Redactie - 22 november 2011

Interview 5W Storage Services: 'Data- en applicatie classificatie essentieel'


Kernvraag rond opslag blijft hetzelfde, maar de schaal is explosief gegroeid


Beheer van een opslagomgeving kost organisaties veel geld. In praktijk blijken ze echter voor die investeringen vaak niet de kwaliteit en de architectuur te krijgen die ze nodig hebben om stabiele bedrijfsprocessen te draaien. Bovendien is er wel veel vraag naar goede storage managers op senior niveau, maar zijn ze moeilijk te vinden, terwijl de senior storage manager toch de bewaker is van de data van een organisatie.


5W Storage Services is al een aantal jaar actief in de storage wereld, en richt zich exclusief op de storage, backup en recovery van data. Andrew Loedolff, partner bij 5WSS: “De trend is dat enterprise-bedrijven bepaalde ingewikkelde, moeilijke skills en processen willen outtasken. Storage management is zo’n vaardigheid waar veel vraag naar is, maar goede mensen op senior niveau zijn moeilijk te vinden. De senior storage manager is de bewaker van de data van een bedrijf. Veel bedrijven zijn bezig met werving en selectie en er staan veel vacatures open op strorage gebied. Daar helpen wij bij.”

Bedrijven komen volgens Loedolff terecht bij 5W als ze het overzicht hebben verloren over hun storage-omgeving. “Ze betalen veel voor het beheer van hun omgeving, maar ze krijgen daarvoor vaak niet de kwaliteit en de architectuur die ze nodig hebben om stabiele bedrijfsprocessen te draaien. Heel vaak is er òf een kostendruk òf een echt probleem. Meestal zijn de kosten op zichzelf niet het echte probleem. In praktijk blijken organisaties vaak wel bereid om hetzelfde te betalen, maar dan willen ze daar wèl hun bedrijfs-KPI’s mee kunnen halen.”

Klassieke situatie
Dat speelt vooral in het hogere segment van de enterprise-markt. Iets lager in de stack, bij de kleinere enterprises, zoeken mensen veel meer naar een inclusief storage management proces dat wordt overgenomen. “Ze hebben moeite met de klassieke situatie dat één persoon eigenlijk géén persoon is door de afhankelijkheid van hem. Bij ons krijgen ze toegang tot tien personen voor dezelfde prijs. Ze hebben dan de beschikking over een pool van mensen die in een half uur een complexe vraag kunnen beantwoorden.”

De achtergrond van deze vraag is de explosieve groei van data. “Wanneer we dat vertalen naar conventionele termen dan gaat het eigenlijk om business continuity, disaster recovery, performance management en capacity. Dat is in de loop der jaren niet veranderd, alleen de schaal is gigantisch gegroeid. Die groei is bij sommige klanten een petabyte per jaar. We hebben een klant met vijf PB die vorig jaar een groei van veertig procent in zijn data doormaakte.”

De grote enterprises hebben staan volgens Loedolff open voor de noodzakelijke veranderingen, omdat ze voortdurend in een vervangingscyclus zitten. Daarin nemen ze ook de nieuwste technologie mee. “Zo wordt ook de capaciteit steeds vergroot bij nieuwe revisies. Voor kleinere bedrijven die in data-intensieve omgevingen opereren is dit wel een probleem. Ook bij de publieke sector is dat een enorm probleem, dat zie je bijvoorbeeld bij gemeenten en ziekenhuizen. Overigens is er niet eens altijd en volledig nieuwe omgeving nodig, het is deels ook een mindset. Wat ik leuk vind aan de Nederlandse markt is dat er weliswaar een conservatief deel is in de IT, maar tegelijkertijd is er ook een grote progressieve groep actief. De balans tussen die twee is goed hier.”

Rationele bedrijven
De boardroom is volgens hem wel iets te gevoelig voor trends. “Dat is niet altijd reëel. Cloud computing is een goed voorbeeld. Als een IT director zegt dat de processen de cloud in moeten wordt al snel ja gezegd. Bij rationele bedrijven is die beslissing al uitgekristalliseerd bij de juiste mensen. Er is zo enorm veel technologie beschikbaar, en het is heel moeilijk voor de IT directeur om alle ontwikkelingen bij alle leveranciers bij te houden. Ze willen allemaal aan hem verkopen, en het is lastig om een visie te krijgen. Eerst moten de vereisten van het bedrijf in kaart worden gebracht, vervolgens moet dat worden vertaald naar technische requirements. Daar helpen wij bij.”

Hij doet veel onderzoek bij grote bedrijven. “Daarbij is data- en applicatie classificatie essentieel. Daarmee krijg je een snapshot van waar je nu bent, en er komt tevens een roadmap uit waar je naartoe wil. De combinatie van alle informatie en applicaties geeft je genoeg informatie om een weloverwogen keuze te maken. Als er een onderwerp ondergeschoven is bij alle bedrijven, dan is het data-classificatie.”

Want als iemand bijvoorbeeld data wil opslaan noemt hij dat al snel critical. Data in een bedrijf kunnen echter veel eigenschappen hebben, en de aanvrager is niet altijd de beste persoon om dat te beoordelen. “Het is veel werk om het goed te doen over alle data in een bedrijf. Maar dat is wel de kern van storage management, en daarmee van business continuity en disaster recovery. Dan weet je waar je aan toe bent in verschillende situaties. Iedere IT manager waar we mee praten wil data classificatie, maar heeft het niet. Want de uitvoerder van de classificatie moet een brede basis hebben, kennis hebben van alle niveaus van de IT. Voor sommige bedrijven is het teveel werk. Maar als je het eenmaal gedaan hebt is er veel meer control en zekerheid.”

De beste manier om dat aan te pakken is volgens hem een combinatie van top down en bottom up. “Het begint met de bedrijfsdoelstellingen op directieniveau, vervolgens  moet je vanuit de hardware omhoog werken. Daar zijn goede tools voor beschikbaar. De verandering is vaak groot, in positieve sin. Daar speelt ook weer het classificeren van data een rol. Want soms kom je er achter dat data bedrijfskritisch zijn omdat ze samenhangen met een kritische applicatie. En soms blijkt ook dat je teveel betaalt omdat je twee datacenters in de lucht houdt terwijl een deel van die data ook op een andere manier beveiligd kan worden. Bedrijven geven in de regel teveel uit, en goed storage management levert bijna altijd geld op.”