Redactie - 22 mei 2015

De digitale transformatie, waiting for instructions

In onze informatiewereld spreken we tegenwoordig veel over het derde platform: de wereld van social media, mobiele devices, analytics en de cloud. De niet meer weg te denken, snelle, interactieve services die we op een heel andere manier gebruiken dan de statische informatietechniek van eind vorige eeuw. De vaste desktop op kantoor, later ook thuis, met modems verbonden aan een voorzichtig opkomend internet. Intussen spreken we over een heuse ‘Informatie Generatie’: kinderen geboren na 2000 die de niet-mobiele, niet-digitale wereld van vroeger niet meer kennen. En die producten van toen met nostalgie bekijken, zoals wij de kiesschijftelefoon of oude buizenradio.

Vierde platform

Intussen gloort er alweer een nieuwe digitale wereld aan de horizon, namelijk de wereld van het internet der dingen. Een wereld waar apparaten met elkaar praten en elkaars intelligentie gebruiken. Waar nieuwe fabrieken ontstaan waarin machines zelfstandig met elkaar én de buitenwereld communiceren. Waar 3D-printing machines direct orders van consumenten ontvangen die hun bestelling in een 3D-CAD model opsturen. Gepersonaliseerd in het kwadraat, zou je kunnen zeggen.

Ook onze infrastructuur wordt intelligenter: steeds meer alom aanwezig en actief meekijkend naar wie er aanwezig is. Geen passieve Wi-Fi, maar actieve beacons die weten wie er in een bepaalde ruimte aanwezig is. Lerende systemen die meer en meer begrijpen wat er om hen heen gebeurt en zich daarop weten aan te passen. Onze telefoons zullen dan pas écht smart worden.

Netwerk als computer

Veel van dit nieuwe platform zal ingebed zijn in het netwerk. De datasets van sensoren zijn op zich niet groot, maar het aantal uitgewisselde datasets zal explosief groeien. En heel veel kleintjes, wordt ook groot. Communicatief gezien wordt dit dus een uitdaging. Het vraagt meer intelligentie in netwerkknooppunten om die enorme stroom kleine signaaltjes op een slimme manier te signaleren, te verwerken en uiteindelijk op plaats van bestemming te krijgen. In de jaren negentig werd wel eens gezegd: “het netwerk wordt de computer”. Dit lijkt steeds meer waarheid te worden. We denken bij een netwerk nog te veel aan communicatie van punt naar punt, waarbij een zender een boodschap verstuurt die via veel knooppunten bij de ontvanger arriveert. Communicatie geslaagd en afgelopen.

We gaan echter naar stromen data toe die nooit afgelopen zullen zijn. Sensoren die eenmaal aangezet in principe nooit meer worden uitgezet. En deze data hoeft niet altijd direct te worden afgeleverd bij een eventuele ontvanger. Een gemiddeld signaal kan hiervoor toereikend zijn, maar afwijkingen moeten wel aan een eindontvanger worden doorgegeven. Het netwerk moet dus zo intelligent worden dat alleen bijzonderheden direct worden doorgegeven, stabiele situaties melden is veel minder cruciaal.

Dit betekent dat ook organisaties dit soort informatie meer en meer kunnen gaan gebruiken om gebruikssituaties te volgen. Dit kan een verkocht artikel zijn dat gebruikt wordt door een klant en waar storings- en onderhoudsinformatie pro-actief van wordt aangeleverd. Maar het kan ook gaan om patiëntinformatie op het moment dat een medische situatie aanleiding geeft om in te grijpen. Of je huis, op het moment dat daar iets afwijkends gebeurt. Eigenlijk te veel mogelijkheden om hier allemaal te noemen.

Nieuwe privacy-uitdaging

Deze nieuwe datawereld wordt de komende jaren meer en meer zichtbaar, al zal dit voor velen vooral op de achtergrond zijn. Want het mooie en tegelijkertijd vervelende is dat het waarschijnlijk helemaal niet (meer) zichtbaar is. Fantastisch vanuit een service-oogpunt, vervelend vanuit het oogpunt van privacy. Wie volgt wie in een virtuele wereld die ons wel omringt, maar die we niet kunnen waarnemen?

Men spreekt wel over het zich langzaam aandienende vierde platform. En had de ontwikkeling van het derde platform al issues op het gebied van privacy, het vierde platform gaat nog vele stappen verder. Want uw mobiele telefoon kunt u nog uitzetten om niet gevolgd te worden, internet-browsen kan relatief veilig met de nodige voorzorgsmaatregelen en betalen kan nog cash zonder registratie. Maar als steeds meer functies digitaal en op de achtergrond plaatsvinden, dan worden goede digitale veiligheid en cyber security steeds dringender.

Middeleeuwen naar Verlichting

Op de laatste RSA security conferentie werd onze huidige digitale veiligheidssituatie vergeleken met de kennis die we hadden van de wereld aan het einde van de middeleeuwen. We dachten dat de wereld nog plat was en de zon om de aarde draaide. Onze zeekaarten gingen niet verder dan 20 kilometer uit de kust, omdat men niet verder durfde te varen uit angst van de platte aarde af te varen. Onze kennis van de aarde toen, is vergelijkbaar met onze kennis van de virtuele, digitale wereld nu.

Ontdekkingsreizigers verkenden destijds met schepen de aarde. Na vertrek uit de haven voer het schip na 20 kilometer van de landkaart af, waarna de stuurman riep naar de ontdekkingsreiziger: “Sailing off the map, waiting for instructions. . . .”. Langzaam verlieten we toen de Middeleeuwen, ontdekten we de ronde wereld en ons zonnestelsel. Langzaam kwam de ontluikende Verlichting, die ons inzicht en kennis gaf over dat deel van het aarde dat we nog niet kenden.

Hetzelfde geldt voor ons intussen globale internet, de mobiele digitale wereld waar we in leven en de vaak nog duistere cyberwereld onder ons. Daar weten we net zoveel vanaf als van onze aarde indertijd aan het eind van de Middeleeuwen. We zullen nog zeker barbaarse cyberaanvallen krijgen, plunderende piraten tegenkomen en verschillende gemene privacy-epidemieën moeten verduren. Maar dat zal onze ontdekkingstocht niet tegenhouden.

De mens heeft altijd techniek gebruikt om beter, gezonder, voortvarender en intelligenter te worden. Dat stopte niet bij het tweede platform en zal ook niet stoppen bij het derde of vierde platform. Maar het betekent ook dat we moeten beseffen dat we van onze ontluikende digitale wereld nog heel veel niet weten en onze transformatie daar naar toe, net is gestart . . . .

Door: Hans Timmerman, cto EMC Nederland