Redactie - 01 juli 2014

Bijna helft Nederlandse werknemers werkt met virtuele applicaties en desktops


Nederlandse werknemers hebben vaker toegang tot virtuele apps en desktops dan collega's in de ons omringende landen. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van Citrix: 43 procent van de Nederlandse werknemers heeft de beschikking over virtuele applicaties en desktops. Dat is relatief veel in vergelijking met Frankrijk (25%), Engeland (33%) en Duitsland (37%).

De populariteit van virtualisatie in Nederland lijkt te zijn ingegeven door de behoefte aan mobiliteit onder werknemers. Op de vraag 'Wat is de belangrijkste reden voor het virtualiseren van apps en desktops?' antwoordt 58 procent 'het medewerkers mogelijk maken om mobiel te werken'. Ook het verlagen van de complexiteit en kosten van desktopbeheer worden in Nederland relatief vaak genoemd als redenen om te kiezen voor een virtualisatie-oplossing.

Nederlandse respondenten hebben hoge verwachtingen van VDI. Een derde van de ondervraagden ziet deze technologie als de nieuwe benchmark voor desktopinfrastructuur en -beheer. In Frankrijk, Duitsland en Engeland wordt VDI relatief vaker gezien als een 'nuttige optie voor desktopinfrastructuur en -beheer'. Slechts 6 procent ziet VDI als een 'modeverschijnsel'.

De grootste barrière voor het implementeren van virtualisatie is volgens het onderzoek de interoperabiliteit van applicaties: dit wordt genoemd door 23 procent. Prestaties, systeemvereisten, compatibiliteit van hardware, hogere kosten, trainingen en vaardigheden en onbetrouwbaarheid worden minder vaak genoemd.

"Nederlandse werkgevers en werknemers hebben de afgelopen jaren in rap tempo mobiel werken omarmd", verklaart Peter van Leest (foto), Country Manager van Citrix Nederland de resultaten. "Dat vereist wel dat medewerkers moeten worden uitgerust met de juiste middelen om overal en altijd vanaf elk device te kunnen werken. De voorsprong van Nederland op dit gebied laat zien dat we voorop lopen in deze nieuwe, flexibele manier van werken."

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 682 respondenten, in de volgende functiegroepen:
IT-beheerders (50%)
IT-managers (24%)
Zakelijke gebruikers (18%)
Business-managers (6%)
C-level managers (1%)