Executive People Dutch IT Expert Panel: Leiderschap nodig in IT

Tijdens Gartner Symposium/ITXpo, later dit jaar in Barcelona, zal leiderschap in IT het verbindende thema zijn. Maar hoe staat het daarmee in  praktijk? Zijn de Nederlandse CIO’s en CEO’s de inspirerende leiders die technologie optimaal inzetten om de business verder te krijgen? Deze vragen stonden centraal bij de nieuwste editie van het Executive People Dutch IT Expert Panel.

Centraal tijdens Gartner Symposium/ITXpo staat de vraag of de CIO een inspirerende leider is, die technologie optimaal inzet voor de business. De leden van het Expert Panel zijn hier duidelijk over verdeeld. Het goede nieuws voor de CIO’s is dat de meesten, 46 procent van de respondenten, deze stelling onderschrijven. Minder goed nieuws voor veel CIO’s is echter dat een nog steeds een significant deel van de respondenten,  35 procent, vindt dat dit zeker niet het geval is. Voor meer dan een derde van de CIO’s lijkt hier dus nog veel werk te verrichten om inderdaad die digitale leider te worden.

Die rol wordt niet al te vaak overgenomen door andere executives. Een kwart van de respondenten vindt weliswaar dat hun CEO de inspirerende leider is die technologie optimaal inzet voor de business. Maar een meerderheid, 53 procent, ziet die kwaliteiten niet terug in hun CEO. Ook daar is dus voor de hoogste functionarissen in organisaties nog veel winst te behalen.

Onduidelijkheid

Ook andere executives dan de CIO of de CEO zouden nog veel kunnen leren om die inspirerende IT-leider te worden. Op de vraag of zij die taak op zich hebben genomen zegt 35 procent van de respondenten dat dit niet het geval is. 32 procent heeft wel een andere C-level executive die de lead neemt op het gebied van IT. Een groot deel van deelnemers aan de enquête wist deze vraag niet te beantwoorden, wat aangeeft dat er over leiderschap in IT nog veel onduidelijkheid bestaat, ook onder de mensen die daar in hun dagelijks werk mee bezig zijn.

De bekende stelling dat CIO’s onnodig veel tijd kwijt zijn aan het draaiende houden van de standaard infrastructuur blijkt ook hier op te gaan. De stelling dat hun CIO meer tijd zou moeten besteden aan innovatie voor de business in plaats van de lopende IT-zaken wordt onderschreven door een ruime meerderheid, 57 procent, van de deelnemers. Slecht een derde, 32 procent, is het daar niet mee eens. Tien procent heeft op dat punt geen mening.

Consolidatie

Een van de zaken die in praktijkcases veel wordt genoemd om de IT-lasten te verminderen is consolidatie. De vraag of hun business meer zou kunnen profiteren van consolidatie werd door meer dan de helft, 53 procent, van de respondenten positief beantwoord. 35 procent van de deelnemers zag geen directe voordelen in consolidatie van hun IT-infrastructuur, tien procent had geen mening.

Over de voordelen een nieuwe trend, software defined, blijken nog veel vragen te bestaan. Weliswaar geeft 46 procent van de respondenten aan dat het de business er meer van zou kunnen profiteren, maar een bijna even groot deel, 43 procent, heeft zich daarover nog geen mening kunnen vormen. Slechts tien procent geeft onomwonden aan dat software defined binnen hun organisatie geen toegevoegde waarde heeft.

Analytics

Bij cloud is dit een stuk duidelijker. De stelling dat hun business meer zou kunnen profiteren van cloud wordt onderschreven door niet minder dan 64 procent. 14 procent weet het niet, en 21 procent van de deelnemers aan de enquête is stellig over het ontbreken van de toegevoegde waarde van cloud voor hun bedrijf.

Nog duidelijker is de mening over analytics. Meer dan driekwart van de deelnemers vindt dat hun business meer zou kunnen profiteren van analytics. Een kleine 7 procent ziet er geen voordelen in, 14 procent is er blijkbaar nog niet over uit of BI waarde heeft voor hun organisatie. Dit is in deze enquête zonder twijfel de technologie waar de technisch georiënteerde respondenten de meeste potentie in zien.

Mobility

Dit neemt niet weg dat ook op het gebied van mobility nog veel voordeel te behalen is voor CIO’s. De stelling ‘Onze business zou meer kunnen profiteren van mobility’ wordt onderschreven door 64 procent van de respondenten. De deelnemers zonder mening over mobility en deelnemers die zeggen dat het voor hen geen toegevoegde waarde heeft houden elkaar in evenwicht, met voor beide categorieën een percentage van 17 procent.

Nauw verwant aan de leiderschapskwaliteiten tenslotte zijn de competenties waar die leiders aan zouden moeten voldoen. Dat blijkt ook uit de reacties op de stelling ‘Onze executives zouden baat hebben bij een eenduidig IT Competence Framework.’ Precies de helft, vijftig procent, gaf aan dat dit volgens hen inderdaad het geval is. 21 procent ziet in zo’n competence framework geen toegevoegde waarde, een vrij groot deel, van 28 procent, weet niet of dit bij hun organisatie het geval is.