Redactie - 20 juli 2011

De taal van IT


Toen de informatietechniek zo’n vijftig jaar geleden als efficiency tool zijn intrede deed in het bedrijfsleven, ging dat gepaard met een nieuw taalgebruik. Informatie beschrijven is lastig; de techniek aanduiden waarmee dat allemaal werd uitgevoerd nog lastiger. Omdat de VS de bakermat van de IT was, ontstond een nieuw vocabulaire van vooral Engelse woorden. Voor velen soms zelfs een geheimtaal met onbegrijpelijke afkortingen. Hoewel in het begin nog werd geprobeerd Nederlandse woorden te definiëren, zoals rekenaar of rekentuig voor het woord computer, burgerden al die Engelse vaktermen in toenemende mate in. Zo praten we tegenwoordig over computers, laptop’s en PC’s, over printers en files en over webpages en lay-outs.

In onze omringende landen was de druk om ‘eigen’ woorden te ontwikkelen veel groter en gedisciplineerder. Computer is in het Duits ‘elektronische Datenverarbeitungsanlage’ en in het Frans ‘ordinateur’. Tegenwoordig zien we ook dat daar de standaardtaal voor IT-toepassingen Engels is geworden. Of eigenlijk een soort Engels dat we ons eigen hebben gemaakt, waarvan de woorden langzaam ook in de Grote Van Dale verschijnen. Informatieverwerking en de producten daaromheen hebben op die wijze een grote invloed op ons huidige taalgebruik. Het is soms lastig om in correct Nederlands een beschrijving van een computersysteem te geven. Als blogger moet ik soms ook goed nadenken om niet teveel Engelstalige vaktermen te gebruiken, die soms heerlijk kort, krachtig en duidelijk zijn. Nederlandse woorden of begrippen zijn toch vaak niet goed dekkend of zelfs tegengesteld.

Blunders in IT-taal
Zo zijn er ook totaal verkeerde Nederlandse begrippen ontstaan over de digitale wereld. Iemand heeft ooit het woord ‘digibeet’ bedacht om aan te duiden dat die persoon weinig of niets van digitale techniek wist. Het woord was een knipoog naar het woord analfabeet, dat hetzelfde zegt over het ontbreken van kennis over het alfabet.

Maar, nu komt het, een alfabeet is dus iemand die wel kennis heeft van het alfabet, dus in feite is een digibeet een kenner van het digitale alfabet. Een niet-kenner zou volgens dezelfde principes en adigibeet moeten heten.

Het is daarom ook niet verwonderlijk dat een stortvloed van Nederlandse IT-leenwoorden is ontstaan. Op Wikipedia kun je een uitgebreide lijst leenwoorden vinden, van tekstverwerker versus wordprocessor, elektronische post versus e-mail, apenstaartje versus ‘at’ (@), rekenmachine versus calculator en gegevens versus data. Pogingen om goed passende leenwoorden uit te bannen, mislukken meestal. Op Wikipedia worden woorden zoals sorry, baby en e-mail als volledig ingeburgerde woorden benoemd. Dus we moeten ook begrijpen dat de taal een levende verzameling van woorden en begrippen is.

Aantal nieuwe begrippen groeit bijna net zo snel als data. Maar de snelheid waarmee nieuwe woorden en begrippen ontstaan, is groot. Sinds kort praten we meer en meer over cloud computing. Begrippen als cloud en ‘Big Data’ zijn bijna niet zonder glimlach door de Nederlandse woorden wolk en grote gegevens te vervangen. Vorige maand zijn de resultaten van het IDC-rapport over de groei van de hoeveelheid wereldwijd opgeslagen data bekend gemaakt. In een eerdere blogpost schreef ik over de waarde die we kunnen creëren uit ongestructureerde informatie.

In dit rapport wordt ook gesproken over social media, cloud computing, service providers, CIO’s, smartphones, tablets, real-time, business intelligence, twitter updates etc. Toch begrijpen we precies waar we over praten. In feite zijn het bijna internationale woorden geworden die een product of begrip prima benoemen.

Kenmerkend voor de 21ste eeuw is dat informatie zich verder zal uitbreiden met nieuwe toepassingen en een grotere rol zal spelen in ons dagelijkse leven. Hierdoor worden er steeds nieuwe woorden en begrippen aan ons vocabulaire toegevoegd. Woorden die we in ons dagelijkse leven ‘gewoon’ gaan gebruiken. Nieuwe woorden die door de grote communicatiesnelheid van social media snel worden opgenomen. We moeten weliswaar kritisch op de nieuwe aanwas woorden blijven letten, maar ons er ook niet fanatiek tegen verzetten.
 
Hans Timmerman (CTO EMC Nederland)