Redactie - 23 maart 2012

Nederland aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven


Nederland is één van de aantrekkelijkste landen voor buitenlandse bedrijven die zich in Europa willen vestigen. Dat blijkt uit onderzoek dat KPMG iedere twee jaar verricht naar de bedrijfskosten in veertien opkomende en ontwikkelde economieën.

In het onderzoek zijn 26 soorten kosten waarmee ondernemingen in de bedrijfsvoering te maken hebben in ogenschouw genomen. Van de onderzochte “mature markets” is Nederland na Groot-Brittannië qua bedrijfskosten het goedkoopst. Binnen de Eurozone scoort Nederland momenteel als vestigingsplaats voor bedrijven zelfs het beste. En ook Japan en de Verenigde Staten moeten Nederland voor laten gaan. Van de onderzochte opkomende landen is China het goedkoopst, gevolgd door India en Mexico.

Zoals te verwachten valt zijn alle onderzochte opkomende economieën goedkoper voor de vestiging van een bedrijf dan de ontwikkelde markten. Vergeleken met de Verenigde Staten zijn bedrijven die een vestigingsplaats zoeken in de opkomende markten zo’n 20% goedkoper uit. Van de onderzochte ontwikkelde economieën zijn Japan en Australië het duurst om een bedrijf te vestigen. Brazilië is van de onderzochte opkomende markten het duurste land.

Ondernemingen die op zoek zijn naar een nieuwe vestigingsplaats zijn wereldwijd het meest voordelig uit in China en India. De kosten die een vestiging met zich meebrengen zijn hier het laagst. Vooral het arbeidsloon is in deze landen fors lager dan in andere landen. Voor China geldt dit met name voor de maakindustrie, voor India voor de dienstensector.

KPMG heeft zowel gekeken naar de kosten die een ondernemer moet maken bij het opstarten van zijn bedrijf als naar de operationele kosten over een periode van 10 jaar. Per sector zijn onder meer de kosten van energie, transport, telecommunicatie en arbeid onderzocht alsmede de fiscale kosten.

“De belangrijkste kostenpost blijven de loonkosten”, constateert Elbert Waller, International Affairs Executive van KPMG. Waller: “Voor bedrijven in de gevestigde markten die actief zijn in de productiesector bedragen de loonkosten gemiddeld 55% van de totale kosten en 85% in de dienstverlenende sector. De totale loonkosten zijn het laagst in Groot-Brittannië, Canada en Italië. In de opkomende markten liggen deze percentages op 30% en 65% en zijn India, China en Mexico het goedkoopst.

Daarnaast vormen de kosten van transport een belangrijke factor. Voor productiebedrijven lopen deze kosten uiteen van 6 tot 22% en blijken India, Japan en China in Azië en Frankrijk en Nederland in Europa het goedkoopst.”

“Binnen de gevestigde landen blijft Nederland de aantrekkelijkste locatie voor bedrijven die actief zijn op het gebied van research & development. Waller: “Vergeleken met de Verenigde Staten is Nederland bijna 13% goedkoper. Nederland dankt deze positie onder meer aan de lage kosten van (kantoor)faciliteiten en fiscale stimuleringsmaatregelen.

De concurrentie vanuit opkomende landen, zoals India, China en Mexico is echter groot. Deze landen zijn vergeleken met de Verenigde Staten ruim 40% goedkoper voor bedrijven die actief zijn op het gebied van onderzoek & ontwikkeling. Onze ‘overall’ positie hebben we met name te danken aan de homogene kostenstructuur in Nederland. Dat Nederland goed scoort in de kostenvergelijking is een belangrijk signaal naar buitenlandse bedrijven die juist in deze tijd het accent leggen op kosten als selectiecriterium bij hun locatiekeuze.”