Redactie - 31 mei 2012

Ook onderwijs heeft baat bij cloud computing


Sinds de computer en het internet hun opwachting hebben gemaakt, doet de onderwijswereld mee aan de wedren om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit in de samenleving. Dit enthousiasme voor de technologie levert echter ook een enorme uitdaging op, niet in het minst door de beperkte budgetten en de strakke regels voor openbare inschrijvingen. Cloud computing biedt het onderwijs heel wat voordelen en perspectieven om met deze uitdagingen om te gaan, zo blijkt uit een sectoranalyse van IBM.


De opkomst van nieuwe technologieën heeft ervoor gezorgd dat de leeromgeving zich niet langer beperkt tot de vier muren van het onderwijsinstituut. Nieuwe begrippen zoals ‘just-in-time learning’, ‘community learning’ en ‘found learning’ veronderstellen een nieuwe aanpak en een nieuwe rol van de lesgever. De huidige generaties bewegen zich in een omgeving die aangestuurd wordt door samenwerking, uitwisseling met gelijken, spontaan leren op elk ogenblik binnen gemeenschappen en netwerken. Ook de onderwijswereld zou mee moeten evolueren in deze richting en samenwerking stimuleren binnen klassen of tussen leerlingen/studenten van hetzelfde jaar, maar ook tussen klassen en instellingen onderling.

Cloud-perspectieven en lokale initiatieven
Recente technologische doorbraken bieden hierbij heel wat perspectieven. De lasten die op de schouders van de sector wegen – kosten voor uitrusting en beheer, pedagogische vernieuwing – kunnen hierdoor aanzienlijk worden verlicht. Cloud-oplossingen (die worden aangeboden in de vorm van ‘à la carte’ diensten met gedeelde middelen) bieden potentieel een hele reeks voordelen:

  • lagere kosten, onder andere door het delen van apparaten en oplossingen en het ‘verbruik’ van middelen op aanvraag (waarbij alleen het reële gebruik wordt gefactureerd),
  • minder technische ondersteuning waarin elke instelling individueel moet voorzien,
  • de gebruikte oplossingen kunnen sneller evolueren, omdat er geen grote investeringen zijn die de informatica van een instelling voor een relatief lange periode vastpinnen,
  • methodes voor participatie en samenwerking en uitwisselingen worden gestimuleerd (op instellingsniveau, maar ook tussen leraars en leerlingen).

Bestaande lokale initiatieven laten zien dat de basisbegrippen van de ‘cloud’ reeds worden toegepast en beantwoorden aan de behoeften van het onderwijs. Zo werd campusnumérique.be in 2006 in het leven geroepen om de digitale werkomgevingen van een aantal instellingen voor niet-universitair hoger onderwijs en secundair onderwijs te bundelen. Bij het project zijn meer dan 30.000 studenten en 4.000 leraars betrokken. Het is de bedoeling om op deze manier competenties, best practices en ervaringen te delen en tools gemeenschappelijk beschikbaar te stellen. Claroline is een tweede lokaal voorbeeld: Claroline werd in 2001 door de Université Catholique de Louvain-la-Neuve (UCL) opgestart. Het is een platform voor e-learning dat de mogelijkheid biedt om online cursussen te ontwikkelen, te beheren en te begeleiden. Het platform wordt vandaag door ongeveer 2.200 organisaties gebruikt in meer dan 115 landen. Het is beschikbaar in 35 talen en geeft toegang tot ongeveer 2.000 online cursussen. Een derde en laatste lokaal voorbeeld betreft het in november 2010 opgerichte CECI (Consortium des Équipements de Calcul Intensif), dat tot doel heeft om het aanschaffen van uitrusting voor de rekencentra van de Franstalige universiteiten gemeenschappelijk te maken en te coördineren.

Onderwijs 2.0
De principes van IT ‘in the cloud’ maken het mogelijk om een totaal andere kijk te ontwikkelen op de manier waarop onderwijsinstellingen en leerlingen/studenten gebruik kunnen maken van uitrusting, applicaties en content. Het ‘onderwijs 2.0’ kan op allerlei manieren gebruik maken van dit nieuwe model voor het aanbieden van middelen. Zo worden virtuele aula’s een realiteit. De communicatie- en samenwerkingstechnologieën bevorderen immers uitwisseling, groepswerk en schooloverschrijdende projecten. De cloud kan bovendien helpen om aangepaste digitale content te ontwikkelen en te delen door middel van bijvoorbeeld een contentportal. Daarnaast kan de cloud nieuwe lesmodellen bevorderen en ondersteunen, zoals gepersonaliseerd onderwijs.

Een cloudinfrastructuur biedt ook de mogelijkheid om een hele reeks individuele IT-middelen ter beschikking te stellen. De capaciteit ervan kan op elk ogenblik worden aangepast, bijvoorbeeld aan het aantal leerlingen per klas of studenten per cursus. Omdat de pc’s (desktops) voortaan virtueel zijn, hoeven ze niet meer in voldoende aantal voor de verschillende klassen te worden aangekocht. De leerlingen moeten alleen nog over ‘thin clients’ beschikken (met beperkte functionaliteit en dus goedkoper).

Bovendien stimuleert cloud computing innoverend onderzoek: onderzoeksprojecten kunnen voordeel halen uit gedeelde rekencentra die in een gemeenschappelijke pool worden georganiseerd. Door de onderzoeksresultaten uit diverse bronnen te centraliseren, kunnen de resultaten bovendien sneller worden benut en vorderen projecten sneller wanneer deze massa’s gegevens door analyse- en optimalisatietools worden ‘bewerkt’.

IBM Cloud Education Community
IBM heeft een forum voor samenwerking en het delen van ervaringen ontwikkeld dat onderwijsinstellingen van elk niveau (van basisschool tot universiteit) die stappen zetten in de richting van de cloud in staat te stellen om best practices en interessante ideeën uit te wisselen.

Scholen kunnen op deze manier samen reeds geïmplementeerde oplossingen verbeteren en nieuwe applicaties of toepassingen ontwikkelen. Op dit forum kunnen onderwijsinstellingen de principes en mogelijkheden van de cloud ontdekken in een omgeving die specifiek op het onderwijs is gericht en participatief is.

De deelnemende instellingen kunnen onder andere ervaring opdoen met nieuwe technologieën en praktische toepassingen, putten uit reeds beschikbare middelen (cursussen, tools, toepassingen,…) en deze ook zelf aanvullen, proefprojecten opzetten waaraan andere instellingen en partners kunnen meewerken, evalueren of deze projecten technisch, financieel, organisatorisch,… relevant zijn, rapporten, presentaties, referentiedocumenten publiceren of raadplegen.