Redactie - 01 oktober 2013

'Uiteindelijk kiest iedereen de cloud'


Eigenlijk staat nu al vast dat elke IT-organisatie op termijn zijn infrastructuur vanuit de cloud betrekt. ‘In de markt is de keuze al gemaakt. Misschien nog niet morgen, maar uiteindelijkstapt elke organisatie over naar de cloud.’ Dat meent marketingdirecteur Rick Pijpers van datacenterleverancier Equinix. Volgens hem krijgen onafhankelijke externe datacenters daarbij een strategische rol.

Nu de Nederlandsche Bank in juli heeft toegezegd dat Nederlandse financiële instellingen diensten mogen afnemen bij externe cloudleveranciers, is volgens Pijpers het hek van de dam. “De opmars en maturiteit van cloud computing valt niet meer te ontkennen als zelfs de financiële sector overstag gaat. Uit oogpunt van beveiliging, kwetsbaarheid en complexiteit zijn banken altijd zeer terughoudend geweest als het aankomt op nieuwe technologie.” 

Met de opkomst van cloud computing krijgen externe onafhankelijke datacenters een steeds strategischere rol voor de CIO, meent Pijpers. We spreken hem in het gloednieuwe AM3-datacenter aan de rand van Science Park Amsterdam. “Datacenters zijn al lang niet meer het sluitstuk van de IT-keten”, zegt hij. “Die visie is de laatste jaren duidelijk verschoven. Dat komt voornamelijk doordat gebruikers strengere eisen stellen aan de performance van applicaties, games en andere content zoals streaming TV op hun iPad. Als die niet snel laden, gaan ze weg. Op zoek naar een andere aanbieder. Dat geldt trouwens helemáál voor clouddiensten.” 

Korte lijntjes naar de cloud 
Externe datacenters zijn volgens Pijpers dé oplossing voor de hoge performanceeisen vanuit de business. “Dat hangt vooral samen met de korte lijntjes naar de leveranciers van clouddiensten. Vanuit een extern datacenter kun je namelijk razendsnelle koppelingen leggen met de cloud”, legt de marketingdirecteur van Equinix uit. “De kans is groot dat op die locatie ook servers staan van leveranciers van de clouddiensten die je wilt gebruiken. Dan is het een kwestie van kabeltjes leggen”. 

“Korte lijntjes naar de cloudleverancier zijn cruciaal. Het aantal tussenschakels tussen jouw systemen en die van de leverancier beïnvloedt de performance merkbaar. Het liefst koppel je jouw systemen dus rechtstreeks aan die van zo’n cloudpartij. En dan is het handig als die in hetzelfde datacenter staan.” 

Hetzelfde geldt voor de koppeling van de systemen met het internet. “Amsterdam is een van de belangrijkste internetknooppunten ter wereld. De netwerkdichtheid is er dan ook enorm. Vanuit onze datacenters maak je daarvan optimaal gebruik.” 

Nooit meer onderbenutting 
Externe onafhankelijke datacenters bieden de CIO bovendien de schaalbaarheid waarop hij zit te wachten. Pijpers: “Als je een nieuw eigen datacenter moet inrichten, wil je niet dat-ie op termijn voor meer dan de helft leegstaat. Ik ken talloze voorbeelden van grote organisaties, zoals banken, waarbij dat nu wel het geval is. Hun datacentercapaciteit wordt onderbenut door consolidatie in de markt en efficiëntieslagen binnen de organisatie. In een extern datacenter kun je je capaciteit veel flexibeler inzetten. Je kunt racks bijplaatsen of weghalen als dat nodig is.” 

“Ondanks de bewezen voordelen van schaalbaarheid hebben nog veel CIO”s moeite om capaciteit buiten hun eigen domein te plaatsen. Ze kijken dan naar hun traditionele infrastructuur, mainframes, applicaties en naar hun vertrouwde dienstverleners. Vervolgens vragen ze zich af welke ze daarvan extern of zelfs in de cloud kunnen plaatsen zonder controle en performance te verliezen.” 

Emotie Pijpers vervolgt: “Natuurlijk zit er ook een grote emotionele component aan de afweging tussen een eigen datacenter of een externe. Je hoort dan opmerkingen als ‘Wat als er ‘s nachts iets gebeurt? Nu kan Henk nog even langsfietsen om een kabeltje te verwisselen, zodat alles het weer doet.’ Voor het gemak vergeten ze dan dat onze klanten ook 24 uur per dag toegang hebben tot hun apparatuur in onze datacenters. Wij houden ons met niets anders bezig dan het beheer van onze datacenters. Daardoor doen we alles wat daarmee samenhangt veel efficiënter en beter dan organisaties die naast hun kernactiviteiten een eigen datacenter runnen.” 

“Organisaties die nog niet helemaal zijn overtuigd van een extern datacenter en cloud computing adviseren wij om te kiezen voor een hybride oplossing”, vervolgt Pijpers. “Daarbij blijft een deel van de infrastructuur en applicaties intern en een ander deel migreert naar de cloud. Maar kies dan uiteindelijk ook voor een migratie naar een carrier neutral datacenter zoals eentje van Equinix, waar ook de belangrijke cloudleveranciers aanwezig zijn. Anders kun je alsnog niet profiteren van de korte lijntjes naar de cloud.” 

Technologie bedreigt primaire business 
Voor de moderne CIO voelt het alsof hij in een spagaat zit, meent Pijpers. “Vroeger werd hij binnen de organisatie vooral gezien als facilitair manager, iemand die de IT regelde zodat de business zijn werk kon doen. Tegenwoordig ziet de business alle technologische ontwikkeling vaak meer als bedreiging.” Dat heeft grote gevolgen voor de functie en functie-eisen van de CIO. “Natuurlijk moet de chief information officer enig verstand van techniek hebben. Maar je mag van hem ook verwachten dat-ie met de business kan meedenken. Bijvoorbeeld over manieren om met technologie nieuwe kansen voor de business te genereren. Hoe je IT als belangrijke business-component kunt inzetten. De CIO moet zich daarin bekwamen. Dat betekent dat hij niet enkel een technische opleiding moet hebben, maar bijvoorbeeld ook een MBA. Alleen zó kan hij verbanden leggen tussen bedrijfskunde en technologie en mogelijkheden zien die anderen niet zien.” 

Gouden tijden 
Nieuwe technologie biedt bestaande business veel onverwachte mogelijkheden en tegelijkertijd reële bedreigingen. Dat blijkt volgens Pijpers maar weer eens uit het cloudbesluit van De Nederlandsche Bank. “Dat financiële instellingen clouddiensten mogen afnemen, verlaagt de drempel voor nieuwe toetreders op die markt. Er valt namelijk een enorme investeringslast van hen af. Ze zijn niet meer verplicht om zelfstandig hun complexe IT-infrastructuur en applicaties intern te bouwen en beheren. Ik ben benieuwd hoe bestaande banken en traditionele dienstverleners daarmee omgaan. Het worden spannende tijden voor de sector en gouden tijden voor CIO’s”, besluit Pijpers.

AM3 
Equinix opende in 2012 zijn derde datacenter in de regio Amsterdam: AM3. In het discrete gebouw op het Science Park Amsterdam bevinden zich de systemen van talloze bedrijven die gezamenlijk de digitale economie vormen, zoals internet exchanges, content- en cloudaanbieders. Het datacenter heeft een vloercapaciteit van bijna 18000 vierkante meter. Onder meer met behulp van een geavanceerd koude- en warmteopslag in de grond is getracht het datacenter zo energie-efficiënt te maken. Omliggende gebouwen worden met restwarmte verwarmd.