Wouter Hoeffnagel - 19 november 2014

Kabinet scherpt regels rond telecommunicatiegegevens aan

Het kabinet gaat de toegang tot telecommunicatiegegevens aan scherpen. De gegevens worden daarnaast voortaan beter beschermd. De bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens blijft echter bestaan. Deze is volgens het kabinet onmisbaar voor de opsporing en vervolging van ernstige strafbare feiten.

Dit blijkt uit de kabinetsreactie op een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. In die uitspraak, van april 2014, verklaarde het Hof de richtlijn dataretentie ongeldig. Deze richtlijn bevatte regels voor de lidstaten over dataretentie in verband met de bestrijding van zware misdaad. De uitspraak van het Hof betekent volgens het kabinet echter niet dat Nederlandse regels ongeldig zijn geworden. De Nederlandse wetgeving is rechtsgeldig tot stand gekomen, op basis van de daarvoor geldende procedures.

Wetsvoorstel
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie stuurde het kabinetsstandpunt vandaag naar de Tweede Kamer. Tegelijkertijd vraagt de bewindsman aan verschillende instanties advies uit te brengen over een wetsvoorstel dat de gewenste wijzigingen realiseert. Het doel van de wetswijziging is Nederlandse wetgeving in overeenstemming te brengen met de uitspraak van het Hof, waar het gaat om de persoonlijke levenssfeer van burgers en de beveiliging van persoonsgegevens.

Het kabinet kiest ervoor de toegang tot bewaarde gegevens aan te scherpen om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers te verbeteren. Telecomgegevens kunnen voortaan alleen nog gedurende de volle bewaartermijn van twaalf maanden worden geraadpleegd in geval van een ernstig misdrijf waar een celstraf van acht jaar of meer op staat. Denk hierbij aan mensenhandel. Bij delicten met een straf lager dan acht jaar en waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is, kunnen de telefoniegegevens zes maanden bekeken worden. Nu is dat nog twaalf maanden. De regels voor toegang tot internetgegevens blijven hetzelfde, omdat daar al een kortere bewaartermijn van zes maanden geldt.

Toestemming van de rechter-commissaris
Om toegang te krijgen tot telecommunicatiegegevens heeft de officier van justitie daarnaast voortaan toestemming nodig van de rechter-commissaris. Deze rechterlijke toets is voor burgers een extra waarborg. Ook worden aanbieders van telecommunicatiediensten verplicht hun gegevens op te slaan en te verwerken binnen de Europese Unie. Het Agentschap Telecom (AT) krijgt het recht deze gegevens in te zien. Daarmee verbetert het toezicht op de naleving van de regels over beveiliging en bescherming van de bewaarde gegevens. Verder onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om telecommunicatiegegevens te versleutelen die worden opgeslagen voor de opsporing en vervolging van ernstige misdrijven.