven hebben vaker last van praktische problemen rond de interne communicatie, interoperabiliteit van systemen, complexiteit van informatie en een gebrek aan standaarden.

· Grotere bedrijven hebben het meest te maken met organisatorische vraagstukken, zoals problemen rond het eigendom van data, training van eindgebruikers en de verantwoordelijkheden van het senior management.

Profiteren van datagedreven beslissingen
Duncan Ash, Senior Director, Global Financial Services bij Qlik: “Financiële instellingen bevinden zich wat analyse betreft in de ‘perfect storm’: zij hebben te maken met een grote complexiteit en hoeveelheid aan data, terwijl de business in rap tempo nieuwe vragen heeft die snel antwoord behoeven. De bedrijven die in staat zijn om het snelst te reageren in een volatiele markt, zullen het meest profiteren van datagedreven beslissingen. Hiervoor zijn Business- en IT-teams nodig die in cohesie samenwerken.”

Over dit onderzoek
De inzichten en commentaren die in dit rapport aan bod komen, vormen een neerslag van een enquête en kwalitatieve vraaggesprekken met managers in de financiële sector. De online enquête werd tussen 28 maart en 29 april 2016 uitgevoerd door WSJ. Insights, een onderdeel van WSJ. Custom Studios, de tak voor marketingonderzoek van The Wall Street Journal. De 300 respondenten waren evenredig verdeeld onder de regio’s Noord-Amerika, Europa en Azië en de bancaire sector, kapitaalmarkt en verzekeringswereld. 60 procent van de deelnemende bedrijven had een omzet van boven de 1 miljard dollar. Dertig procent van de respondenten bestond uit ICT-managers op C-niveau (waaronder CIO’s en CTO’s). 21 procent van de respondenten bestond uit financiële managers (waaronder CFO’s) en 15 procent uit operationele managers (waaronder COO’s). 21 procent van de respondenten schaarde zichzelf in de categorie van bestuurslid, directeur, vicepresident of senior vicepresident.