Redactie - 22 november 2012

Welkom in de informatie-renaissance


Een paar weken geleden was ik aanwezig op de Momentum conferentie in Wenen. Het was, zoals elk jaar, een drukke bijeenkomst met een golf van annonceringen en nieuwe oplossingen op het gebied van content management en informatiebeheer. Maar wat veel meer de aandacht trok, was de toenemende belangstelling voor de context van informatie. We genereren met elkaar elke dag meer data, en de vraag is hoe we die enorme berg gegevens nog kunnen overzien. Gelukkig ontwikkelen we steeds meer technieken die ons daarbij kunnen helpen. Die ook de context van al die informatie leren doorzien.

Met name van onze smartphones en tablets vragen we steeds meer intelligentie. Iets waaraan ze helaas nog niet altijd kunnen voldoen. Neem het volgende voorbeeld: Als ik om 9 uur een afspraak heb en de reistijd is een half uur, hoef ik niet voor half negen de deur uit en – gegeven een uurtje wassen, aankleden en ontbijten – niet eerder dan half acht op te staan. Maar als nu om 7 uur een ongeluk gebeurt op de route naar mijn afspraak, dan wéét mijn de agenda van mijn smartphone dat ik die afspraak heb, dat mijn reistijd dus langer wordt en ik dús eerder wakker moet worden. Helaas is het toestel dan nog niet zo ‘smart’ te bedenken dat dan mijn wektijd moet worden aangepast.

Slimme smartphones
Een ander voorbeeld van de meerwaarde die een slimme smartphone kan hebben, is dat deze weet dat ik confidentiële documenten alleen mag openen op betrouwbare plaatsen. Zodra ik een omgeving ben, waar die veiligheid niet is gewaarborgd, kan het document eenvoudig niet worden geopend. Dus de apparatuur die we gebruiken, gaat zelf beperkingen opleggen aan de informatietaken die we uitvoeren. Of gaan anticiperen op onze geplande activiteiten en ‘meedenken’ met onze taken. Er wordt rekening gehouden met de context van informatie, zowel wat betreft locatie, situatie, omgeving en relatie van de gegevens tot de informatie om ons heen.

We staan aan de vooravond van wat sommigen een informatie-renaissance noemen: een wedergeboorte van de aandacht voor informatie. Meer aandacht voor het belang en de waarde daarvan. De context ontdekken van de relatie van informatie om ons heen. En die context gebruiken om ons van meer informatie te voorzien en ons leven makkelijker te maken. Van de 7 miljard aardbewoners heeft ruim 5 miljard intussen een mobiel device, en heeft dus bijna iedereen persoonlijke digitale intelligentie beschikbaar. Ieder device weet immers waar zijn gebruiker is, weet welk ander device – met de daaraan gekoppelde persoon – in de buurt is. En weet wie daarvan onze aandacht verdient of anderszins interessant is om mee te communiceren.

Informatiemaatschappij
De informatiemaatschappij komt in kleine stapjes dichterbij. Omringt ons met zijn diensten en informatie. Geeft ons kennis van onze omgeving, zowel wat betreft de goede als kwade zaken. We creëren een eigen digitale wereld om ons heen waarin we (willen) leven of benoemen zaken waar we verschoond van willen blijven. Een eigen ‘personal environment’ waarin we sommige mensen wel of niet willen ontmoeten. Waarin we wel of niet willen worden benaderd voor aanbiedingen of suggesties van derden. Het wordt tijd dat we als individu begrijpen en aangegeven hoe we willen dat onze informatie, en de informatie om ons heen, gebruikt gaat worden. Hoe we als individu onze eigen informatiewereld kunnen blijven organiseren. In alle context die ons omringt. Met alle intelligentie van anderen die (willen) begrijpen wat we doen.

In deze informatie-renaissance zijn ideeën zoals Qiy die de afgelopen jaren heeft ontwikkeld erg interessant. Qiy noemt zich ‘je digitale ik’. Een omgeving waar je je eigen digitale informatie inbrengt en organiseert. En waar je zelf aangeeft wie welke informatie van jou mag gebruiken. Wanneer wel en wanneer niet (meer). Eigenaar zijn over je persoonlijke digitale ik. Dit is steeds meer nodig in de wereld waar iedereen ongevraagd en ongenuanceerd gebruikmaakt van alle beschikbare informatie. En met de eerder genoemde intelligentie daar zijn eigen conclusies uit trekt. Wellicht gewenst, maar misschien ook niet.

Een informatie-renaissance over eigenaarschap van data. Afgelopen week gaf biljonair Peter Thiel in een interview aan dat hij niet twittert of actief op sociale media is. En dit terwijl hij zijn kapitaal heeft verdiend met allerhande social media projecten. Zijn voornaamste zorg is dat het internet niets vergeet. Alles wat je ooit hebt toevertrouwd aan deze digitale wereld, verdwijnt nooit meer. Het recht om te vergeten, is niet van toepassing voor het internet.

Bedreiging
Daarom is deze informatie-renaissance belangrijk. Wat willen we wel en wat niet op het internet terecht laten komen? Wie mag wel en wie niet over onze informatie beschikken? Welke informatie kan ik wel of beter niet direct delen met anderen? En gelukkig komen er intelligente app’s die ons helpen dit te beslissen. Als techniek een bedreiging kan gaan vormen, is er áltijd nieuwe techniek die ons daartegen kan beschermen. Dat geldt al duizenden jaren. Techniek is de basis van onze mensheid. En dus ook van onze digitale mensheid. Maar laten we er dan ook gebruik van maken. Zoals Qiy – je digitale ik – dat doet. Of gewoon ons eigen nuchtere verstand gebruiken. Zelfs in een digitale wereld is dat echt niet zo moeilijk.

Hans Timmerman, CTO bij EMC Nederland

 

Copaco | BW 25 maart tm 31 maart 2024 Trend Micro BW BN week 10-11-13-14-2024
Copaco | BW 25 maart tm 31 maart 2024