Redactie - 05 mei 2011

‘Benelux loopt voorop in datacenter efficiency’


Uit onderzoek van Oracle blijkt dat veel organisaties achterlopen in het gebruik van innovatieve technologie in hun datacenters. Hierdoor zijn ze niet in staat snel te reageren op veranderingen en kunnen ze niet voldoen aan de eisen van de industrie. Nederland neemt de derde plaatst in op de ranglijst en scoort hoog op het gebied van duurzaamheid. Het onderzoek vormt de basis van de Oracle Next Generation Datacenter Index. Deze index geeft een indicatie van de voortgang van organisaties in de ontwikkeling van hun datacenters door de inzet van geavanceerde technologieën.

De gemiddelde score is 5,28 op een schaal van 0 tot 10 (waarbij 10 staat voor de meest geavanceerde datacenter strategie). De index brengt de prestaties van organisaties in kaart op drie subcategorieën, te weten flexibiliteit, duurzaamheid en support. Het gemiddelde toont aan dat veel bedrijven nog meer waarde uit hun IT-omgeving kunnen halen. Het onderzoek toont ook de aanzienlijke problemen aan die organisaties hebben met complexe, inefficiënte infrastructuren. Hierdoor heeft 50 procent van de organisaties de komende twee jaar een nieuw datacenter nodig.

Aan het onderzoek, uitgevoerd door Quorcirca, hebben 919 managers van grote organisaties in negen regio's wereldwijd meegewerkt. In de Benelux zijn 102 interviews gehouden. Duitsland en Zwitserland scoren het hoogst in een Next Generation Datacenter Index (NGDI) met een 6,09, gevolgd door Scandinavië (5,95) en de Benelux (5,64).  Achterblijvers ten opzichte de gemiddelde score van 5,28 zijn Spanje en Portugal (4,73), Italië (4,50) en het Midden-Oosten (4,41). Europa loopt achter op de Verenigde Staten met scores van respectievelijk 5,32 en 5,79.

Uit de subindexen blijkt dat bedrijven beter scoren op flexibiliteit (5,34) dan op duurzaamheid (5,15). De Benelux scoort het laagst op het gebied van flexibiliteit, wat verdere vooruitgang in de weg kan staan. De relatief hoge score voor duurzaamheid biedt perspectief, omdat hiervoor vaak een goede kennis van de onderliggende platformen is vereist. Deze kennis zou ook moeten leiden tot meer flexibiliteit. De mate van virtualisatie bij organisaties in de Benelux is laag. Zo'n 63 procent heeft minder dan 50 procent van de servers gevirtualiseerd. De koplopers van de NGDI, Duitsland en Zwitserland, en de Scandinavische landen, leiden ook op het gebied van de duurzaamheid en support.

Bedrijven in de sectoren telecommunicatie, nutsvoorzieningen en financiële dienstverlening behaalden de hoogste scores (respectievelijk 6,55, 5,91 en 5,80), terwijl organisaties in media, publieke sector en retail het beduidend minder goed deden (4,78, 4,44 en 4,43). Bijna een kwart (22 procent) van de Europese en Amerikaanse organisaties hebben nog steeds geen vooruitgang geboekt op het gebied van consolidatie. Virtualisatie bevindt zich nog in een vroeg stadium. Slechts 15 procent van de organisaties heeft meer dan 70 procent van hun datacenter gevirtualiseerd.

Meer dan 50 procent van de respondenten verklaarden dat zij de komende twee jaar op zoek gaan naar een nieuw datacenter. Ongeveer 1 op 14 (7 procent) heeft direct al behoefte aan een nieuw datacenter. Eenvijfde van de respondenten hebben weinig formele processen voor systeembeheer, 20 procent beheert op basis van applicaties en bijna een kwart (24 procent) beheert per besturingssysteem. Verontrustend is dat slechts 11 procent actief toezicht houden op het energieverbruik van het datacenter. Toch zegt bijna de helft (44 procent) van de ondervraagde ondernemingen een duurzaamheidverklaring te hebben, maar geen plannen om dit te ondersteunen.