Redactie - 29 september 2011

IT-beslissers worstelen met toegang tot bedrijfsdata


Driekwart van de IT-beslissers is van mening dat een betere toegang tot bedrijfsdata hen zou helpen zakelijke relaties te optimaliseren en medewerkers in staat zou stellen om meer nauwkeurige zakelijke beslissingen te nemen. Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek van Information Builders, ontwikkelaar van business intelligence- en integratiesoftware.
 
Het onderzoek onder 700 senior IT-beslissers werkzaam in verschillende sectoren uit zeven verschillende landen (waaronder Nederland), werd uitgevoerd door het onafhankelijke technologie-marktonderzoeksbureau Vanson Bourne.
 
Ondanks het feit dat business intelligence en verbeterde datatoegang voor een significant concurrentievoordeel kunnen zorgen, ervaren veel organisaties en hun medewerkers problemen met de beschikbaarheid van data. Het gebrek aan toegang tot (centrale) bedrijfsdata stimuleert het misbruik van spreadsheets en kan ertoe leiden dat foutief bewerkte documenten worden opgeslagen in lokale databases en inconsistentie in data en kwaliteitsproblemen in de hand worden gewerkt.

Het onderzoek laat zien dat wereldwijd slechts 29 procent van het personeel toegang heeft tot de data die benodigd is voor het nemen van beslissingen. In Nederland is dit 26 procent. Bovendien is wereldwijd maar 40 procent van alle bedrijfsdata toegankelijk voor medewerkers. Een meerderheid van de werknemers heeft geen toegang tot real-time informatie en 17 procent dient zelfs minimaal een week te wachten op toegang tot de benodigde data. Dit belemmert het vermogen om op feiten gebaseerde beslissingen te nemen en vertraagt het besluitvormingsproces aanzienlijk, waardoor een organisatie niet snel op veranderende omstandigheden kan inspelen.
 
Binnen veel organisaties hebben medewerkers simpelweg geen toegang tot de feitelijke informatie die zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Hoewel BI-systemen beschikbaar zijn voor veel desktopgebruikers (70 procent) en laptopgebruikers (62 procent) kan slechts een derde van de medewerkers gebruik maken van mobiele apparaten, zoals smartphones en tablets, om buiten kantoor toegang te krijgen tot belangrijke business intelligence-data. Van de Nederlandse ondervraagden gaf 35 procent aan via mobiele apparaten toegang tot bedrijfsdata te hebben. Meer dan een vijfde (22 procent) van alle ondervraagden vertrouwt nog steeds op papieren informatiebronnen.

Het onderzoek toont aan dat veel bedrijven momenteel stappen ondernemen om datatoegang te verbeteren. Zij zien het belang in van een goede infrastructuur voor het realiseren van datatoegang op ieder moment en vanaf iedere locatie. 39 procent van de ondervraagde Nederlandse bedrijven heeft reeds een Master Data Management en/of Data Governance-strategie of implementeert deze op dit moment.

Middle managers (72 procent) en senior executives (66 procent) hebben het beste toegang tot up-to-date informatie. Meer dan de helft van de ondervraagden geeft aan in de komende twaalf maanden datatoegang te willen uitbreiden naar of verbeteren voor operationeel en ondersteunend personeel, senior executives en middle managers. 27 procent is van plan om de bedrijfsdata in het komende jaar te ontsluiten voor klanten, leveranciers en partners.

Uit het onderzoek blijkt tevens dat bedrijven de noodzaak inzien van het beter toerusten van mobiele medewerkers, middels adoptie van verschillende mobiele platformen. De helft van de ondervraagden geeft aan medewerkers op korte termijn toegang tot bedrijfsdata via smartphones te verschaffen en 47 procent biedt deze mogelijkheid binnenkort op tablets.
 
“Wanneer bedrijven hun concurrentiepositie willen verbeteren, dienen zij toegang tot data binnen alle lagen van de organisatie te verbeteren. Zij lopen het risico terrein te verliezen als ze de toegang tot besluitvormingsdata beperken tot desktop- en laptopgebruikers en andere mobiele apparaten over het hoofd zien”, zegt Michael Corcoran, senior vice president en CMO bij Information Builders. “Daarnaast dienen zij realistisch te zijn over de mate van controle die zij zullen hebben over de apparaten waarmee toegang tot de data wordt verkregen.”
 
“Centraal in het ondersteunen van deze doelstelling staat de noodzaak om de juiste infrastructuur te creëren om bredere toegang tot data mogelijk te maken op een groeiend aantal apparaten. Data kan hierbij in real-time beschikbaar worden gesteld of met gebruik van de opslagmogelijkheden van een lokaal apparaat”, voegt Corcoran toe.