Redactie - 05 augustus 2011

In nieuw datacenter Terremark staat connectiviteit voorop


Interview met Jasper Lankhorst, VP Sales Europe bij Terremark 

Infrastructuur als dienstverlening, dat is kort samengevat het aanbod van Terremark. Om aan deze missie concreet invulling te geven is op het terrein van Schiphol een van de modernste datacenter van Nederland gebouwd. In september opent het Network Acces Point (NAP) of Amsterdam zijn deuren voor de klanten van Terremark. Na het NAP of the Americas en het NAP of the Capital Region in Culpepper is dit het derde grote datacenter van deze aanbieder dat zijn klanten een hoogwaardige verbinding biedt met de wereld.

“Cruciaal voor een datacenter is de manier waarop je verbonden bent met de buitenwereld”, aldus Jasper Lankhorst, VP Sales Europe bij Terremark. “Wij hebben dus bewust de strategische keuze gemaakt om carrierneutraal te zijn. Daar verandert de overname door Verizon niets aan. Bovendien, en dat was een belangrijke voorwaarde bij de bouw van dit datacenter, zijn we aangesloten op de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX).”

“Het maakt dus voor onze klanten niets uit welke provider ze hebben, ze kunnen altijd hun netwerk bij ons onderbrengen. Dat is het voordeel van een carrierneutrale site: je kunt dezelfde diensten op een andere locatie blijven doen. Zo wordt het datacenter onderdeel van je eigen netwerk. Fysiek ergens anders, maar wel virtueel verbonden. Dit datacenter is een bouwsteen in de oplossing van onze klanten.”

Uitbreiden

Het NAP of Amsterdam is onderdeel van een ambitieuze groeistrategie, waar enkele tientallen miljoenen euro’s in is geïnvesteerd. Het datacenter heeft een vloeroppervlak van 2.700 vierkante meter, en naast het nieuwe datacenter ligt een stuk grond waar nog eens tienduizend meter vloeroppervlak gerealiseerd kan worden. Lankhorst: “Alle voorbereidingen zijn getroffen. De grond is er, de bouwplannen zijn klaar en alle vergunningen zijn geregeld. Zodra de bestaande ruimte vol dreigt te raken kan Terremark dus flink uitbreiden.”

De opening van het NAP of Amsterdam komt op een gunstig moment. De vraag naar ruimte in datacenters is weer fors aan het groeien, en Terremark speelt daar met dit datacenter tijdig op in. Deze vraag heeft de afgelopen jaren diverse pieken en dalen doorgemaakt. Eind jaren negentig werden in het .com tijdperk voor het eerst veel datacenters gebouwd. Vanaf 2006 en 2007 groeide de behoefte aan datacenter space opnieuw enorm, vanwege de acceptatie van uitbesteden.

Even was de vraag groter dan het aanbod, wat de prijzen flink heeft opgedreven. Tijdens de crisis was er even een dip omdat kapitaal niet toegankelijk was. Alle overige capaciteit in datacenters is in die periode ingevuld, maar ondertussen is er na twee jaar van consolidatie en virtualisatie weer volop behoefte aan expansie. Veel bestaande datacenters naderen de grenzen van hun capaciteit.

Strategische afweging

De beslissing om te investeren in een datacenter is een belangrijke strategische afweging, zowel vanwege de kosten als vanwege de lead time. Lankhorst: “In de cloud kun je als gebruiker snel extra capaciteit krijgen. De levertijd daarvan is niet meer dan enkele minuten. Het capaciteitsmanagement daarvan ligt bij de cloud-leveranciers. De datacenter- wereld is echter een fysieke wereld waar het bouwen van een site al snel anderhalf jaar duurt. Nu de markt beweegt naar diensten vanuit de cloud moet het capaciteitsmanagement in de virtuele wereld dus goed afgestemd worden op de fysieke wereld, die enorm kapitaalintensief is. Daar ligt voor ons het spanningsveld.”

Het gebruik van datacenters komt dus in een stroomversnelling omdat zowel softwareleveranciers, telecomleveranciers als system integrators allemaal cloud-diensten willen aanbieden. “Zij zoeken allemaal de garantie van beschikbaarheid, niet alleen nationaal, maar ook internationaal. Zij bouwen zelf datacenters, of ze huren ruimte. Naar verwachting is over vijf jaar 25 procent van de servers fysiek, de rest is virtueel. En die servers draaien dan niet meer in eigen huis, maar als dienst. Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de manier waarop je het afrekent. De markt verschuift van een Capex-model, investeren dus, naar een Opex model, naar huur.”

De basis van die verandering is een goede infrastructuur. “Die moet goede functionaliteit hebben, ruimte bieden voor expansie, groen zijn, en een goede koeling hebben. De infrastructuur bieden we aan als datacenter space, dus colocatie, maar ook als virtuele space, in de cloud. In dat virtuele datacenter kun je als klant je eigen virtuele machines aanmaken. Ook voor de cloud is een goed datacenter dus een voorwaarde, met onder meer redundantie op het gebied van stroom, koeling en beveiliging. Om een server te laten draaien is veel techniek nodig die de eindgebruiker helemaal niet ziet.”

Duurzaamheid

Zo is er veel aandacht besteed aan continuïteit. De stroomvoorziening voldoet aan de hoogste veiligheidseisen. UPS-systemen garanderen een constant vermogen, terwijl bij stroomuitval zes dieselgeneratoren klaar staan om de energievoorziening over te nemen. De brandstof voor deze generatoren die is opgeslagen in een grote tank is voldoende om het datacenter drie dagen op volledige capaciteit te laten doordraaien. Tegelijkertijd heeft Terremark contracten afgesloten met brandstofleveranciers, die als het nodig is binnen vierentwintig uur nieuwe diesel leveren.

Ook veiligheid, beveiliging, en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn essentiële aspecten bij de bouw van een datacenter als het NAP of Amsterdam. “Duurzaamheid is voor onze klanten een selectiecriterium. We hebben groene stroom, en zijn onderdeel van Green Grid. In de bepaling van duurzaamheid speelt bijvoorbeeld de Power Usage Effectiveness (PUE) een rol, de relatie tussen de hoeveelheid stroom die nodig is, en de hoeveel die daadwerkelijk wordt geleverd. Het stroomverlies gemeten in PUE wordt steeds kleiner, en datacenters worden daarmee steeds efficiënter. Wij maken bijvoorbeeld gebruik van free air cooling. Nederland heeft een ideaal klimaat om de buitenlucht te gebruiken voor de koeling serverruimtes. Dat kan een groot deel van het jaar. Vroeger werd het hele jaar door koelvloeistof gebruikt.”

De veiligheid in datacenters wordt ook steeds professioneler aangepakt. Het NAP of Amsterdam is ISO 27001 gecertificeerd, wat betekent dat de beveiligingsprocedures tot in detail beschreven zijn. De fysieke beveiliging is ook zwaar, niemand komt het datacenter binnen zonder aanmelding en legitimatie. “Met beveiliging hebben we in de Verenigde Staten al veel ervaring opgedaan. Daar loopt 95 procent van het dataverkeer tussen Noord- en Zuid- Amerika via ons datacenter in Florida. Dat datacenter wordt bovendien ook door financiële instituten en overheidsinstanties gebruikt. Een ander datacenter van ons staat in Culpepper, net buiten de nucleaire blast zone van Washington. Daar brengen veel overheidsinstanties hun data veilig onder. Terremark en beveiliging gaan dus heel goed samen.”